Diederik van Vleuten werd opeens hoopvol
Een nieuwe column!
Diederik van Vleuten (1961) is tekstschrijver, musicus en vooral theatermaker – met een talent voor historische vertellingen. Hij schrijft elke maand een column voor Zin.
Als een mens zoiets moois kan maken, wat kan hij dan nog meer? Ik weet niet meer in welk boek ik die zin ooit tegenkwam maar hij kwam in mij op toen ik deze week Florence binnenreed en de Duomo, de Dom, zag met de rode koepel van Brunelleschi. Ik moest er zijn voor werk. Leuk werk.
Vroegtijdige exit
Mijn herinneringen aan Florence waren vaag. Ik was er een kwart eeuw geleden eens geweest om er om te komen in de mensenmassa en er halsoverkop weer te vertrekken. Anderhalf uur in de rij gestaan voor het Uffizi museum om Leonardo da Vinci te zien maar vroegtijdig uit de rij gestapt. Volgende keer beter. Het was er alleen maar drukker geworden. Daar kwam ik snel achter toen ik een wandeling waagde van mijn hotel naar de Duomo. Je kon inderdaad over de hoofden lopen en de rij voor het Uffizi leek nog vijf keer zo lang te zijn geworden. Opnieuw volgende keer beter. Maar wat was de Duomo weer indrukwekkend. Ik liep er drie keer omheen, samen met een paar duizend anderen, als hadji’s rond de Kaäba in Mekka.
Wakker worden
Florence wilde een bouwwerk groot genoeg om de hele bevolking van Toscane met zijn schaduw te bedekken. Een bouwwerk waarover de wereld zou spreken. Dat is gelukt. Ook meer dan vijf eeuwen later sta je met open mond te kijken naar zoveel schoonheid en vernuft. Ik werd opeens hoopvol. We leven in vreemde tijden, harde tijden. Tijden van ieder voor zich. Tijden van egoïsme, van oorlog, armoede en perverse rijkdom, tijden van noem maar op en vul maar in, maar vrolijk word je er niet van. Of toch wel? Wat heeft Brunelleschi anders gedaan dan tegenover het lijden en verdriet kunst en schoonheid stellen? Als machtige remedie tegen wanhoop, cynisme en al die andere gevoelens die ons niet veel verder brengen. Het is een plens water in je gezicht, dat enorme meesterwerk. Een wake-up call juist zoveel eeuwen later.
Hoopvol
Alsof iemand heel hard roept: maar dit is er ook nog. Ik werd er blij van. Ontroerd en blij. Ik schreef het al eens: hoe moeten wij onszelf als mensen meten? Naar onze dieptepunten of hoogtepunten? Tot beide zijn we in staat geweest. Ik kies toch maar voor de hoogtepunten. Vanaf het dak van mijn hotel keek ik ’s avonds uit over de koepel van Brunelleschi die ons al eeuwen vertelt dat wij dat ook zijn, dat we het ergens in ons hebben om zoiets neer te zetten. Als een mens zoiets moois kan maken, wat kan hij dan nog meer? Vier miljoen bakstenen en nog veel meer hoop. Dat zag ik en zo zal ik Florence in mij meedragen.