BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
‘Een goede roman moet droevig zijn’

‘Een goede roman moet droevig zijn’

Wij spreken bestsellerauteur Paolo Giordano

Schrijver en gepromoveerd natuurkundige Paolo Giordano (1982) werd wereldberoemd met het verpletterende, inmiddels verfilmde De eenzaamheid van de priemgetallen. Tien jaar later is daar de indrukwekkende roman De hemel verslinden: over vier jeugdvrienden op het platteland van Puglia. Wij spreken hem.

Wat heeft u als Noorderling met Puglia?

“Puglia heeft mijn hart gestolen. Ik kom er al sinds mijn 20ste en blijf er terugkeren. Het voelt als thuis. Een prachtige, ongerepte streek en tegelijkertijd controversieel. Er bestaan allemaal kleine werelden naast elkaar. Je hebt absolute schoonheid maar ook overal afval. De laatste jaren is het een broedplaats voor jonge mensen die er interessante ecologische projecten opstarten. Dat vind je ook terug in mijn roman. Tegelijkertijd leeft men in Puglia heel traditioneel. Haast achtergebleven. Dat contrast fascineert mij. Ik ben en blijf een stadsmens maar verruilde Turijn dit jaar voor Rome. In Rome ben ik een vreemdeling en dat is goed voor een schrijver. Ik ben het mezelf verplicht mijn leven regelmatig op te schudden. In Turijn raakte de brandstof op. Benieuwd wat Rome mij zal geven!”

Welke hoofdpersoon ligt u het meest na aan het hart?

“Ik begon dit boek met Bern in gedachten: een verloren ziel, halfwees. Hij is iemand die overal buiten valt en een grote honger heeft ergens bij te horen. Maar hij is ook krachtig en sterk omdat hij zo puur zichzelf is. Dat heeft een grote aantrekkingskracht op anderen. Mensen projecteren hun verlangens op hem. Hij is voor hen een blanco scherm. Tijdens het schrijven bekroop me soms de gedachte: bestaat Bern wel echt? Of is hij slechts een projectie van anderen?”

Waarom stemmen uw boeken altijd zo verdrietig?

“Dat móet! Een goede roman móet droevig zijn. We bereiken elkaar via verhalen die een gevoelige snaar raken en ons over ons leven laten nadenken. In deze roman zitten ook vrije, gelukkige scènes waarin je je helemaal kunt wentelen.”

Tekst: Margriet de Groot