Het roer om en voor jezelf beginnen: steeds meer vrouwelijke ondernemers bewijzen dat het kan. Ook – of misschien wel júist – op latere leeftijd. In 4 stappen kun ook jij van start. Hier lees je alles over de eerste twee stappen.
STAP 3: Blijf dicht bij je talenten
Professional organizer Wouda Kuipers gaat ook graag naar de netwerkbijeenkomsten van Bites and Business. Ze probeert beginnende ondernemers mee te geven dat ze dicht bij hun talenten moeten blijven tijdens het opzetten van een onderneming. Als je doet waar je goed in bent, komen de resultaten vanzelf. En, zegt ze, het kan juist een voordeel zijn juist op wat latere leeftijd te beginnen. “Je hebt dan zó veel levenservaring in te zetten. Dat geldt ook voor iemand die altijd het huishouden heeft gedaan. Vergis je niet: daar heb je organisatorische kwaliteiten voor nodig!”
“Het is een beetje generaliserend,” zegt loopbaancoach Stadelmaier, “maar als vrouw heb je over het algemeen sowieso een aantal kwaliteiten die je enorm kunnen helpen bij het ondernemen.” Een paar voorbeelden. Vrouwen kunnen zich goed verplaatsen in een ander en weten daarom goed wat de klant wil. Ze zijn vaak creatief. En, ook niet onbelangrijk voor een onderneming: vrouwen kunnen zorgvuldig en gedisciplineerd werken.
STAP 4: Bluf & onderhandel
Tegenover die voordelen staat volgens Stadelmaier één groot nadeel. In haar boek F*ck die onzekerheid gaat ze in op het probleem dat veel vrouwen parten speelt: de angst om op een gegeven moment door de mand te vallen. In de psychologie noemen ze dat het impostor syndrome, of het oplichterssyndroom. Mensen die hier last van hebben, leveren prima werk af maar hebben tóch het gevoel incompetent te zijn. Ze weten altijd een reden te verzinnen waarom hun prestaties eigenlijk te danken zijn aan anderen. Mannen hebben hier overigens ook last van, vooral in de creatievere beroepen.
“Dat impostor syndrome speelt bijvoorbeeld op wanneer vrouwen moeten onderhandelen,” zegt Stadelmaier. “Ze maken zichzelf 20 procent kleiner dan ze zijn. Terwijl ze best een beetje mogen bluffen, iets waar mannen beter in zijn. Daarom zeg ik mijn cursisten altijd: als je gaat onderhandelen, schep er 40 procent bovenop. Die tweede 20 procent haalt je mannelijke onderhandelingspartner eraf. Dan heb je uiteindelijk niemand voor de gek gehouden.”
Wouda Kuipers denkt ook dat vrouwen soms iets ‘mannelijker’ mogen denken voor hun bedrijf. “Een beetje fake it until you make it, zonder uit de bocht te vliegen. Als je bijvoorbeeld met je eerste opdracht bezig bent, hoef je dat echt niet tegen je klant te zeggen. Geloof erin dat je het voor elkaar krijgt, dan gaat het ook lukken.”
Zij deed het:
Ilonka van Leeuwen (1967) waagde dit jaar de sprong in het diepe. Ze zegde haar werk op als adviseur bij een groot accountantsbureau en begon voor zichzelf als financieel adviseur.
“In de accountancywereld wordt elke zes minuten geregistreerd. En daarbinnen werd mijn productiviteit gemeten. Ik dacht dat ik het aankon. Ondertussen drong de stress steeds dieper mijn lijf in – tot het niet verder ging. Ik kwam thuis te zitten met burn-outklachten. Dit moet anders, wist ik. Maar inhoudelijk wilde ik graag hetzelfde werk blijven doen. Een passie voor getallen heb ik altijd al gehad. Voor mezelf beginnen wilde ik bovendien al heel lang; mijn vader was ook ondernemer. Maar ik durfde niet. Voelde me te veilig met een vast salaris.
Ik maakte plannen om ontslag te nemen. Om me heen zeiden ze: ‘Oei, je geeft wel een hoop op. Zou je dat nou wel doen?’ Anderen vonden het stoer en dapper. Zelf wist ik: dit móet ik doen. De eerste klant klopte letterlijk op de deur. Iemand die ik eerder over mijn plannen had verteld. ‘Jou moet ik hebben,’ zei hij. Nu neem ik een deel van zijn administratie uit handen. Op het moment van opzeggen kreeg ik een vraag van mijn vroegere werkgever. Omdat ik een radertje in het geheel was, zouden ze me graag terug hebben. Maar dan als zzp’er. Mijn eigen tijd indelen, werken waar en wanneer ik maar wil: het leven van een ondernemer bevalt me prima. Ik heb mijn hart gevolgd en ben nu zelf de baas. Heerlijk!”
Tekst: Victor de Kok