Hanneke Groenteman krijgt een lastige vraag
Ben ik gelukkig? Jezus, wat een vraag
Een nieuwe column van Hanneke Goenteman
Ben je gelukkig?
Mijn humeur is niet eens zo slecht als ik een oud-collega tegenkom. Ik vind het best leuk om hem te zien en begroet hem enthousiast. “Heee, hallo, wat leuk om jou weer eens te zien. Da’s lang geleden…” Zo’n verre kennis dus. Hij omhelst me modern (arm om me heen, zijkant gezichten tegen elkaar aan, ietsje te lang naar mijn smaak). “Hoe is het, hoe gaat het, waar woon je en wat doe jij tegenwoordig?” Waarop hij me op armlengte houdt, me met geknepen ogen aankijkt en vraagt: “En jij? Ben je gelukkig?”
Wat een vraag
Ben ik gelukkig? Jezus, wat een vraag voor een vluchtig lang-niet-gezien-contact. BEN IK GELUKKIG? Mijn prettige stemming vervliegt als sneeuw voor de zon. Waarom vraagt hij niet ook naar werken, wonen, kinderen, kleinkinderen. “Ben ik gelukkig? Ja, nee, best wel, nou… ’kweetniet. Gelukkig, dat vind ik meteen zo’n groot begrip.” Hij ruikt onraad. Of in elk geval sensatie. Maar ik geef niet mee. Ik rond het gesprek, als je deze botsing zo mag noemen, vliegensvlug af.
Spekkoper
Ineens ga ik met enige tegenzin mijn hele staat van zijn op dit moment tegen het licht houden. Ben ik gelukkig? Nou, ik heb geen klagen, zoals dat heet. Ik heb mijn zaakjes prima voor elkaar. Goede gezondheid (eerste vereiste voor geluk), liefdevolle familie, geen rampen daar, werk, inkomen, huis, alles oké. Nou ja, er valt natuurlijk nog best iets te wensen, maar vergeleken met sommige naaste vrienden en vriendinnen die moeten meemaken dat hun gezondheid te wensen overlaat, ben ik spekkoper.
Stroomstootje
Mijn tijd van Grote Liefdes is voorbij, mijn affectie richt zich voornamelijk op mijn poezen (de andere poes – de erfenis van mijn overleden vriendin – is te onzindelijk om onvoorwaardelijk van te houden) en natuurlijk op kinderen en kleinkinderen. Een bad van liefde, zij het zonder de hoofdletter van Die Ene. Dus, nog even terug naar de vraag: ben ik gelukkig? Af en toe, heel even, ja. Een enkel moment, als ik er helemaal niet op reken, voel ik een golfje geluk door me heen stromen. Als een fijn stroomstootje. Ik weet nooit wanneer, ik weet niet precies waarom, maar zo’n moment dat alles precies past en samenvalt en klopt. En net als een bellenblaasbelletje is het net zo snel weg als het gekomen is. Maar het was er wel. Van de psychiater/filosoof Damiaan Denys, met wie ik in een televisieprogramma mocht zitten, leerde ik dat dit is waar we het mee moeten doen. Dat geluk wat je koortsachtig zoekt en nastreeft, niet komt. Maar die stroomstootjes, die bellenblaasbelletjes… die zijn maximaal heerlijk. Ben ik gelukkig? Zeker. Af en toe. Even.
Hanneke Groenteman (1939) is programmamaker, journalist en schrijver. In Zin schrijft ze over waar een vrouw in deze levensfase tegenaan loopt. En wat ze daarvan vindt.