‘Echt, als je zelf niet drinkt zie je overal alcohol klotsen’
Een nieuwe column van Hanneke Groenteman.
Alcoholvrij
Ik heb een raar probleem: ik drink niet. Geen alcohol. Ik hou er niet van. Nooit gedaan. Gaat ook niet meer lukken. Er zijn mensen die me daarmee complimenteren: “Goed van je zeg!” Ze denken ook altijd dat ik ‘droog sta’, dat ik een afgekickte alcoholiste ben. Helemaal niet waar. Ik ben er niet trots op en ik sta niet droog, ik verdraag alcohol gewoon niet. En ik vind het niet lekker. Een familiekwaal. Bij ons thuis, vroeger, stond jarenlang een fles goedkope cognac voor oom Ab in de vliegenkast (zie mijn vorige column), voor de verjaardagen, want oom Ab ‘dronk’. Eén glaasje koetsier op een hele avond. De rest snoepte en dronk vruchtenbowl. Zo’n familie.
Ongezellig
Maar wat is eigenlijk je probleem, zegt u. Het is toch juist makkelijk? En gezond? Goedkoop? Mensen huichelen soms zelfs afgunst. “Niet drinken! Ik wou dat ik het had!” Nou, het is misschien makkelijk, maar het is ook lastig.
Allereerst omdat iedereen om je heen drinkt. Echt, als je zelf niet drinkt zie je overal alcohol klotsen. ’s Middags al: “Zit de vijf al in de klok? Nog niet? Nou, dan neem ik toch vast een glaasje, al mag dat eigenlijk niet.” En dan gaat het eerste wijntje erin, voor de gezelligheid. Als de vijf echt in de klok is wordt er natuurlijk gelegitimeerd gedronken, vaak met mate, soms, bij het eten, in mijn ogen veel. Niet altijd, niet door iedereen, maar toch best pittig. En dan word ik als een soort nuchter geweten dat hun eigen schaamte prikkelt gezien. “Doe niet zo ongezellig!”
Omgangspeil
En dan: probleem nummer twee: ik bén ook ongezellig. Iedereen raakt in een bepaalde stemming, en ik been dat dan niet bij. Met etentjes gaat het nog wel, maar feestjes jagen me echt angst aan. Hoe lang ga ik dat redden? In het begin is het nog allemaal te doen, dan is de gemoedstemperatuur van iedereen even hoog, dan is het leuk om elkaar in feestelijke setting te zien en dan kunnen we nog gezellig samen zijn. Maar na verloop van feest stijgt het alcoholgehalte en zakt het omgangspeil. Voor de niet-drinker tenminste. Want daar zakt of stijgt niks, die gaat erbij bungelen. Aan het eind van het feest wordt er weinig zinnigs meer uitgewisseld, en dan ben ik de enige die dat vindt. Als ik me niet allang uit de voeten heb gemaakt. Ik heb echt mijn hele leven lang drankjes gezocht waardoor ik me in cafés en op feesten zou kunnen handhaven, maar ik geef het op. Als de feestvreugde me weer eens aanvliegt, neem ik gewoon een pretpilletje. En iedereen die dan ‘schande!’ roept, raad ik aan een stevige borrel te nemen.
Hanneke Groenteman (1939) is programmamaker, journalist en schrijver. In Zin schrijft ze over waar een vrouw in deze levensfase tegenaan loopt. En wat ze daarvan vindt.
Nooit meer een column van Hanneke missen? Met deze aanbieding lees je Zin wel erg voordelig.