Later als ik groot ben…
Hier dromen onze lezers van
Op wereldreis. Vrijwilligerswerk doen. Een droom van een boerderijtje betrekken. Met de caravan naar Spanje. Op de kleinkinderen passen. Leren schilderen of nog een complete studie oppakken. Waar droomt jij van voor straks? Zin-lezers vertellen.
Niets meer hoeven
Het lijkt mij heerlijk om straks meer tijd voor mijzelf te hebben maar grote dromen zijn er niet meer. Want naast hard werken in de zorg en een gezin heb ik al veel van de wereld gezien. Zoals anderen een bed and breakfast in Frankrijk beginnen of een schooltje in India opzetten, lijkt het mij juist heerlijk om helemaal niets meer te hoeven. Gewoon wakker worden en kijken wat de dag brengt. Al lijkt het mij natuurlijk wél heerlijk om in een bed en breakfast in Frankrijk te mogen overnachten. Lekker in de watten gelegd worden, wie wil dat niet? En die geraniums kunnen natuurlijk ook nog wel even wachten.
Anne (1965)
Opkomen voor anderen
Mijn ultieme droom is als betaalde belangenbehartiger te werken. Opkomen voor de belangen van mensen met een (arbeids)beperking. Juist door mijn eigen beperkingen kan ik die belangen goed vertegenwoordigen. Ik weet wat er leeft en nodig is om zaken te verbeteren. Ik weet meer dan een ander bijvoorbeeld hoe het is om afgewezen te worden op sollicitaties. Sinds mijn geboorte heb ik lichamelijke beperkingen. Door pijn aan mijn voeten en rug ben ik sneller oververmoeid en heb ik veel minder energie. Mijn grootste kracht is mijn doorzettingsvermogen: ik blijf volhouden waarmee of waarvoor ik begonnen ben. Ik laat mezelf niet sturen door tegenslag. Door mijn doortastendheid en persoonlijke manier van communiceren krijg ik veel voor elkaar tijdens het lobbyen. Ik heb lef om op bekende en drukbezette mensen af te stappen als ik iets van hen gedaan wil krijgen. Daarom is dit mijn droombaan.
Lidia (1986)
Verhalen schrijven
Als ik later groot ben, heb ik de tijd en ook de rust om niet zoveel te moeten bewegen. Fietsen en wandelen gaan dan over in lezen en schrijven. Bovendien is er dan een tijdschrift die lezers vraagt hun verhaal in te sturen. Het blad Zin. Geweldig. Het schrijven van verhalen voor dat blad voelt als een fijne droom. Zeker als ik een passend verhaal uit de data van mijn leven op kan diepen. De redactie van het blad vindt mijn verhalen boeiend. Daarom sturen ze later een mailtje naar mij met de vraag: Zou je voor elke editie een column voor ons kunnen schrijven? Het antwoord daarop weet ik niet direct. Het is toch wel erg spannend als dat werkelijkheid zou worden. Dus denk ik er alvast diep over na. Ik voel dat later nu wel heel dichtbij komt. Ik ben er groot genoeg voor.
Jan Willem (1952)
Met (klein)kinderen spelen
Mijn droom voor straks? Drie jaar geleden had ik waarschijnlijk gezegd: met zoon Paco op wereldreis. Ik zag mezelf altijd al als reiziger, als uitvlieger. Drie jaar geleden zat ik nog op Fuerteventura bij een flexworkplace met de serieuze gedachte om digital nomad te worden op mijn 50ste. Nu mijn leven van langdurig singlemoeder zijn en een wat armoedig zzp-bestaan een 180-gradenswitch heeft gemaakt naar samenwonend met een nieuwe partner in het buitengebied in het oosten, droom ik over andere thema’s. Het lijkt me opeens heerlijk om in dit aardse festijn van moestuinbakken, fruitoogsten, schaapjes verzorgen en naar vogeltjes turen met een paar (klein-)kinderen te spelen. We hebben twee kansen: ik heb een zoon en mijn partner heeft er ook eentje. Natuurlijk is deze droom bij uitstek totaal niet beïnvloedbaar. Bij met de vraag ‘wel of geen zwembad aanleggen’ denk ik al snel: nou, leuk voor die kleintjes. Duimen maar.
Atty (1963)
Een boek schrijven
Later als ik groot ben, wil ik een boek schrijven over mijn levenswerk. Gedreven door idealisme heb ik 16 jaar geleden een kleinschalig kinderdagverblijf met een eigen pedagogische visie laten ontstaan in hartje Haarlem. Nu werk ik achter de schermen en wil ik het graag documenteren – als ik daarvoor de tijd en ruimte heb gevonden.
Want het is mijn droom om aan veel méér mensen te laten zien dat kinderopvang er eigenlijk zó uit moet zien: met een kleine groep kinderen. Om zo gelijkgestemden enthousiast te maken zelf een soortgelijke kinderopvang te realiseren. Omdat dit heerlijk is voor zowel de kinderen als de leiding. Het is een boeiend proces omdat ik voel dat zo’n boek schrijven alleen mogelijk is als mijn hoofd vrij is van veel geregel. Maar ik tegelijkertijd aan deze bijzondere plek met jonge kinderen verbonden moet blijven.
Barbara (1952)
In Zin 11 staan nog veel meer mooie dromen. Dit nummer ligt nu in de winkel of bestel het hier.
Foto: Bowie15