De buurvrouw. Je kind. Je – eigenwijze – partner. Je vader of moeder. Die lastige collega. We praten de hele dag door, maar hóe voer je nou echt een goed gesprek? Experts leggen uit. Tip van de sluier: die ongemakkelijke stilte kan best weleens effectief zijn.
1. Leg dat ding nou eens weg
Als iets dodelijk is voor een goed gesprek, dan is het multitasken. Dé tip van communicatie-expert Lars Duursma, die gespreks- en presentatietrainingen geeft met zijn bedrijf Debatrix: stop daarmee. “Ik kan me echt verwonderen over stelletjes in een restaurant, romantisch bij kaarslicht, en die zitten dan te appen. Laatst zag ik het zelfs tijdens mijn vakantie op Mauritius, waar mensen notabene op honeymoon waren. Zo blijven gesprekken superoppervlakkig. Dat wil toch niemand?”
Zijn advies: zorg dat je niet wordt afgeleid. Dat geldt dus voor die telefoon, thuis op de bank of aan tafel, maar óók voor die glazen wand op de werkvloer waar je iedereen voorbij ziet lopen terwijl je in gesprek bent met je collega. Of uit het raam turen tijdens een lunch met een vriendin: niet heel sfeerverhogend. “Als iemand écht een goed gesprek wil, dan moet die persoon ook echt bezig zijn met dat gesprek.” Focus, focus, focus.
2. Luister, maar dan ook écht
Van die mensen die ‘ja’ zeggen, knikken, ‘hmm-hmm’ zeggen, en vervolgens geen woord hebben onthouden van wat er zojuist is gezegd. Duursma: “Goed luisteren is een belangrijke voorwaarde voor een goed gesprek.” En dan is er nog een verschil tussen luisteren en iemand ook echt het gevoel geven dat je luistert. We hebben meteen door wanneer iemand niet echt luistert. Luisteren is niet alleen je oren gebruiken, maar iemand het gevoel geven dat hij of zij gehoord wordt. “Je kunt trucjes uitvoeren, zoals knikken, af en toe ‘hmm-hmm’ zeggen, maar dat hebben mensen die je goed kennen – zoals je partner – meteen door.” Duursma’s advies: zorg ervoor dat je echt geïnteresseerd bent. “Nieuwsgierigheid kun je niet veinzen, maar wel opwekken.”
3. Mag ik even wat vragen?
Vraag, vraag, vráág. Noelle Aarts, communicatiewetenschapper en onderzoeker aan de Radboud Universiteit, kan het niet vaak genoeg benadrukken. Vooral in felle discussies – of ruzies – met bijvoorbeeld je partner, je zus, je zoon of dochter. “Als gesprekspartners het niet met elkaar eens zijn, dan gebeurt er iets in ons brein,” legt Aarts uit. “Dat wordt bevestigd in hersenonderzoek: de stoplichten gaan als het ware op rood. We willen dat de ander zijn mond houdt, we gaan informatie vervormen, denken snel: wat een stom mens. Of: hij liegt.” Niet echt een voorwaarde voor een fijn gesprek. Daarom is vragen heel belangrijk. “Ook als je het er niet mee eens bent. We vragen veel te weinig. Vraag net zo lang tot je het begrijpt. Want als jij het begrijpt, voel je zelf minder woede, en als je het begrijpt dan voelt de ander zich gehoord. De meeste gesprekken gaan stuk omdat mensen zich niet gehoord voelen.”
4. Sesam, open u
En als je dan vragen stelt, doe het dan op de goede manier. Namelijk: open. Ja- en nee-vragen zijn behalve soms tenenkrommend, vooral heel inefficiënt als je een goed gesprek wilt hebben, zo vertelt de bekende Amerikaanse journaliste Celeste Headlee in haar veelbekeken TedTalk van vorig jaar maart. Ezelsbruggetje voor tijdens het gesprek: open vragen beginnen altijd met wie, wat, hoe, wanneer en waarom. De vier w’s dus. En een h.
5. Genoeg over mij, laten we het over mij hebben
We kennen ze allemaal: van die types die een gesprek aangaan met het motto: me, myself and I. Mensen die altijd hetzelfde hebben meegemaakt, maar dan nog leuker/heftiger/mooier/erger/beter. Dan vertel je die vriendin enthousiast over je leuke vakantie in Toscane, vorige week, en vóór je het weet, heeft die vriendin het gesprek naar haar eigen vakantie in Toscane drie jaar geleden weten te draaien en hebben jullie het alleen nog maar over de leuke tripjes die zij en haar man toen hebben gemaakt en de goede Italiaanse wijnen die ze toen hebben gedronken. Daarom pleitte Celeste Headlee in haar TedTalk ook om jouw eigen ervaring niet gelijk te stellen aan die van een ander – van je gesprekspartner, in dit geval. Want: “Elke ervaring is persoonlijk.”
6. Onderbreken is verboden
Als we één ding irritant vinden in een gesprek, dan is het onderbroken worden. Dat blijkt uit meerdere studies, waaronder die van de Amerikaanse taalonderzoeker Katherine Hilton, verbonden aan de Universiteit van Stanford. Uit haar onderzoek blijkt dat mensen die heel graag praten, het prima vinden als hun gesprekspartner erdoorheen praat. Minder praatgrage mensen vinden dat juist onbeleefd. Maar de grootste groep – de middengroep – ervaart iemand onderbreken als storend. Vooral als de gesprekspartner in kwestie de stem verheft of op een ander onderwerp overspringt. Overigens doen mannen dit vaker dan vrouwen, zo blijkt ook uit onderzoek. Sterker nog, er is zelfs een term voor bedacht: manterrupting.
7 . Mijn geheim
De Britse journalist Jan Leadbetter schreef eens een essay over het Perfecte Gesprek. Eén van die ingrediënten? Iets persoonlijks over jezelf. Als je iets deelt wat niet veel mensen van je weten, en bespreekt hoe jij je toen voelde, wat je ervan hebt geleerd, hoe je erop terugkijkt, dan is dat zéker een aansporing voor je gesprekspartner om ook een persoonlijke onthulling te doen. En zo ontstaat er een band van vertrouwen. Leadbetter haalt ook onderzoeken van verschillende psychologen aan, die aantonen dat wanneer mensen iets over zichzelf delen, anderen geneigd zijn hetzelfde te doen. Hoeft overigens geen groot geheim (lees: een buitenechtelijke relatie of alle ins en outs van je seksleven) te zijn.
8. Vermijd details
Een verhaal beginnen en dan per se willen benoemen welke dag het was, welk jaar, welke maand – en dan ook nog het liefst wat de weersomstandigheden die dag waren. Herkenbaar? Dat hoeft dus niet. Journaliste Headlee smeekt haar medemens in haar TedTalk: vermijd details in een gesprek. Ze doen er vaker niet dan wel toe. Denk daarbij aan jaartallen, data, kleuren. Praten is soms dus ook zwijgen.
9. En toen was het stil…
Toegegeven: stiltes zijn ongemakkelijk. En als we iets willen voorkomen, dan is het ongemak. Daarom vermijden we ze met liefde – en heel veel moeite. “Maar soms kan het heel mooi zijn,” zegt Duursma, “vooral als iemand iets heftigs heeft verteld, om echt even een pauze te laten vallen.” Een stilte kan er ook voor zorgen dat iemand meer zegt dan hij of zij van tevoren van plan was. Denk aan een kind – dat duidelijk ergens mee zit, maar het niet kwijt wil. Of je partner, met wie je een gesprek hebt over dat ene lastige onderwerp dat áltijd gevoelig ligt in de relatie. “Stiltes maken de discussie of het gesprek diepgaander. En dat is wat je uiteindelijk wilt.”
Tekst: Lisanne van Sadelhoff. Illustraties: Anne Stalinski