Binnen het huwelijk maakten ze elkaar niet gelukkig. Maar na de scheiding werden ze vrienden. Nikki & Jan, Miranda & René, Lili & Han en Isabel & Remco spelen open kaart.
Nikki Nooteboom (1972, fotograaf en meubelmaker) en Jan Heemskerk (1968, manager) zijn allebei gegroeid na hun scheiding. En vormen nog steeds een gezin.
‘Op een dag was ik de hal aan het verbouwen en ineens wist ik: ik moet weg’
Nikki: “Ik was net achttien toen ik Jan leerde kennen. Ik kwam uit een links gezin waar de emoties je om de oren vlogen, hij kwam uit een VVD-milieu waar niet veel over gevoelens werd gepraat. Hij was de bedachtzame gentleman, ik de rebel die met spuitbussen achter bontjassen aanrende.
We zijn twintig jaar samen geweest en hebben twee dochters gekregen. Na de geboorte van de jongste bedacht ik een inbakerslaapzak en zette ik een bedrijfje op dat een groot succes werd. Toen dacht ik: kijk eens wat ik kan als ik mezelf volg. Ik wil los, ik wil gaan! Ik had behoefte aan dynamiek in mijn relatie. Jan kon daar niet in mee. Hij steunde me, maar hij kon mijn enthousiasme niet delen. Hij is meer iemand van don’t rock the boat. We begrepen elkaar niet goed meer. Zijn nog in therapie geweest, maar dat ging niet. We zaten daar alleen maar grappen te maken.
Op een dag was ik de hal aan het verbouwen en ineens wist ik: ik moet weg. Ik was zo jong toen ik Jan leerde kennen en we waren zo lang samen geweest. Hij was altijd heel zorgzaam, een veilige haven. Maar ik wilde zelfstandig zijn, ik wilde op eigen benen staan. En ik was dat verliefde gevoel kwijt. Pas toen ik wegging bij Jan, kwam ik toe aan echt volwassen worden. Toen leerde ik wat het is om alleen te zijn, wat ik zelf van dingen vond, hoe ik zelf met situaties omging. Het was een heel proces. Soms had ik de neiging terug te gaan, als ik geborgenheid nodig had of als ik zag dat hij het moeilijk had. Maar dat heb ik niet gedaan. Je moet elkaar wel durven loslaten.
Jan is nog steeds mijn beste vriend. Het woord vriend voldoet eigenlijk niet: hij is mijn rots in de branding. We zijn nog steeds een gezin, maar we wonen niet meer samen. Jan hoort er bij. Dat zeg ik altijd tegen mijn vriendjes: Jan hoort er bij.”
‘In onze relatie heeft ze zich aangepast, toch een wat burgerlijker leven geleid’
Jan: “Nikki is de slimste persoon die ik ken. Ze is heel puur in haar redeneringen. Zij is een wereldverbeteraar terwijl ik uit een milieu kom waarin het meer is van: doe maar lekker je eigen ding. Het is lang goed gegaan tussen haar en mij. Maar toen zij haar eigen bedrijf begon, raakten vriendschap, liefde en lust uit balans. We gingen langs elkaar heen leven en konden de passie niet meer terugvinden. Ik was degene die zei: dit gebeurt met iedereen die werkt en kinderen heeft. Maar Nikki nam er geen genoegen mee. Ze zette op een gegeven moment de stap en zei: wat doen we nu? Geven we elkaar de ruimte om verder te groeien? Het was een moeilijke beslissing, maar we stonden er allebei achter. Mensen groeien uit elkaar. Dat is geen slecht ding. Ik geloof niet dat een echtpaar altijd bij elkaar moeten blijven.
Het deed pijn en ik was bang: gaat het met de zorg voor de kinderen wel lukken? Maar ik ben een stabiel iemand, tegen het saaie aan. Ik heb vrij snel geaccepteerd dat dit misschien toch het beste was. En dat was ook zo.
Nikki is nu geworden wie ze hoort te zijn. Tijdens onze relatie heeft ze zich toch aangepast, misschien een wat burgerlijker leven geleid dan ze zou willen. Nu is ze veel expressiever. Ik ben blij om te zien hoe ze nu is, maar ik ben ook blij dat we gescheiden zijn. Ze heeft een bepaalde onrust. Als ik nu bij haar ben, denk ik na twee uur: pfff.
Nikki is gegroeid doordat ze mij heeft losgelaten, maar ik ook. Ik cijferde mezelf weg in relaties. En ik vergat mezelf in mijn wens om de ander te pleasen. Ik ben wat egocentrischer geworden en ik denk dat dat goed is. Met Nikki blijf ik verbonden voor de rest van onze levens. Ik zal haar altijd helpen. Omdat ze de moeder van onze kinderen is, maar ook omdat ik nog steeds van haar houd.”
Miranda Römer (1968, lifecoach) en René Robbé (1958, elektrotechnicus) zijn vorig jaar gescheiden. Wel wonen ze nog steeds met elkaar in een huis.
‘Sommigen vinden dat ik kwaad moet blijven, maar zo zit ik niet in elkaar’
Miranda: “Toen ik René ontmoette, was het: pats-boem. We voerden meteen vertrouwelijke gesprekken, alsof er een diepe connectie tussen ons bestond. Hij was down to earth, maar stond open voor mijn spiritualiteit: een man met het hart op de goede plaats. We zijn in 2011 getrouwd.
Na een paar jaar kwam ons huwelijk op een laag pitje te staan. René kreeg een hernia en daarna stortte ik in: ik was oververmoeid. Onze liefde werd meer een soort vriendschap, maar dat had ik niet zo door. En toen ging René klussen bij een gescheiden vriendin van mij. Op een gegeven moment belde ze me, in tranen. René en zij bleken iets met elkaar te hebben.
Mijn wereld stortte in. Ik was laaiend. Ik confronteerde René en hij bekende meteen schuld. Hij ging het gesprek aan en gaf me de ruimte om woedend te zijn. We konden er ondanks alles goed over praten. Tijdens die gesprekken kwam ik erachter dat het tussen ons eigenlijk al een tijd lang op was. Het was een heftige tijd, maar uiteindelijk kon ik het loslaten. Dat was vooral omdat hij verantwoordelijkheid nam voor zijn daden. Ik vond het heel moeilijk, maar er zijn ook mooie dingen gebeurd. We hebben veel uitgesproken en zijn daar allebei door gegroeid. We zijn zelfs naar elkaar toegegroeid. Niet als partners, maar wel als mensen.
De basis blijft
René en ik zijn vorig jaar gescheiden, maar we wonen nog steeds samen. Het is zijn huis, maar hij heeft altijd gezegd: ik ga je niet op straat schoppen. Het is een overbrugging, totdat ik mijn eigen bedrijf op orde heb. Mensen snappen niet hoe dit kan. Die vinden dat ik kwaad moet blijven, omdat hij is vreemd gegaan. Maar zo zit ik niet in elkaar. Vergeving is een belangrijk iets en René heeft mijn vertrouwen terug gewonnen door oprecht naar mij te luisteren. Onze relatie is over, maar de basis van begrip die er in het begin was, die is er nog steeds.”
‘Ik zocht intimiteit buiten de deur en werd verliefd op haar vriendin’
René: “Miranda en ik zijn getrouwd op vrijdag de dertiende – ongeveer anderhalf jaar nadat we elkaar hadden ontmoet. We hadden elkaar via Hyves leren kennen en ze kwam een keer bij me eten. Toen is ze eigenlijk niet meer weggegaan. Ik was al een halfjaar alleen en viel meteen voor haar. Ze was zo open en ze had zo’n leuke lach. Maar stilletjes verdween de romantiek uit ons huwelijk. Ik onderging twee rugoperaties en doordat ik niet kon werken, kregen we het financieel moeilijk. Dat en de constante zorg voor mij werden Miranda te veel. We spraken steeds minder met elkaar en er was eigenlijk geen intimiteit meer.
Dat ben ik toen buiten de deur gaan zoeken: ik werd verliefd op haar vriendin. Dat heb ik haar uiteindelijk moeten vertellen en dat was niet makkelijk. Ze was boos en verdrietig. Verbaasd ook, want ze had het niet verwacht. Ik was degene die de ellende had veroorzaakt en ik ben daar eerlijk in geweest. Ik heb haar flink laten uitrazen en ik heb het allemaal ondergaan. Het was immers mijn schuld.
Toen de woede was bekoeld, zijn we weer in gesprek geraakt. Het was duidelijk dat het niet meer goed zou komen, maar ik wilde haar wel de mogelijkheid bieden in mijn huis te blijven wonen, zolang dat voor haar nodig was.
Heel soms piept haar woede nog
We zijn als goede vrienden uit elkaar gegaan. Dat kon omdat Miranda iemand is die dingen positief benadert. Ze laat zich niet door rancune leiden. Gelukkig maar. Heel soms piept haar woede nog weleens naar boven, maar het wordt steeds minder en milder. Met die vriendin is het uiteindelijk niets geworden, dus Miranda en ik wonen nu samen als twee singles. En het gaat wonderbaarlijk goed. Ik houd niet meer van haar als mijn vrouw, dat gevoel is verdwenen. Maar ik waardeer haar nog steeds als mens. Zij is iemand die vanuit haar hart handelt en dat vind ik mooi.”
Nadat ze elkaar hadden losgelaten, ging het huwelijk van Lili de Ridder (1959, tekstschrijver/schrijfcoach) en Han Huisman (1939, biochemicus) naadloos over in goede vriendschap.
‘Die vakantie in mijn eentje beviel zo goed, dat het samenzijn me tegenstond’
Lili: “Ik ontmoette Han in een café en dacht: wat heeft die man een lieve ogen. Ik voelde me daardoor meteen tot hem aangetrokken. Han gaf mij een prettig en veilig gevoel. Hij was twintig jaar ouder en daardoor aarzelde ik wel even, maar niet lang. Eind jaren tachtig zijn we getrouwd.
Han zorgde voor mij zoals ik dat nog niet had meegemaakt. Ik vond dat heerlijk. Later heb ik weleens gedacht: hij was een soort moeder voor mij. Gedurende mijn jeugd was mijn moeder vaak ziek, waardoor ik moederlijke zorgzaamheid heb gemist. De liefde tussen Han en mij had een helend effect op me. Ik werd er innerlijk sterker door. De keerzijde was dat ik daardoor ook onze relatie kon ontgroeien. Na enige tijd ging die geborgenheid knellen en voelde ik dat ik meer ruimte nodig had.
Ik ging op een gegeven moment in mijn eentje met vakantie naar Terschelling en dat beviel zo goed, dat het samenzijn me tegenstond toen ik terug kwam. En ik dacht: ik voel me prettiger alleen – en dat lag niet aan Han.
We gunden elkaar een ander leven
Ook Han voelde zich gebonden in onze relatie. Hij is net als ik iemand die graag op zichzelf is. Ik was bovendien niet altijd even aardig voor hem. Ik was bezig af te studeren en werkte tegelijkertijd op de universiteit. Dat was stressvol en ik was op het randje van overspannen. Die drang om op jezelf te willen zijn, begrepen we van elkaar. Toen besloten we: laten we uit elkaar gaan nu het nog goed is. We gunden elkaar een ander leven. Het was nooit onze bedoeling elkaar klem te zetten.
In 1992 ben ik op mezelf gaan wonen. Ik heb er nooit spijt van gehad. Han is nog steeds een lieve, vertrouwde vriend op wie ik altijd kan rekenen. Hij is mij heel dierbaar, maar ik hoef hem niet terug als echtgenoot. We hadden eigenlijk broer en zus moeten zijn.”
‘De spanning was er vanaf, we sliepen ook niet meer samen’
Han: “Lili en ik zijn allebei eenlingen. Lili is graag alleen en ik heb dat ook. Ik ben gefascineerd door mijn werk als wetenschapper: ik bijt me in mijn onderzoek vast en dan wil ik niet te veel worden afgeleid. Liefdesrelaties zijn belangrijk voor mij, maar vormen niet de kern van mijn bestaan.
Ik viel op Lili vanwege haar humor en intelligentie. Ik vond haar ontwapenend en merkte onmiddellijk dat ik met een scherpzinnig iemand te maken had. Maar het kostte even tijd tot ik door had dat ze ook heel onzeker was. Ik heb haar geholpen uit die onzekerheid te komen. En andersom hielp zij mij ook. Ik kom uit een arbeidersmilieu en daardoor had ik last van een minderwaardigheidscomplex. Ik voelde me ongemakkelijk te midden van de hevige competitie in de wetenschappelijke wereld. Lili gaf mij zelfvertrouwen.
Zo hebben we elkaar als het ware gerepareerd. Maar vervolgens hadden we elkaar als man en vrouw niet meer nodig. De spanning was er vanaf, we sliepen ook niet meer samen. We hadden elkaar alles gegeven wat we hadden en konden vervolgens alleen verder.
Het is altijd fijn om met Lili te praten
We hebben nooit ruzie gehad. We lieten elkaar los, maar het was geen echte breuk. Ons huwelijk ging naadloos over in goede vriendschap. Ik had wel verdriet: ik vond het jammer dat het eindigde. Natuurlijk.
We waren uit elkaar, maar zijn nog lang voor de wet getrouwd gebleven. Ook toen we zelf weer andere partners kregen. De band helemaal doorsnijden, dat hoefde voor ons niet. Pas tien jaar nadat we uit elkaar gingen, zijn we officieel gescheiden. Omdat dat praktisch gezien handiger was.
Lili en ik helpen elkaar nog steeds. We zijn een uitlaatklep voor elkaar als we ergens mee zitten. Ik ben ook goed bevriend met haar huidige partner. Ik woon tegenwoordig in Amerika, maar als ik in Nederland ben, ga ik altijd bij haar langs. Het is altijd fijn om met Lili te praten.”
Relatietherapie mocht niet baten voor Isabel Lopez (1974, teamleider financiële dienstverlening) en Remco Fugers (1971, technisch fieldmanager). Maar de liefde is gebleven.
‘Ik ben nu op een punt dat ik zijn rust en betrouwbaarheid weer waardeer’
“Remco is de rust zelfde, terwijl ik juist nogal druk ben. Dat rustige trok me indertijd aan. Ik dacht: op hem kan ik bouwen. We konden goed met elkaar praten en dat kunnen we nog steeds. Dat heeft ons erg geholpen.
We werkten voor hetzelfde bedrijf en ik dacht: wat een leuke man. Ik stuurde hem een mail om hem mee uit te vragen. Na anderhalf jaar trouwden we. Ik was meteen zwanger van onze zoon en het jaar erna kwam onze dochter. Het ging allemaal heel snel. Omdat het zo snel ging, vergaten we elkaar in het proces. We raakten elkaar kwijt. Op een gegeven moment werd onze zoon zes, keken we elkaar aan en dachten: we zijn elkaar ontgroeid. Ik werd verliefd op iemand anders. Het was moeilijk dat aan Remco te vertellen, maar ik deed het in de hoop dat we onze relatie nog konden redden.
We hebben het geprobeerd, maar we zaten als partners niet meer op één lijn. De tegenstelling die ik eerst zo fijn vond – ik druk, hij rustig – zat ons nu in de weg. Het is moeilijk om twee mensen die zo u
Nu waardeer ik zijn rust en betrouwbaarheid weer
Het loslaten ging geleidelijk. We bleven praten. Natuurlijk was er ook veel verdriet en boosheid. Boosheid op de ander, maar ook op jezelf omdat je je huwelijk niet hebt kunnen laten slagen. Maar we hadden allebei een grote wens: dat de kinderen er niet onder zouden lijden. Daardoor bleven we niet hangen in negativiteit. We zeiden sorry en dat doen niet veel mensen. Ik ben nu op een punt dat ik zijn rust en betrouwbaarheid weer waardeer. Het werkt tussen ons veel beter nu we vrienden zijn. De druk dat ik iets van Remco verwacht dat hij niet kan geven, is er af. Ik vertel hem nog steeds heel veel, ook over relaties. Dat dat kan, vind ik mooi.”
‘We gingen op ont-huwelijksreis: een laatste vakantie met het gezin’
“Isabel en ik zijn elkaar stapje voor stapje uit het oog verloren. Ik denk dat het begon toen we kort na elkaar twee kinderen kregen. Het gezinsleven slokte ons op en we hadden daarnaast ook nog ons werk. We leefden meer voor de kinderen dan voor elkaar. Als papa en mama functioneerden we prima, maar het man-vrouw gedeelte raakte steeds meer op de achtergrond.
We waren zo’n tien jaar bij elkaar toen ik vlinders in mijn buik kreeg voor een andere vrouw, die ik nauwelijks kende, maar ik deed daar niets mee. In die periode voelde ik ook dat er wat speelde bij Isabel. Ze was mij aan het ontwijken. En toen vertelde ze dat ze gevoelens koesterde voor een andere man – al had ook zij daar niets mee gedaan.
We deden een poging tot relatietherapie, maar het bleek te laat. Dat deed pijn. Het was een confrontatie: het is over, we moeten het idee loslaten dat we samen oud worden. Het moeilijkste kwam toen we onze kinderen moesten vertellen: mama en papa maken elkaar niet gelukkig.
We wilden op een goede manier uit elkaar gaan. In 2011 gingen we op ‘ont-huwelijksreis’ naar Frankrijk: een laatste vakantie met het hele gezin. Dat ging goed – we hadden het idee dat we man en vrouw waren weliswaar losgelaten, maar de liefde bleef.
We hebben niet voor niets samen kinderen gekregen
Mensen in onze omgeving waren verbaasd. Als je gaat scheiden, vecht je elkaar toch de tent uit? Maar we zijn niet voor niets met elkaar getrouwd en hebben niet voor niets samen kinderen gekregen.
Het was niet makkelijk, maar gelukkig bleken we goed in staat onze eigen verongelijktheid opzij te zetten in het belang van de kinderen. Daarin konden we elkaar helpen en dat is ons succes geweest.
Ik noem Isabel niet mijn ex. Ik noem haar Isabel. Zij is nu een goede vriendin en we delen nog steeds veel. Ik viel destijds op haar, omdat ik haar zo’n sprankelende, mediterrane vrouw vond. En dat vind ik nog steeds.”
Tekst: Renate van der Zee
Tekeningen: Katrin Funcke