Het échte verhaal over staar
Heb ik het of niet?
Hoe ontzettend belangrijk zicht is, valt pas écht op als er problemen mee zijn. Veel vijftigplussers hebben last van staar, oftewel cataract. Soms zonder dat ze het zelf weten.
Troebel
Heb je gezonde ogen, dan is de ooglens helder en doorzichtig. Heb je last van staar/cataract, dan wordt deze troebel. Het resultaat: je ziet onscherp. De meeste patiënten hebben ouderdomsstaar, dat veroorzaakt wordt door samenklonterende eiwitten in het oog. Maar er zijn ook varianten die hun bron vinden bij erfelijke afwijkingen, stofwisselingsziekten (zoals diabetes), medicijngebruik (bijvoorbeeld prednison) en oogverwondingen.
Verschil
Om het nog net even wat ingewikkelder te maken: er zijn verschillende varianten, gebaseerd op de plek waar de staar optreedt. Een ooglens bestaat uit schors en een kern en is omhuld door een kapsel. Het kapsel is het zakje waarin de lens zit, de schors is de buitenste schil van de lens en de kern is het binnenste van de lens. Zit de vertroebeling van een oog alleen in het kapsel, dan is het capsulair cataract. Net onder het kapsel heet het subcapsulair cataract, bij het schors is het corticaal en bij de kern nucleair.
Heb ik het of niet?
De vraag of je nou last hebt van staar of dat je slechtziendheid een andere oorzaak heeft, is niet altijd even gemakkelijk te beantwoorden. Dat hangt er onder andere vanaf hoe troebel een lens is en hoeveel last het oplevert. Oogartsen adviseren om de boel zeker te laten onderzoeken zodra het problemen oplevert in het dagelijkse leven.
Controle
Richard Zegers is oogarts, werkzaam bij het Diakonessenhuis in Utrecht: “Voor een oogarts is het meestal goed te zien of iemand staar heeft. Voor een patiënt is dat lastiger, vanwege de overeenkomsten met andere oorzaken van slechtziendheid. Sommige patiënten lopen bijvoorbeeld met een tien jaar oude bril rond en hebben nergens meer last van als we daar de sterkte van aanpassen. Het is handig om op controle te gaan als bijvoorbeeld lezen lastiger wordt of borden op de snelweg slechter of later zichtbaar zijn dan voor de bijrijder. Of wanneer er een opvallende verandering plaatsvindt in de manier waarop men licht ervaart. Denk aan meer last van zonnestralen of koplampen die je ’s nachts opeens verblinden ten gevolge van strooilicht of lichtkringen rondom de lichtbron, zogenaamde halo’s.”
Andere mogelijke symptomen zijn een waziger beeld, bijna alsof er door matglas gekeken wordt, minder contrast signaleren, dubbel zien en een sterk veranderende brilsterkte. Mocht een oogarts concluderen dat er inderdaad geval is van staar, wordt er uiteindelijk vaak geopereerd. Staar wordt namelijk nooit uit zichzelf minder, maar zorgt er wel voor dat het gezichtsvermogen langzaam maar zeker achteruitgaat. Het verschilt per persoon hoe progressief dit ouderdomsverschijnsel is, maar wat wel vaststaat: hoe ouder je bent, hoe meer kans erop. Vanaf 80 jaar heeft maar liefst ruim negentig procent ruim last van staar.
Plan van aanpak
Is de diagnose van staar gesteld, dan zal een ziekenhuis eerst een oogonderzoek doen en een meting om de sterkte van de kunstlens te bepalen. Draag je harde contactlenzen, dan wordt deze meting vaak meerdere keren gedaan, omdat die het hoornvlies kunnen vervormen en dat beïnvloedt de meting. De implantaten die worden gebruikt, verschillen onderling van functie. Meestal gebruikt men een monofocale lens, met één sterkte: als je een leesbril draagt, heb je die daarna dus nog steeds nodig. Maar er zijn ook multifocale lenzen, die lees- en verte-afstand beide corrigeren, en zelfs een trifocale, bijvoorbeeld voor muzikanten die op armafstand hun bladmuziek ook haarscherp moeten kunnen zien. Bovendien heb je torische lenzen, voor mensen die naast hun plus- of minafwijking ook een cilinder hebben die gecorrigeerd moet worden. Hoe meer je kunt corrigeren met een operatie hoe beter, zou je zeggen, maar de reden dat er toch meestal voor een monofocale lens wordt gekozen is volgens Zegers simpel: “Geld. Deze lenzen worden bij de diagnose staar vergoed door de verzekering. Wil je multifocale lenzen, dan moet je bijbetalen. Een behoorlijk prijzig grapje. Maar er zijn ook mensen die gehecht zijn aan hun bril en die helemaal niet kwijt willen.”
De operatie
Het idee dat iemand in je oog zit te porren terwijl je gewoon bij kennis bent, is natuurlijk niet zo prettig, maar het is een vrij recht-toe-recht-aan procedure die vaak wordt gedaan. In Nederland zo’n 175.000 keer per jaar, waarvan er bij slechts twee procent complicaties optreden, die bovendien vaak weer te verhelpen zijn. Soms hebben mensen een soort horrorfilm-idee van de operatie, dat het oog erbij uit de kas wordt gehaald bijvoorbeeld. Dat is (gelukkig) echt niet het geval.
Risico’s
Oogarts Zegers: “Het blijft natuurlijk een operatie, daar kleven altijd risico’s aan. Maar dit is wel een van de veiligste operaties die we op elke leeftijd bij vrijwel iedereen kunnen doen, ik heb ook wel eens iemand van 103 aan staar geopereerd. Een héél klein percentage, ongeveer 0,05 procent, krijgt te maken met een ernstige oogontsteking die blijvende schade aan het zicht kan veroorzaken. Maar dat is dus echt erg zeldzaam. Het is wel de reden dat we altijd maar één oog per keer opereren en dit helemaal laten herstellen voordat we het tweede oog aanpakken, mocht je last hebben van staar in beide ogen.”
Tekst: Sara Madou
Foto: Elena Taranenko on Unsplash