Het geheim van de meester
We zoeken kunstenaar Charlotte Caspers In haar atelier op
In het programma Het geheim van de meester verbluft kunstenaar Charlotte Caspers (1979) de kijker met haar schildertalent. Maar haar hart ligt bij haar eigen werk en haar thuis, in de atelierwoning in Bergen. Waar ze met haar man Pim kunst maakt en zorgt voor haar zoon en ernstig zieke dochter. Zin zocht haar thuis op.
Mijn eigen weg
“De reconstructies die ik maak voor Het geheim van de meester zijn leuk en leerzaam, maar het is dienstbaar, want je kopieert het werk van anderen. Ik vind het maken van eigen kunst belangrijker. Zodra ik uit de opnames kom, wil ik als tegenreactie veel naar buiten, en abstracter werken. Dit wordt een soort collage. De onderkant is een stuk 17de-eeuws hout uit het huis van vrienden. Zij wilden het weggooien, maar het is toch prachtig? Moet je kijken wat een mooi schubbig oppervlak. Door het te combineren met andere materialen vertel ik iets over tijd. Links zie je een printplaatje uit een computer. Daarnaast heb ik een middeleeuwse vergulding gemaakt. Pim is meubelmaker en gaat het inleggen en maakt er een lijst omheen. Door die samenwerking kan ik allemaal nieuwe dingen maken.
Op mijn 18de wilde ik zo veel mogelijk leren, om net zo te schilderen als Rembrandt en Rubens. Het grappige is: nu kan ik het allemaal en dat is een bevrijding. De techniek is er, maar ik heb er eigenlijk niet zo’n zin meer in. Haha. Ik ga mijn eigen weg.”
Opgesloten
“Dit boekje met oude ansichtkaarten kreeg ik onlangs van de directrice van de restauratie-opleiding waar ik op zat. Dit zijn de drie iconische torens van Gent, waar ik tot mijn 3de woonde. Ik wilde altijd al kunstenaar worden. Maar ik kon heel goed leren. Dus mijn ouders en leraren vonden het zonde als ik naar de academie zou gaan. Terwijl… waarom? Ik ben gaan kijken op kunstopleidingen. Het ging heel erg over het concept, en de ideeën. Ik wilde leren over techniek en materialen. Ik hield van wetenschap, literatuur en kunst. In de restauratieopleiding kwam dat samen. Maar het was een zware opleiding, de hele dag was je aan het werk en ’s avonds en in het weekeind moest je studeren. Ik had bijna geen tijd meer om nog zelf te schilderen.
Postbode
Voordat je een schilderij uit een bepaalde periode mocht restaureren, moest je er eerst een reconstructie van maken. Die reconstructies waren het leukst, maar dat was één week per semester. Ik voelde me opgesloten en beknot. Vanuit de klas keek je uit over de Maas. Jaar in jaar uit zag ik ’s ochtends de postbodes voorbij fietsen. Oh dacht ik, als je nou toch eens postbode kan zijn. Wat een droombaan! Heerlijk, de hele ochtend fietsen en af en toe een praatje maken en ’s middags schilderen. Ik besloot te stoppen en ben postbode geworden. Ik woonde in een goedkoop huisje vlakbij de stadsmuur van Maastricht. Koud, slecht geïsoleerd, maar romantisch, in een oude tuin vol stokrozen. Ik moest rondkomen van 500 euro per maand en leefde sober. Maar lekker brood vond ik belangrijk. Om de hoek kwam een speciale broodwinkel en daar werkte Pim. Zo kennen we elkaar. Na dat tussenjaar gaf de directrice mij de kans om toch de opleiding af te maken. In plaats van restaureren maakte ik reconstructies en deed onderzoek. Dat is bepalend geweest voor wat ik nu doe.”
Stekelvarken
“Toen ik in Amsterdam woonde, ging ik vaak tekenen in Artis. Snelle schetsen in waterverf. Toen heb ik een stekel uit de kooi van het stekelvarken gehaald. Op een gegeven moment moest ik iets maken met goudstift, een middeleeuws materiaal. Ik had van iemand een dun staafje goud gekregen. Dat heb ik in die stekel gestopt, haha! Ik moet altijd gniffelen als ik daar mee werk. Hier kun je heel je leven mee doen. Er komt bijna niks af. Zie hoe licht? Mooi hè?”
Thuis
“Vier jaar geleden, toen onze dochter geboren werd, wilden we iets groter wonen. In Bergen vonden we een kluswoning met atelier. Een half jaar na de geboorte ontdekten we dat onze dochter ernstige epilepsie heeft. Ze krijgt aanvallen waar ze niet uitkomt. Dan wordt het gevaarlijk en eng en moet ze per ambulance met spoed naar het ziekenhuis. Op school is er altijd een verpleegster bij haar. Pim werkte als jurist in Den Haag en ik zat hier in het ziekenhuis. Hij was altijd op de verkeerde plek. Als hij zat te vergaderen dacht hij: wat doe ik hier? Hij kan wel beter met die ziekte omgaan dan ik. Ik krijg er meer stress van, omdat het onvoorspelbaar is. Ik vond het niet leuk meer om naar het bos te gaan met de kinderen. Want straks gebeurt het midden in het bos en hoe kom je daar dan uit? Hij is wat praktischer en sterker en kan dat oplossen.”
Meer lezen over Charlotte’s werk, haar lief Pim en hoe ze omgaan met de ziekte van hun dochter? Lees het in Zin 7. Nu in de winkel of bestel hem hier.
Hier vind je de schitterende aflevering van Het geheim van de meester over Van Eyck. Ondanks dat het werk een favoriet is van Charlotte Caspers loopt ze tegen de grenzen van haar kunnen.
Tekst: Minou op den Velde | Beeld: Brenda van Leeuwen