Schrijver en actrice Annemarie Oster (1942) draagt de zorg voor haar man, die lijdt aan vasculair parkinsonisme. In Zin schrijft ze over de lasten maar ook over de lusten, als die zich voordoen.
Stiekem
Straks komt mijn man thuis. Na weken ziekenhuis en maanden revalidatieoord. Dankzij fysio- en ergotherapie is hij weer enigszins in wankel evenwicht en sinds een week loopt hij als een triomfantelijke kievit zijn rollator achterna. Aanvankelijk, toen hij nog niet zonder begeleiding naar beneden mocht, deed hij dat stiekem. Nog zie ik hem staan voor de lift waar ik net uitkwam: een stoute jongen die zich niet laat ringeloren. “Wat doe je daar?” “Ik ga naar beneden.” Want hij volhardde, zij het zonder ophef, in de rol van man van de wereld die overal een uitzonderingspositie bekleedt. Zelden riep hij de hulp in van een verpleegkundige en probeerde er een de baas over hem te spelen, dan reageerde hij niet, maar meldde achteraf droogjes dat ze ‘wel wat opdringerig’ was. Ook rookte hij, onder mijn conspiratieve leiding, sigaartjes voor het open raam, dronk koffie uit ons eigen espressoapparaat, een koekje van eigen deeg erbij.
In het restaurant zat hij nooit alleen aan tafel. Waar andere oudjes, al dan niet in rolstoel, het moesten doen met het gezelschap van medebewoners,brecipieerde hij, omringd door de zijnen, aan eenbeigen tafel. Vooral de glazige soep liet hij zichbgoed smaken maar ook de kleffe patates frites met mayo-uit-een-pakje, de overcompacte gehaktbal en doorgekookte groente werden gehoorzaam opgepeuzeld. En dan te bedenken hoe dol hij altijd was op oesters, lamskoteletjes en spaghetti aglio e olio. Reken maar dat hij die culinaire hoogstandjes straks thuis krijgt voorgeschoteld.
Verwennen
Reken maar dat ik hem ga verwennen. Zo’n mantelzorger als ik kom je niet iedere dag tegen! Wel zal hij zich moeten zien te redden in een grachtenhuis dat niet echt geschikt is voor iemand met vasculair parkinsonisme. Daarom hebben we het zo patiëntvriendelijk mogelijk gemaakt. Via de traplift, een hoogglanzende, hagelwitte boa constrictor die langs ons trappenhuis kronkelt, zal hij, achter een lichtgewicht rollator op iedere etage, zo kunnen doorstoten naar de Frissebips. Deze geestige naam heb ik niet bedacht, maar de uitbater van de gelijknamige firma. Zijn vader, loodgieter-doorde- eeuwen-heen, heeft, afgezien van een inloopdouche, een eveneens hoogglanzende, verwarmde bril op onze wc geplaatst. De pot is verhoogd tot bejaardenstand zodat, mocht mijn man de rollator te onberaden loslaten en de aan de wand bevestigde greep missen, hij niet met een plof scheef op de wc terecht komt.
De beuk erin
Mantelzorger in spe profiteert terdege mee van deze hygiënische innovatie. Want niet alleen wordt het achtergat in het menselijk lichaam verwend met een trefzekere straal, ook de voorkant mag zich verheugen in doelgericht gesproei. “De achterste knop is voor de bips, de voorste voor de poes,” meldde de loodgieter zonder blikken of blozen. Ook ik bloosde niet, dat doe ik al jaren niet meer. Huilen overigens ook niet. Straks komt mijn man thuis. De beuk erin!
De columns van Annemarie Oster lees je in Zin. Nu in de winkel of online te bestellen.