Elk jaar moeten we er weer aan geloven, de wintertijd in het najaar en de zomertijd in het voorjaar. Op 27 maart verzetten we de klok weer dus de hoogste tijd voor wat vragen én natuurlijk de antwoorden.
1. Wat is de echte tijd?
De wintertijd is de ‘echte’ tijd. Onze zomertijd loopt van de laatste zondag van maart tot de laatste zondag van oktober. De zon lijkt later op te komen en later onder te gaan.
2. Gaat de klok vooruit of achteruit?
Het wordt vóórjaar, dus de klok gaat vóóruit. De wijzers van je uurwerk mogen op de nacht van zaterdag op zondag precies om 02:00, een uur vooruit gezet worden. De nacht duurt dus een uur korter.
3. Waarom doen we dit?
De zomertijd werd geïntroduceerd in 1918, gedurende de Eerste Wereldoorlog. Door de zonsopkomst en zonsondergang te verschuiven zou er energie bespaard kunnen worden. Daarnaast zouden we meer optimaal gebruik kunnen maken van het daglicht. Zonder zomertijd zou het bijvoorbeeld in juni rond 3.30 uur ’s nachts licht worden en om 21.30 uur ’s avonds donker, met zomertijd wordt het hartje zomer om 04.30 licht en pas om 22.30 donker.
4. Is iedereen er blij mee?
De zomertijd gooit je natuurlijke biologische klok door de war. Een grote groep mensen voelt zich alsof ze een jetlag hebben. Vooral ochtendmensen hebben last van het nieuwe ritme. Avondmensen vinden de zomertijd over het algemeen juist fijn, ze genieten van de extra lange zomeravonden. De discussie rondom de zomertijd laait elk jaar weer op. Volgens tegenstanders geeft het verzetten van de klok een hoop gedoe en zou de energiebesparing nooit echt bewezen zijn. De Europese Commissie wil het halfjaarlijks verzetten van de klok afschaffen. Ons kabinet wil eerst onderzoeken wat belangrijk is voor Nederland. En overleggen met buurlanden. Lees er hier meer over.
5. Holy cow!
Niet alleen bij mensen wordt het ritme door de zomertijd in de war gegooid, ook koeien moeten het ontgelden. Boeren worstelen daarna om het melkschema van hun koeien weer op orde te krijgen.
6. Hoe kan ik me voorbereiden?
Belangrijk is om je gewone bed-/slaapritueel vast te houden. Probeer wel rond de overgangsperiode alcoholische en cafeïnehoudende dranken te vermijden. Heb je altijd even tijd nodig om te acclimatiseren? Zorg dan voor een rustige zondag en maandag zodat je niet gelijk te veel van je lichaam vraagt.