Regisseur Hanro Smitsman (1967) maakt speelfilms en televisieseries waarin menselijke verhoudingen onder druk komen te staan. Een fascinatie die ontstond in zijn jeugd, waarin het huwelijk van zijn ouders ontspoorde.
(T)rouwfeest
“Deze foto is mij heel dierbaar. Hij is spontaan gemaakt, omdat er toevallig een fotograaf langskwam in de kibboets in Nes Ammin. Links zie je mijn zus Alice, ik zit in het midden, en mijn broertje Jan Willem zit rechts. Mijn jongste zus, Maya, is in Israël geboren.
Mijn ouders gingen naar Israël om avontuur, en om hun huwelijk te redden, weg van de invloed van familie. Ze woonden in Woudrichem naast de rozenkwekerij van de familie. Aan de andere kant van de kas woonde mijn opa. Mijn ouders waren gelovig, maar mijn moeder was vooral een bohemien. Het georganiseerde leven was niets voor haar. Mijn vader was verliefd geworden op een vrijgevochten vrouw, tijdens het plukken van aardbeien. Die stonden naast de kwekerij, en werden geoogst door seizoenwerkers.
Op een dag was mijn moeder daar ook komen plukken, om orgellessen te kunnen betalen in Brussel of Parijs. Dat moet mijn vader destijds hebben aangesproken. Maar in zijn familie werd haar vrijzinnigheid een probleem. Zij wilden dat ze zou meewerken in het bedrijf. Als zij ’s nachts aan het schilderen was,
stond mijn opa Bijbelteksten naar haar te schreeuwen, over de rol van de vrouw des huizes. Op hun huwelijk zei hij: ‘Dit trouwfeest is mijn rouwfeest!’ Door de ruzie met zijn vader en met de dominee, besloot mijn vader naar een andere kerk te gaan. Toen zei de dominee dat er nog maar één gelovige
onder ons was, en dat was de hond.
Behekst
Want die had zich vergist. Die was namelijk gewoon naar de oude kerk toegelopen. (Proest) Dat vind ik een heerlijke scène. Al die strubbelingen thuis komen samen in dat beeld van die hond. Zo zie je dat humor eigenlijk verwerkte ernst is. Dat gegeven gebruik ik vaak in mijn films. Deze foto is eigenlijk het mooie beeld, hoe ik ons gezin had willen blijven zien. Daar is niets van overgebleven. Erger nog, op de familiefoto van mijn moeders kant is mijn vader weggeretoucheerd.
Dat heeft mij behoorlijk beïnvloed in hoe ik naar de dingen kijk. Zo gaan mensen met de geschiedenis om. Mijn moeder was een kunstenaar. Mijn vader was vrij zakelijk. Hij is de enige die ons discipline heeft bijgebracht. Een man op wie je kon bouwen. Het was een prachtig huwelijk, die twee konden elkaar ontzettend goed aanvullen. Maar toen bleek dat mijn moeder een affaire had met een andere vrouw, wist mijn vader niet hoe hij ermee om moest gaan.
Mijn opa vond dat mijn moeder behekst was. Ze droeg altijd zwarte kleren en reed in een zwarte auto. Ik zie nog voor me hoe mijn moeder werd aangesproken door de familie, op het feit dat ze een relatie had met een vrouw. Het hele erf stond vol. Mijn moeder werd helemaal gek en sloot zichzelf op op de wc. De familie stond op de deur te bonken. Totale hectiek, een invasie.”
Het complete interview lees je in Zin 9. Dit nummer ligt nu in de winkel of bestel je hier.
TEKST: MINOU OP DEN VELDE | BEELD: BRENDA VAN LEEUWEN
Chris Hoogendoorn zegt
Hallo Haro, erg mooi hoe je de relatie van je ouders beschrijft, hoe pijnlijk ook. Het haalt bij mij veel herinneringen op aan mijn tijd in Nes Amim. Die komen weer eens boven nu ik hoorde dat je vader is overleden. Gecondoleerd daarmee.