BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Wat gebeurt er als je doodgaat?

Wat gebeurt er als je doodgaat?

Deze 7 fasen gaat het lichaam door als iemand overlijdt.

Wie ooit bij een sterfbed is geweest, heeft zich vast afgevraagd wat er door degene heengaat die komt te overlijden. Omdat niemand het kan navertellen, blijft het is een groot raadsel hoe doodgaan. We weten dus bar weinig over doodgaan, maar dit in ieder geval wel.

1. Minder eten en drinken
In de laatste fase van het leven wordt de eetlust minder. Het lichaam heeft ook minder nodig. Daar komt bij dat de smaakbeleving verandert. Dingen die eerst lekker werden gevonden, smaken nergens meer naar en dat komt de eetlust natuurlijk niet ten goede. Omdat de stervende minder eet, zal hij of zij snel afvallen. Ook de zin in drinken vermindert in de laatste fase. Dat komt vaak doordat het slikken moeilijker gaat, met als gevolg verslikken, wat extra kracht en energie kost.

2. Terugtrekken
Iemand die stervende is, slaapt veel. De wakkere perioden worden steeds schaarser. Hij of zij lijkt zich meer en meer terug te trekken en is steeds moeilijker aanspreekbaar. Voor de naasten lijkt degene niet meer te luisteren, maar dat is slechts schijn. Het gehoor blijft namelijk lang functioneren. De kracht die nodig is om te reageren zal wel afnemen. Uit een handbe- weging, knikje of glimlach is op te maken dat de stervende nog hoort wat er gezegd wordt.

3. Onrust
Een laag bewustzijn kan ervoor zorgen dat iemand gaat hallucineren en op het sterfbed van alles ziet en beleeft. Dat kan voor de omgeving een onrustige en verwarde indruk maken. Ook kan de stervende hoge koorts (‘terminale koorts’) krijgen en veel onwillekeurige, schokkende bewegingen maken met armen en benen. Dit lijkt soms op een doods- strijd en is niet prettig om te zien. De hallucinaties hoeven voor de stervende echter niet eng te zijn. De schokkende bewegingen zijn meestal het gevolg van een opeenhoping van afvalstoffen in het lichaam die het zenuwstelsel ontregelen. Als de onrust te erg wordt, kan een arts rustgevende middelen toedienen.

4. Het hart wordt zwakker
Net als alle andere orga- nen gaat het hart achteruit. Daardoor daalt de bloeddruk en vermindert de bloedcirculatie. Het lichaam is zo geprogrammeerd dat het zolang mogelijk de doorbloeding van het hart en de longen in stand houdt. Dit zorgt ervoor dat het bloed zich steeds meer terugtrekt in de borst- en buikholte. Daardoor kunnen de handen, voeten en benen koud gaan aanvoelen. Er kunnen op het lichaam paarsblauwe vlekken ontstaan en de gelaatskleur wordt ook bleker. De polsslag wordt steeds zwakker. Enkele uren voor het sterven is de pols bij sommige mensen zelfs niet meer te voelen.

5. Ademhalen wordt steeds moeilijker

In de laatste uren wordt de ademhaling onregelmatiger en valt hij soms helemaal stil, om met een diepe zucht weer op gang te komen. De pauze kan wel een halve minuut duren. Dit is vaak wel een teken dat het einde snel nadert. Omdat de kracht om goed door te ademen en te hoesten afneemt, kan slijm zich ophopen in de mond, de keel en de longen. De lucht stroomt langs dat slijm en kan een vervelend, rochelend geluid geven. De stervende zelf heeft daar waar- schijnlijk niet zoveel last van.

6. Flinke hersenactiviteit
Er zijn aanwijzingen dat de elektrische lading in de hersenen vlak voor het overlijden een piek bereikt. De anesthesioloog Lakhmir Chawla van het Washington University Medical Center, die dit fenomeen in 2010 waarnam, denkt dat een verklaring zou kunnen zijn dat de hersencellen hun informatie alle kanten op vuren. Dit als een soort overlevingsreflex door het oplopende zuurstoftekort in het brein. Als dit in gebieden gebeurt waar de herinneringen zijn opgeslagen, zou dat volgens Chawka kunnen verklaren waarom mensen met een bijna-dood- ervaring hun leven aan zich voorbij zagen schieten.

7. De laatste minuten

Naarmate het einde nadert, daalt het bewustzijn steeds verder. Meestal glijdt iemand weg in een diepe slaaptoestand. Uiteindelijk houden alle lichaamsfuncties ermee op: de ademhaling komt tot stilstand, het hart stopt met kloppen, het bloed stroomt niet langer en geleidelijk aan dooft de hersenactiviteit. Na de laatste ademhaling trekt de kleur helemaal weg uit het gezicht, de gestorvene wordt ‘doodsbleek’. Soms maakt iemand nog net een grimas, alsof hij iets proeft met een vieze smaak. Soms opent iemand op het laatste moment zijn ogen. En soms, als de stervende nog bij bewustzijn is, zie je iets wat lijkt op een flauwe glimlach.