Zo komen er meer vogeltjes in je tuin
Van scharrelen en bijvoeren worden vogels blij.
Wil je meer mezen, merels, mussen en roodborstjes in de tuin? Maak dan de tuin vogelvriendelijker met deze vijf tips.
Maak van je tuin een Walhalla voor insecten
Mieren, pieren en andere kruipers zijn een delicatesse voor heel veel vogels. Stimuleer hun aanwezigheid door de tuin níet te netjes op te ruimen. Laat blad liggen en haal afgestorven plantjes niet meteen weg. Deze zijn een ideale voedingsbodem voor insecten.
Voer bij
In de herfst en winter hebben vogels extra vetten nodig om te overleven. Vandaar dat dan vetbollen goed voer voor ze zijn. Je kunt die bollen volop kopen in de supermarkt en winkel, maar veel hebben een plastic netje. Hierin kunnen vogels verstrikt raken. Wel goed: de aloude (ongebrande) pinda’s aan een touwtje. Kijk hier voor meer voedertips.
Haal de tegels eruit
Vogels vinden het belangrijk om plekken te hebben waar ze lekker kunnen rondscharrelen, op zoek naar voedsel. In een volledig betegelde tuin gaat dat een stuk minder. Haal dus tegels uit je tuin. En als je dan toch bezig bent, zet daar dan planten en struiken neer waarin ze zich kunnen verschuilen.
Houd de poes in toom
Heb je een kat? Probeer die dan binnen te houden om te voorkomen dat die de vogelpopulatie niet uitmoordt. Kijk bij het neerleggen van voer en het ophangen van vetbollen ook goed of jouw poes of die van de buren erbij kan.
En voor in de agenda: de Vogelbescherming houdt ieder jaar een tuinvogeltelling, waaraan iedereen kan meedoen. Kijk hier voor de data. Ook voor iedereen die geen tuin of balkon heeft.
Dit is een goede manier voor het ophangen van vetbollen
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."