Daar zijn ze weer, de ruitjesbroek, witte blouse, sleehak of puntkraag. Terug van nooit echt weggeweest. Journalist Liddie Austin (1959) beziet de retro-trend van dit moment.
Terug van weggeweest
De jaren 80 zijn terug in de mode. Dat wordt alom gelinkt aan de #metoo-beweging. Ontwerpers zouden vrouwen als sterk willen neerzetten en presenteerden dus krachtige, niet-sexy kleding. Denk: powerdressing 2.0, gecombineerd met een vleugje modest fashion. De roklengtes worden langer, de kleren vallen ruimer om het lichaam heen, in plaats van hoge hakken dragen we sneakers.
Het gaat niet om behagen, maar om zelf behaagd te worden – door comfort en zelfstandigheid. Als ik mijn foto’s uit de jaren 80 bekijk, word ik niet per se heel vrolijk (die turquoise ribfluwelen bandplooibroek!), maar de versie van nu klinkt me wel aangenaam in de oren. Want op zichzelf zijn de kenmerken van dat nieuwe powerdressen dingen waaraan ik zoals de meeste van mijn 50pluszusters allang gewend ben. Ik draag al een tijdje zonder maillot of panty geen jurken meer boven de knie, ik hou van ruimvallende kleding en mijn hakken liggen wekenlang ongebruikt in een hoek omdat ik me tegenwoordig meestal op gympen voortbeweeg.
Kleurrijk
De film Working girl (1988) wordt vaak als referentiepunt genoemd door liefhebbers van de jaren 80-stijl. De slimme en lieve Melanie Griffith die aanvankelijk aarzelend de carrièreladder bestijgt, maar uiteindelijk op de stoel van haar gemene baas Sigourney Weaver belandt. Denkend aan Working girl zie ik inderdaad big hair en grote, kleurrijke colbertjes met schoudervullingen voor me. Vanuit die herinnering is het maar een kleine stap naar de Dolly Dots, die zich ook graag in dergelijke jasjes hulden. “Oversized, met flinke schoudervullingen,” beaamt Patty Zomer, Dolly Dot van weleer en nu alweer heel lang werkzaam als stylist. “Het was wat veel, maar toen vonden we het de bomb. Die colbertjes waren zo groot dat we ze ook regelmatig als een soort robe manteau droegen, met niks eronder.”
En ja hoor, jasjes zijn nu ook weer geliefd. Ze zijn niet zo groot als die van de Dots destijds, wel even kleurrijk. Patty Zomer: “Qua belijning zijn ze echt anders. Schoudervullingen zijn wel een beetje terug en ik zou ze ook zeker aanraden als je wat afhangende schouders hebt, maar ze zijn niet zo extreem als de schoudervullingen van destijds.” Ook opvallend: het colbertje is in vergelijking met de jaren 80 veel meer casual geworden. “Ze kunnen nu zo lang zijn als een jas, ze kunnen ruim vallen of juist getailleerd zijn.” Typisch 2019, zou ik zeggen: alles kan. Juist voor Ons Soort Vrouwen kan zo’n colbertje een fijne vriendin zijn, vindt Zomer.
Middenzone
“Wij kunnen nu gaan tobben met wat ik maar onze middenzone noem: borsten en buik worden wat slapper. Soms herken je jezelf na de overgang niet meer terug. Voor dat probleemgebied biedt het jasje de ideale camouflage: je kunt een slank silhouet creëren terwijl je je misschien helemaal niet zo slank voelt.” Je kunt het colbertje ook inzetten om autoriteit af te dwingen, zoals mannen dat plegen te doen. Een colbertje geeft structuur aan je outfit en dat is fijn op onzekere dagen.
Maar let op: “Als je wat ouder wordt in je gezicht, kan een jasje met een sterke belijning hard maken en afstand creëren. Kies in dat geval liever voor een colbertje met een zachte belijning, dus met ronde revers en ronde schouders. Dat maakt ook jou wat zachter.” Patty en ik zijn het erover eens: de jaren 80 mogen op stijlgebied geen hoogtepunt zijn geweest, we krijgen nu de kans om een verbeterde versie te dragen. Bofkonten, dat zijn we.