Daar zijn ze weer, de ruitjesbroek, witte blouse, sleehak of puntkraag. Terug van nooit echt weggeweest. Journalist Liddie Austin (1959) beziet de retro-trend van dit moment. Deze keer: jurkjes
Uniform
Als ik weleens op mijn beurt moet wachten bij de bank – gebeurt niet vaak meer, ik geef het toe (ook ik thuisbankier erop los, maar toch), als ik in een ziekenhuis rondkijk of als ik politievrouwen hun werk zie doen, wil ik nog weleens wegmijmeren bij de vraag: is het toeval dat ik een beroep heb waarbij je geen uniform hoeft te dragen? Ik vrees dat ik het buitenproportioneel vervelend zou vinden om mijn werkdagen door te brengen in een donkerblauw jasje en strakke rok, en op pumps (of op Croqs: de horror). Hebben mensen met een vak waarbij je een uniform of iets uniformachtigs moet dragen een andere inborst dan mensen die maar wat aan trekken? Niet een mindere inborst, begrijp me goed, maar vinden ze gewoon andere dingen belangrijk (en gelukkig maar, want dat zijn ze natuurlijk ook)? Ik zou me er iets bij kunnen voorstellen.
Niet over nadenken
Het voordeel van een kledingcode is natuurlijk wel dat je nooit hoeft na te denken over wat je ’s ochtends aantrekt. Uit een Brits onderzoek van een paar jaar geleden bleek dat vijftig procent van de vrouwen dat nogal lastig vindt. Misschien dat Barack Obama daarom besloot om tijdens zijn presidentschap alleen donkerblauwe en grijze pakken te dragen. “Ik wil niet hoeven nadenken over wat ik draag,” zei hij. “Ik moet al zoveel andere beslissingen nemen.” Er valt iets voor te zeggen.
Zelf heb ik werk waarbij ik zelf kan bepalen wat ik aantrek. Als ik op pad moet voor een interview, zorg ik dat er een beetje neutraal uitzie en dat is het. Ik heb het dus makkelijk – of moeilijk, al naar gelang het perspectief. Maar stel: ik werkte in een corporate wereld. Wat dan? Moet je daar nog altijd je vrouwelijkheid zoveel mogelijk wegpoetsen en je kast volhangen met broekpakken in alle kleuren (zie: Angela Merkel, Hillary Clinton)? Gelukkig lijkt dat voor vrouwelijke non-regeringsleiders niet meer het geval te zijn. Nu de verhoudingen op de werkvloer minder hiërarchisch zijn dan vroeger én zich daar tegenwoordig méér seksegenoten bevinden, hoef je er als vrouw niet meer ‘als een man’ uit te zien om serieus te worden genomen. Daar springt de markt op in.
Voel je mooi
Toen het zakenmerk Suitsupply vorig jaar met Suistudio kwam, een lijn voor vrouwen, boden ze pakken aan maar ook jurken, rokken en zelfs shorts. LaDress, bekend van ultravrouwelijke jurken, heeft tegenwoordig ook pakken. Maar CEO Simone van Trojen vindt dat ook haar jurken prima in een zakelijke sfeer kunnen worden gedragen. “Ik kijk eigenlijk op dezelfde manier naar een jurkje als naar een pak. Wat ik vooral belangrijk vind, is dat vrouwen zich kleden in items waar zij zich mooi in voelen. Dat kan zowel een jurkje als een pak zijn. Het is een look waarbij je verder niet zoveel hoeft na te denken. Je voegt een mooie tas en schoenen toe en je bent klaar!”
Voor ons soort vrouwen geldt natuurlijk wel weer dat je zowel bij een zakelijk pak als bij een jurk op de stof let waarvan het kledingstuk is gemaakt. En dan kiest voor wat steviger, goed ademend materiaal dat hobbels en bobbels wegwerkt en waarin je niet snel transpireert. Bedenkt dat een jasje ook zijn voordelen heeft qua het afleiden van de aandacht van minder fraai bevonden lichaamsdelen. En dat je er absoluut voor zorgt dat alles goed past, want er is weinig zo onaantrekkelijk als iemand die voortdurend aan haar kleding staat te plukken. Stel, je vindt zulke kleren – en dat kan tegenwoordig heel goed, daar zou zelfs iemand als ík haar uniform van kunnen maken.
Elke vier weken lezen over modeadvies en ook gelijk shoppingtips? Dat kan! Neem een abonnement op Zin en we ploffen elk nummer bij je op de mat. Vol met leuke tips!