BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Zo val je wél met je telefoon in slaap

Zo val je wél met je telefoon in slaap

En meer medisch nieuws

Denk je het ergste te hebben gehad

Negen van de tien vrouwen die behandeld zijn voor niet-uitgezaaide borstkanker krijgen door die behandelingen andere gezondheidsproblemen. Dat ontdekten gezondheidsinstituut Nivel en het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) in een gezamenlijk onderzoek. Vrouwen rapporteren allerlei soorten klachten die bovendien jaren kunnen aanhouden. Denk aan chronische vermoeidheid, angst en depressie, problemen met geheugen en concentratie en tintelende handen en voeten. Ook zijn er klachten over een vervroegde overgang, huidproblemen en haaruitval. Chemotherapie is in veel gevallen de grootste boosdoener, aldus de onderzoekers.
Meer informatie: Borstkanker.nl

In plaats van warme melk

De helft van de Nederlanders slaapt naar eigen zeggen regelmatig slecht. Om daar iets tegen te doen, grijpen nachtbrakers steeds vaker naar hun telefoon of tablet. Niet om erop te kijken – dat komt je nachtrust zeker niet ten goede – maar om te luisteren naar speciale sussende ‘slaapverhalen’. Die kunnen je helpen de dag achter je te laten en je brein tot rust te brengen. Populaire (Engelstalige) apps en podcasts met zulke verhalen zijn:
• Calm (app)
• Bedtime stories (podcast)
• Sleep with me (podcast)
• Bedtime stories for grown-ups (luisterboek)
• Nothing much happens (podcast).

Stroomstoot helpt

Behandeling met elektroconvulsietherapie (ECT), vroeger vaak elektroshocktherapie genoemd, werkt heel effectief tegen ernstige depressie. Dat was al langer bekend. Maar waaróm eigenlijk? Daar deden hersenwetenschappers van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en UMC Utrecht onderzoek naar. Zij ontdekten dat ECT de aanmaak van nieuwe zenuwcellen in het brein stimuleert. Op hun beurt zorgen die weer voor een vermindering van depressieve klachten. Nu onderzoekers dat snappen, kunnen ze op zoek gaan naar andere manieren om de aanmaak van nieuwe zenuwcellen te bevorderen. Mogelijk leidt dat in de toekomst tot nieuwe behandelvormen tegen depressie.

Verlichting voor PDS-patiënten

Eén op de tien Nederlanders lijdt aan het prikkelbaredarmsyndroom (PDS): een chronische aandoening die buikpijn en problemen met de ontlasting geeft. Een genezende behandeling is er niet. Het programma Reduce PDS kan voor deze groep een uitkomst zijn. Daarbij begeleiden een maag-darm-leverarts en een gespecialiseerde maag-darm-leververpleegkundige samen een PDS-patiënt. Na een uitgebreide voorlichting over behandelingen die mogelijk verlichting kunnen bieden, kiest de patiënt er in goed overleg drie. Het meest populair zijn pepermuntoliecapsules, probiotica en een speciaal dieet (FODMAP). Maar ook hypnotherapie en diverse medicijnen worden vaak gekozen. 72 procent van de patiënten vindt dat deze vorm van begeleiding hun kwaliteit van leven verbetert, blijkt uit onderzoek. De werkwijze is zo succesvol, dat inmiddels ongeveer een kwart van alle Nederlandse ziekenhuizen Reduce PDS gebruikt.

Zien roken doet roken

Vanuit die gedachte willen KWF Kankerbestrijding, de Hartstichting en het Longfonds dat het voor kinderen vanzelfsprekend wordt om rookvrij op te groeien. Inmiddels hebben tal van gemeenten en organisaties zich aangesloten bij hun initiatief (zie rookvrijgeneratie.nl). Zij kunnen op brede steun van de bevolking rekenen, blijkt uit onderzoek van bureau Kantar in opdracht van KWF.

• 80% vindt dat de overheid maatregelen moet nemen om te voorkomen dat jongeren beginnen met roken.
• 70% is voorstander van een rookverbod op plekken waar veel kinderen komen, zoals bij scholen, kinderboerderijen, speeltuinen en buitensportterreinen.
• 71% wil dat sigaretten niet langer zichtbaar zijn in het winkelaanbod. Ruim driekwart wil een actiever antirookbeleid in Nederland.
• 50% wil zelf actie ondernemen door het gesprek met kinderen aan te gaan over de schadelijkheid van roken en door rokers in de buurt van kinderen aan te spreken.

Meer medisch nieuws lees je in Zin. Nu in de winkel of online te bestellen.

Onder redactie van: Marte van Santen