BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
‘Ja, ik had het even gehad, zat er een beetje doorheen’

‘Ja, ik had het even gehad, zat er een beetje doorheen’

Mantelzorger Annemarie is er onlangs een weekje tussenuit geknepen maar verlangde vooral naar huis

Schrijver en actrice Annemarie Oster (1942) draagt de zorg voor haar man, die lijdt aan vasculair parkinsonisme. In Zin schrijft ze over de lasten maar ook over de lusten, als die zich voordoen. Deze keer gaat ze op vakantie maar dat beviel toch niet helemaal.

Vakantie

Mevrouw de mantelzorger is er onlangs een weekje tussenuit geknepen. “Nou, lieve schat, dat komt je toe, dat heb je verdiend na al die weken huisarrest; als er iemand is die aan vakantie toe is, dan ben jij het wel.” Bijna had ik geschreven ‘riepen de vriendinnen in koor’, maar mijn leven is geen meisjesboek en mijn vriendinnen roepen niet, ze praten op normale toonhoogte. Wel zit ik met een paar van hen op een koor, maar dat is een ander verhaal. Ook een enkele vriend (gay) knikte bekommerd: “Kind, kom jij maar eens heerlijk tot jezelf; misschien kom je nog een lekkere kerel tegen.” Hij is iets empathischer dan de meeste hetero’s. Als die bij mijn man op bezoek komen, dan wachten ze geduldig tot ik ze van koffie en bijbehoren heb voorzien. Ben ik weg, dan willen ze nog weleens opstaan om een biertje uit de ijskast te pakken, maar dit terzijde.

Reisangsthaas

Ja, ik had het wel even gehad, zat er een beetje doorheen, moest er nodig eens uit. Maar waarom kostte het me dan de grootste moeite huis, haard en man te verlaten? Toegegeven, met vakantie gaan is niet mijn sterkste punt; wat moet ik meenemen, in welke koffer, die schoenen ook, welke tas? En o ja, nog even de planten water geven, afwasmachine uitruimen, in welk vakje zit dat paspoort? Kortom, ik ben een reisangsthaas van heb-ik-jou-daar, maar dat was ik op mijn 40ste ook al. En als ik nou niet wist waar ik terecht zou komen, maar dat is altijd in mijn eigen voormalige buitenhuis dat nu van mijn zonen is en waar mijn oudste woont met vrouw en twee kinderen. Ook het eiland, het grootste van de Balearen, goed geraden, Mallorca ken ik als mijn broekzak. Over het jaar verspreid ga ik er steevast een paar dagen naartoe, zeker op de verjaardagen van mijn kleinkinderen, maar nu ging ik maar liefst een hele week! O, o, o, wat zou ik daar heerlijk bijkomen.

Goede handen

Vooral omdat ik wist dat mijn man in goede handen zou zijn. En het huis ook. Want de stichting Handen in Huis zorgt dat je als mantelzorger veertien dagen per jaar de bloemetjes buiten kunt zetten. Je zware taak wordt overgenomen door een vrijwilligster en geen centje pijn want de verzekering draait voor dit akkefietje op. Het enige wat niet mag, is zelf ook thuisblijven (wat ik de hoogste vorm van vakantie zou vinden).Meestal is Mallorca zonovergoten, maar dat was het dit keer niet. Na een dag brak noodweer los om pas tot bedaren te komen op de dag dat ik terugreisde naar Nederland, waar de zon de hele week hoog aan de hemel had gestaan.

Naar huis

Lichtpuntjes waren mijn twee kleinkinderen, deze keer zelfs drie. Mijn jongste zoon was er ook met vrouw en kind en als oma was ik zo gelukkig als een oma maar kan zijn. Maar als vrouw en als mens zat, liep en lag ik er als een lamgeslagen oudje bij in voortdurende confrontatie met mijn eigen da sein. Ledigheid is des duivels oorkussen. Ik verlangde naar huis en naar mijn man. Voor iemand zorgen schijnt de adrenaline tot ongekende hoogte te doen stijgen. En inderdaad, nu ik mijn eigen handen weer in huis heb, voel ik me jaren jonger dan als oma.
Gisteren was ik naar fitness. Toen ik na afloop moe maar voldaan de kleedruimte betrad, stond een leeftijdgenote te wurmen met het sleuteltje van haar kluis. “Weet u hoe dat moet?” Nadat ik haar de helpende hand had geboden, zei ze: “Ik had effe last van…”, en met de vingers als komma’s op oorhoogte, “een seniormomentje.” Zij wel!

De columns van Annemarie Oster lees je in Zin. Nu in de winkel of online te bestellen.