Diederik van Vleuten blikt terug op plezier, meligheid en hormonen
Op schoolreis!
Diederik van Vleuten (1961) is tekstschrijver, musicus en vooral theatermaker – met een talent voor historische vertellingen. Hij schrijft elke maand een column voor Zin.
Tijd voor cultuur
De Rome-reis. Een legendarisch begrip in mijn gymnasiumtijd; we schrijven eind jaren 70, begin 80. Al op de allereerste schooldag, toen je als brugpieper wanhopig je volgende leslokaal zocht, kreeg je te horen dat het over vijf jaar zover zou zijn: een week met z’n allen naar de bakermat van de Romeinse cultuur.
Een week lang tempel in, tempel uit, het Colosseum in, Forum Hadriani uit, en wat al niet meer. Toen het zeven jaar later zover was – ik was inmiddels twee keer blijven zitten: ik wilde de lesstof goed laten bezinken – ging de Rome-reis niet door. Waarom weet ik niet meer. Ons reisdoel werd de Provence, waar het ook wemelt van de antiquiteiten en we en passant Vincent van Gogh ook even meepikten.
Nevel
Als er uit de nevel van mijn herinneringen nog eens iets opdoemt van die reis, zijn het steevast de vage contouren van de Romeinse arena in Arles, en de muren van het gesticht in Saint Remy waar Vincent in terechtkwam. Verder hoor ik vooral gelach, gejuich, gekakel en geluiden van gedonderjaag van weet ik hoeveel leerlingen die zich hadden losgerukt van het bezorgde ouderlijk toezicht en zich vergisten in de hoeveelheid drank die ze ongestraft konden innemen. Tot zover de klassieken en de cultuur – we waren voor wat anders uitgerukt, dat was duidelijk.
Tien seconden
Mijn dochter kwam vorige week terug van haar Rome-reis. Dezelfde school, dezelfde verwachtingen. Dezelfde soort foto’s ook, al waren ze in mijn tijd nog analoog. Eindelijk ken ik nu dan de namen van al haar klasgenoten – met name van de jongens – en ze lijken me stuk voor stuk aardig. Ze zullen geen oorlog beginnen. T-shirts, snelle schoenen, een keur aan zonnebrillen, hier en daar nog een laatste beugel en veel armin- armgeloop. Veel filmpjes waren er ook, van niet meer dan tien seconden want de concentratieboog van de huidige generatie is wat kort, heb ik de indruk. Op de achtergrond hooguit een verdwaalde zuil en een paar bogen die bij het Colosseum horen.
Verder niets dan plezier, meligheid en hormonen. Voor de vorm vroeg ik wat mijn dochter allemaal aan cultuur gezien had. Als vader moet je die vraag stellen, terwijl je het antwoord natuurlijk allang weet: veel. Héél veel. Maar thuis niet allemaal uit te leggen. Dat komt pas later, over dertig jaar misschien pas, als de oudste van mijn dochter van háár schoolreis thuiskomt en haar moeder haar met een vertederende glimlach dezelfde vraag zal stellen. Ik hoop dat ik die foto’s dan nog meepik. En de woorden van mijn kleindochter: “Jij was geen haar beter, opa!”