‘Dat begin en eind maakt het leven mooi’
Een interview met Stef Bos
Zo’n dertig jaar na zijn monsterhit Papa zoekt hij nog altijd het avontuur. Altijd je ogen openhouden voor de echte wereld, is zijn devies, met als doel: ‘zingen vanuit je kloten’. Nú in Zin: Stef Bos (1961).
Beuk erin
“Vannacht was ik om half drie thuis, en vanochtend om half zes stond ik op. Dan gooi ik de beuk erin, begin te zingen, en breng de kinderen naar school. ‘s Avonds lees ik graag voor. Ik ben een ongelooflijke Guus Kuijer-fan geworden. Dat is van een weergaloze schoonheid, ver voorbij Annie M.G. Schmidt. Dat is dikwijls Hollands getreuzel. Ook mooi, maar het mist ballen. Ik lees nu Krassen in het tafelblad met ze. Wow. Als de oma van Madelief overlijdt, ontdekt ze dat de krassen in het tafelblad bij haar grootouders gemaakt zijn door de nagels van haar moeder die kwaad was op haar moeder. En dan hebben we het over de dood, net als mijn moeder vroeger met mij. Gisteren vroeg ik aan Kolya: weet je nog, drie jaar geleden, hoe je de kist van opa hebt beschilderd, met Vikingschepen?
Spanningsboog
Ik ben een optimist. Maar als ik een boek mag aanbevelen is het Simone de Beauvoirs Tous les hommes sont mortels. Het gaat over een onsterfelijke man die leeft vanaf midden 15de eeuw. In een tuin in Frankrijk ligt hij in een klapstoel. Een vrouw vraagt hem: wat doet u hier? Hij zegt: ik kijk al 80 jaar naar de wolken. Aan het einde van het boek denk je: goddank ga ik dood op een dag. De dood is zo’n goeie uitvinding. Eeuwig leven is de hel! Het begin en het einde van een voorstelling, die spanningsboog, maakt het interessant. Dat begin en eind maakt het leven mooi. Wij zijn te veel met onszelf behept, daardoor wordt dat einde dramatisch. Zo leg ik het uit aan mijn kinderen: papa is er op een dag niet meer. Maar papa blijft altijd kijken door jullie ogen.”
Typisch mijn moeder
“Een jaar voor haar dood, in 1997, kreeg ik een verjaardagskaart van mijn moeder. Ze schreef: Je vader en je moeder, ze zijn er nog. Een wonder. Want mijn ouders waren alle twee ziek geweest. Die kaart was een boekje met onnozele gedichtjes. Het is te slecht voor woorden: vreugde is het leven zien door een zonnestraal. Maar het heeft ook een bepaalde schoonheid. Frans Bauer vind ik soms geloofwaardiger dan iemand die heel moeilijk loopt te doen en het niet meent. Twintig jaar later, twee jaar geleden, vind ik opeens dit boekje ergens. En opeens zie ik: er zit een paar honderd gulden in. Ik had het boekje gewoon nooit opengemaakt. Wat een lul! Zij gaf dat want ‘dat kan de jongen wel gebruiken’. Terwijl dat nou niet zo noodzakelijk was. Typisch mijn moeder, ze stopt nog kaas in je weekendzak als je teruggaat naar Antwerpen. Terwijl je zegt: hou nou op, sodemieter op mens, ik zorg voor mezelf. Nee, dan zit de kaas er toch stiekem in. Twee weken later gaat de tas pas open. En dan loopt de kaas eruit. Zo’n moeder. Toen dacht ik: dit is het niet, en nu denk ik: wat een topwijf. Ik ben niet zo’n relikwieënman. Maar dit pak ik altijd mee op tour.”
Meer lezen? Lees het complete interview met Stef Bos in Zin 3. Nú in de winkel of bestel dit nummer online.
Tekst: Minou op den Velde. Beeld: Brenda van Leeuwen