BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
‘Ik zie nog altijd die vrolijke sprankeling waar ik destijds op viel in zijn ogen’

‘Ik zie nog altijd die vrolijke sprankeling waar ik destijds op viel in zijn ogen’

Wim & Dit zijn al 61 jaar samen.

Echte liefde die duurt en duurt. Die manifesteert zich niet in grote gebaren, onstuimige passie of vurige liefdesverklaringen. Echte liefde van 55, 60 of misschien wel 70 jaar openbaart zich in steelse blikken, kleine plagerijen en elkaar nog altijd zien als die jongen of dat meisje van toen.

Mag ik een likje?

Wim: “Een vriend stelde Dit op de Dag van de Plattelandsjongeren aan me voor als zijn zus – wat achteraf helemaal niet waar bleek te zijn. Maar ik was meteen verkocht. Dit haalde een ijsje en ik vroeg: ‘Mag ik een likje?’ Ze duwde het ijsje zo tegen mijn mond.”
Dit: “Ik was normaal helemaal niet zo vrijpostig, maar hij had zo’n vrolijke guitigheid en sprankeling in zijn ogen! Het ging vanzelf. Zo’n leuke jongen had ik nog nooit gezien! Toen hij me ’s avonds op de bus zette, dacht ik: nu zie ik hem nooit meer.”

Ik wist niet wat ik zág!

Wim: “Een week later reed ik op de brommer van Bennekom naar Woudenberg, op zoek naar Dit. Ik wist niet waar ze woonde maar via-via hoorde ik dat ze op een feestje van een vriendin was. Daar belde ik aan.”
Dit: “Ik wist niet wat ik zág! Die avond bracht hij me naar huis. Daarna zagen we elkaar elke week.”

Twee jaar later moesten we trouwen

Wim: “Twee jaar later ‘moesten’ we trouwen omdat mijn vader met de boerderij wilde stoppen en ik hem zou overnemen.”
Dit: “We zijn samen volwassen geworden. Dat schept een sterke band!”
Wim: “En, heel belangrijk: we accepteerden elkaar zoals we zijn, zonder elkaar te willen veranderen.”
Dit: “Dat we onze drie dochters kregen was een hoogtepunt. Ze zitten alle drie in het boerenleven. Onze tweede dochter Roeline woont dicht bij ons en heeft behalve een boerderij een B&B. Onze jongste dochter Hetty en haar man hebben onze boerderij overgenomen. Dat was in het jaar 2000.”
Wim: “Drie jaar later brak de vogelgriep uit en was er geen kip meer te vinden in de Gelderse Vallei. Een heel moeilijke tijd.”

Je denkt dat gebeurt niet: een kind dat eerder gaat dan jij

Dit: “Maar het echte dieptepunt in ons leven was de ziekte en het overlijden van onze schoonzoon. Dochter Wilma was 35 jaar en had nog kleine kinderen. Je denkt: dat gebeurt niet, dat een kind eerder gaat dan jij. Dat hoort niet.”
Dit: “Pas vijf jaar geleden, toen Wilma hertrouwde, voelde ik: nu is het weer goed.”
Wim: “En toch… Uiteindelijk heeft het ons dichterbij elkaar gebracht.”
Dit: “We praatten altijd al veel, maar toen helemáál. Dat zijn we blijven doen.”

Wim & Dit

Opa en oma houden nog steeds van elkaar

Wim: “En samen dingen ondernemen! Toen ik 70 werd, hebben we een caravan gekocht waarmee we veel op reis zijn gegaan. En waar Dit mij voorheen op de boerderij hielp, help ik haar nu in huis en in de tuin.”
Dit: “We gaan eropuit, naar een museum bijvoorbeeld. Maar ook apart van elkaar naar onze eigen clubjes. Achter de geraniums zitten is niets voor ons.”
Wim: ‘Mijn werk was mijn hobby maar ik geniet ook enorm van deze tijd. We zijn dankbaar en tellen onze zegeningen.”
Dit: “Als kleinkinderen vragen hoe het gaat, zeggen we: ‘Opa en oma houden nog steeds van elkaar’. Ik zie nog altijd die vrolijke sprankeling waar ik destijds op viel, in Wims ogen.”

Paspoortje

Wie Wim (1935) & Dit (1938)
Verkering Sinds 1957
Getrouwd Op 26 november 1959
Kinderen 3 (dochters)
Kleinkinderen 11, plus 4 ‘cadeaukleinkinderen’
Achterkleinkinderen 5
Toen & nu Jarenlang werkten Wim en Dit samen op hun pluimveebedrijf; nu wonen ze daar ‘in’ en genieten van hun vrije leven
Grootste rijkdom ‘Dat al die kinderen en klein- en achterkleinkinderen inclusief aanhang het zo goed met elkaar kunnen vinden’
Mooiste tijd ‘De middelbareschooltijd van de kinderen, toen het huis hier vaak vol met jongeren zat. Die verhalen, die reuring… Geweldig!’
Zo houden ze het vuur brandend ‘Er voor elkaar zijn, in goede en in slechte tijden’

Meer eeuwige liefde? Klik hier voor aflevering 1: Leunis & Sjaan

Tekst: Margreet Botter. Beeld: Hester Doove