‘Van stormvogel roest wordt hij meer’
Niemand bezingt de natuur en het boerenleven zo mooi als Harry ter Balkt
Erik Jan Harmens (1970), schrijver en dichter, legt iedere Zin uit waarom gedichten gelukkig maken – of tot nadenken stemmen. Deze maand een gedicht van Harry ter Balkt.
De hooikeerder
Door revoluties weggemaaid
staat hier de hooikeermachine.
Hij was mooi blauw en rood, bestreed
het gele lekker ruikende hooi.
Nu weggedragen op vleugels
van stormvogel roest wordt hij meer
en meer stof van de schuur. Antieke
vriendelijke machine; huisdier.
Terwijl hij zo machtig roffelde
achter de paardenbil, charge
op charge uitvoerde, in galop
voortrazend over het weiland.
H.H. ter Balkt
Uit: Stilstaand leeft alles hier. Een keuze uit de gedichten, door Alfred Schaffer, De Bezige Bij, 2019
Ode aan de hooikeerder
Niemand bezingt de natuur en het boerenleven zo mooi als Harry ter Balkt, dichter uit Usselo. In een van zijn beroemdste gedichten geeft hij taal aan de aardappelsorteermachine. Maar deze ode aan de hooikeerder mag er ook zijn. Waar paarden werktuigen voorttrokken door het land rijden nu tractoren met schudders om het pas gemaaide gras sneller te laten drogen. Leve de efficiency, maar deze dichter mist het machtige roffelen ‘achter de paardenbil’.
Tand des tijds
Zoals we mensen afdanken die niet mee kunnen komen in de maatschappij, zo roest oud gereedschap weg in schuren: machines die niet opgewassen zijn tegen de tand des tijds. De woordkeuze in dit gedicht lijkt ook te wijzen op een werkelijk overlijden: ‘wegdragen’ klinkt als het tillen van een kist, het stof waaronder het werktuig in de schuur wordt bedekt is als het stof waar mensen uiteindelijk tot wederkeren. Jammer is het verdwijnen van de oude werktuigen wel. Vroeger was nog sprake van een strijd met de elementen en werd hooi niet gedraaid maar ‘bestreden’. Het meter voor meter keren van het hooi wordt verwoord als ‘charge op charge’, alsof we naar tackles op het voetbalveld kijken in plaats van naar boerenarbeid op een akker.
Stormvogel
Harry ter Balkt was zó perfectionistisch ingesteld, dat als hij bij iemand op visite ging en zijn bundel in de boekenkast zag staan, hij met potlood verbeteringen op de pagina’s ging aanbrengen. Dit gedicht over de hooikeerder is ook onder een andere titel uitgebracht, een versie waarin het hooi ‘heerlijk’ ruikt in plaats van ‘lekker’. ‘Machtig’ roffelen wordt in die andere versie ‘onvervaard’ roffelen. Voor deze aimabele maniak waren zijn gedichten pas af als hijzelf was gestorven. Vier jaar geleden gebeurde dat. Maar zijn poëzie leeft voort, kwetsbaar en krachtig als een stormvogel.
Tekst: Erik Jan Harmens
Nooit meer een aflevering van Erik Jan missen? Met deze aanbieding lees je Zin wel erg voordelig.