Gedoe in bed? Goed voor je relatie!
Seks problemen als motor voor persoonlijke groei
Een stevig zelfgevoel krijg je niet vanzelf. Maar gek genoeg kunnen relatieproblemen helpen. Ook als je al lang samen bent, blijft er sprake van persoonlijke groei en ontwikkeling. Bij jullie allebei. Waardoor er ineens, terwijl er nooit een vuiltje aan de lucht was, problemen met seks kunnen ontstaan. Erg? Helemaal niet. Het is juist een signaal dat er werk aan de winkel is om er uiteindelijk sterker en samen meer in balans uit te komen.
Doodsteek voor alle seks
“Als kind zijn we afhankelijk van anderen om ons een goed gevoel over onszelf te geven,” stelt dr. David Schnarch. Hij is een wereldberoemde Amerikaanse seksuoloog en relatietherapeut die bergen boeken schreef over de psychologische processen die optreden in langdurige relaties. “Dat is normaal, maar het moet een keer ophouden. Want als je in een volwassen liefdesrelatie voor een goed gevoel over jezelf nog steeds afhankelijk bent van je partner, is dat de doodsteek voor alle seks, intimiteit, en lustgevoelens.
Natuurlijk vindt iedereen het fijn om complimenten te krijgen. Maar ervan afhankelijk zijn, is een probleem. Vaak is in een relatie het verdwijnen van seks de trigger die ervoor zorgt dat mensen een steviger zelfgevoel ontwikkelen.” Een ingeslapen seksleven en de conflicten die dat met zich meebrengt, vormen een prachtaanleiding om uit je comfortzone te stappen en het lastige maar hoognodige gesprek aan te gaan.
Problemen? Volstrekt normaal
Hoe doe je dat dan, jezelf emotioneel losmaken van je partner terwijl jij je relatie in stand houdt? Ten eerste: weet dat je niet de enige bent. Is het beddenwerk een sleur geworden? Vind je dat je tekort komt of zeurt jouw partner juist om meer? Join the club. Je bent normaal, en je relatie is dat ook. “Vrijwel alle stellen krijgen vroeg of laat problemen met seksuele begeerte,” verklaart Schnarch. “Na meer dan dertig jaar in dit vak ben ik ervan overtuigd dat er een ‘groeiprocesbevorderaar’ in elke relatie is ingebouwd en wel deze: lustproblemen.
Veel mensen vinden het een raar idee dat seksuele problemen met persoonlijke groei te maken zouden hebben. Maar schaamt u zich vooral niet: als u persoonlijk groeit, volgen er seksuele problemen. Dat is volkomen normaal.” Je hoeft zich dus niet te schamen, maar u moet wél aan het werk. Allebei moet je de diepte in, de confrontatie met jezelf aangaan om jouw seksleven weer te laten sprankelen.
Relatie = ecosysteem
Daarover zijn alle seksuologen het eens. Veel mensen denken dat seks vanzelf moet gaan, zeker in een goede, langdurige relatie. Helaas. Tientallen jaren met dezelfde partner een seksuele relatie hebben die draait om liefde en verbinding en die is gebaseerd op seksuele begeerte en bevrediging, dat gaat zomaar niet. Daarvoor moet je volwassen worden, emotioneel op eigen benen staan. Zeggen de experts.
“Want hoe langer je samen bent, hoe meer onopgeloste persoonlijke problemen aan de oppervlakte komen en tussen de partners in gaan staan,” stelt Schnarch. “Sommige mensen willen veel seks maar kunnen niet veel intimiteit verdragen. Of ze hebben een hoop kritiek op hun lusteloze partner maar als die meer initiatief gaat nemen, schrikken ze ervoor terug.” Elke stabiele relatie is een ecosysteem dat erop gericht is een volwassene van je te maken, schrijft hij in zijn boek Intimacy & desire.
Weg met die kliekjes
Hoe werkt dat dan? De eerste aanleiding is onvrede. Een van beiden begint zich bijvoorbeeld te ergeren: de seks is zo sáái. ‘Kliekjesseks’ is de weinig appetijtelijke term voor het sleetse vrijpatroon dat zichzelf vormt in veel relaties. Om problemen te voorkomen doen we liever niets wat de een niet prettig vindt of voor de ander taboe is. Wat overblijft en voor beiden veilig is, wordt een vast patroon. “Je kunt lang in die comfortzone blijven hangen,” zegt Vera Steenhart, “maar voor je liefdesleven is het de dood in de pot.”
Steenhart is een Nederlandse seksuoloog die ook met de visie van Schnarch werkt. Zelf publiceerde ze onlangs Lust of last. Verhalen uit de praktijk van een seksuoloog. “Het gaat over veel meer dan seks,” zegt ze, “ook over levenslust. Zijn er meer gebieden waarop je terughoudend bent geworden, je speelse kant onderdrukt? Hoe verhoudt je seksleven zich tot je leven als geheel?”
Seks zit in je hoofd
Als je uit je comfortzone stapt, kom je jezelf tegen. In langdurende relaties komen vroeg of laat issues naar boven, zoals oude pijn of onzekerheid. In het verliefde stadium ‘vrij je daar overheen’: de hartstocht is heftig genoeg. Maar naarmate een relatie langer duurt en intiemer wordt, gaan andere hormonen een rol spelen. En dan blijkt dat je belangrijkste seksuele orgaan niet daar beneden zit, maar in je hoofd. “Je brein bepaalt uiteindelijk of het licht op groen gaat of niet,” zegt Steenhart. “Je kunt hartstikke veel zin hebben in seks, maar als er iets verkeerds gebeurt of je partner zegt iets fouts, komt er geen seks.” In haar boek schrijft ze: Hoe meer onopgeloste zaken uit heden en verleden tijdens het vrijen een rol spelen, hoe groter de moeite om te genieten van seks en je hele seksuele potentieel te ontvouwen.
Zo vertelt ze over Hans en Trees, ruim dertig jaar getrouwd en ontevreden over hun seksleven. Hans dramt en zet Trees onder druk. Trees heeft tot nog toe meestal toegegeven om van het gezeur af te zijn, maar heeft daar nu genoeg van. In het gesprek blijkt dat Trees als kind misbruikt is en ze raakt in paniek als Hans op seks aandringt. De seksuoloog vindt dat de ruziesfeer eerst moet stoppen en raadt aan een tijdje geen seks te hebben. Daarna kunnen ze heel voorzichtig experimenteren en elkaar ‘opdrachtjes’ geven. Hans mag iets aan zijn uiterlijk doen, vaker douchen en minder lang met een biertje in de hand achter zijn computer hangen. Trees mag meer initiatief tonen en aangeven wat ze fijn vindt. Een proces van vallen en opstaan, maar een aantal maanden later is de stress rond het onderwerp verdwenen en gaat het stukken beter.
Conflicten? Hoera!
Interessant: degene die doorgaans het minst zin heeft in seks, is de baas is in bed. Vreemd? Nee, zo werkt het nu eenmaal. Er is er altijd een die meer wil. Schnarch noemt dat de high desire partner (HDP). De ander is de low desire partner (LDP). In ongeveer de helft van de gevallen wil de vrouw meer, in de andere gevallen de man.
Wat blijkt? De HDP kan drammen en eisen, boos worden, mokken, in stilte lijden of aan de bel trekken, in de praktijk gebeurt wat de LDP wil. Degene met de minste lust bepaalt dus hoe vaak er gevreeën wordt, en de manier waarop. Vrij logisch, als je erover nadenkt. Dus er blijft niet veel anders over dan uzelf erbij neer te leggen. Een verschil in seksuele behoefte kan persoonlijke groei namelijk ook bevorderen. “Het markeert heel duidelijk dat je twee verschillende personen bent,” zegt Riet Pieters, seksuoloog. “Met ieder een eigen verlangen. Hoe sterker je zelf in je schoenen staat, hoe meer je kunt
hebben van de ander.”
Durf elkaar uit te dagen, raadt ze aan. Zo had ze eens een stel in therapie van wie de vrouw haar eigen lichaam niet mooi vond en alleen met het licht uit en onder de dekens wilde vrijen. Haar man was daar in meegegaan, maar gaandeweg kreeg hij erectieproblemen. Zijn vrouw stuurde hem als ‘patiënt’ naar de dokter maar die kon niets afwijkends vinden. “Deze vrouw redeneerde vooral vanuit zichzelf. Ze vond het vanzelfsprekend dat haar partner haar begreep en accepteerde zoals ze was. Tot ze ontdekte dat ze ook zélf iets zou kunnen ondernemen: sporten, afvallen, iets leuks aantrekken en haar eigen seksuele onzekerheid aanpakken. Elkaar op een milde manier een spiegel voorhouden én daarin naar jezelf durven kijken, is belangrijk in een relatie.”
Goede minnaars?
Nederlandse vrouwen klagen vaak en veel over hun man, stelt seksuoloog Marianne Emmelkamp. “Er is hier niet zo’n cultuur dat je het leuk wilt maken, zoals in Frankrijk. Franse vrouwen zijn veel eerder geneigd om hun man te plezieren.” Maar zijn de Nederlandse mannen dan wel goede minnaars?
Niet per se, zegt Emmelkamp, “maar maak er dan een punt van! Doe er iets aan, vraag wat je wilt. Confronteer je partner.” Ook Steenhart adviseert om open te zijn over seksuele wensen en verlangens, en niet al te bang dat je partner daarvan schrikt, walgt of erdoor bij je wegloopt. “Onderschat je partner niet – hij of zij weet allang veel meer over je dan je denkt: door je lichaamstaal, je daden. Veel van wat je misschien eng vindt om te onthullen, is bij je partner allang bekend.”
Maar begin wel bij jezelf. “Vraag je af: wat zou ík kunnen toevoegen? Hoe was ík in het begin van onze relatie, raakte ík mijn partner toen vaker aan, deed ík spannende dingen?” De schuld bij de ander leggen is onzinnig, vindt ook Pieters, want daarmee stap je uit de relatie. “Net zoals denken dat jij het niet kunt oplossen, dat het van de ander moet komen. Elk seksprobleem is relationeel van aard. Je creëert het amen en houdt het samen in stand. Dus elk verwijt aan je partner knalt terug op je eigen bord. Blijf niet steken in verwijten, maar kom zelf met iets nieuws en positiefs.” Sterker in je schoenen staan betekent dus niet wachten tot de ander de seks spannender maakt, maar zélf iets ondernemen.
Seks is geen examen
Vaak staan ‘romantische’ verwachtingen ons in de weg. Wie fantaseert er niet over die ideale geliefde die alles voor ons is, alles voor ons doet, aan wie we ons blind kunnen overgeven en die ervoor zorgt dat we schreeuwend de eindstreep halen? Zo’n dominante minnaar als Anastasia heeft in Vijftig tinten grijs, zo’n supergeile vamp als in de pornofilms?
“De kramp zit er al ingebakken,” zegt Steenhart. “En de teleurstelling wanneer het niet wordt wat je ervan verwacht ook.” In het eerste hoofdstuk van Lust of last beschrijft ze Irene en Jan, twee succesvolle dertigers die ontevreden zijn over hun seksleven. Allebei hebben ze torenhoge verwachtingen, want waarom niet als je van elkaar houdt: the sky is the limit. Toch? Maar Jan heeft tegenwoordig het gevoel dat hij op eieren moet lopen omdat Irene zomaar ineens ergens op af kan knappen. En Irene kan er niets aan doen, maar voelt zich gewoon geremd.
Ontspannen experimenteren
“Hun verwachtingen moeten realistischer worden,” concludeert de seksuoloog. “Anders blijft seks iets intimiderends, een examen waarvoor je alleen maar kunt zakken. Die prestatie-eisen moeten eraf.” Dat werkt: als de twee ontspannen bezig gaan met een beetje experimenteren, proberen en niet per se door moeten gaan tot het hoogtepunt en ook eens eerder ophouden, wordt hun seksleven een stuk spannender en verrassender.
Ouder worden is geen enkele reden om minder of minder goede seks te hebben. “De sleutel ligt in de verschuiving van hormoon gedreven, zintuiglijk gerichte seks, naar de ontwikkeling van een ander soort seksuele lust,” reageert Schnarch. “Als je werkelijk volwassen wordt, een rijp mens, leer je je partner koesteren en beminnen om wat hij of zij is, vanbinnen. Dat leidt tot een vorm van seksuele begeerte waar jonge mensen geen benul van hebben.”
Tekst: Lisette Thooft