‘Ik heb vier kruiwagens vol geluk gekregen’
Een interview met Bart Chabot over zijn vier zoons
In de interviews die we al met hem konden lezen vertelde hij over de harde hand van zijn vader. Met zijn eigen kinderen heeft hij het heel anders gedaan. Nú in Zin: Bart Chabot (1954) over zijn vier zoons.
Liefdeloze jeugd
Vijfenzestig jaar is hij nu. In korte tijd heeft hij een hersentumor en een hartoperatie overleefd. Is hij afgetopt met een bloedvergiftiging die hem bijna fataal werd. Je ziet het niet aan hem af. Bart Chabot – lang, slank en strak in het pak – is de uitbundigheid zelve. In zijn gezelschap houdt zelfs het grootste chagrijn geen stand. Chabot is bij vlagen zo energiek, dat hij bijna struikelt over zijn woorden. “Ik ben in vorm. Al meer dan een jaar.”
We hebben het over zijn nieuwste roman Mijn vaders hand, over zijn liefdeloze jeugd met een gewelddadige vader. Na de dood van zijn ouders voelde hij zich vrij erover te schrijven.
Dat je met zo’n jeugd nog aan kinderen durfde te beginnen?
“Ik wist in elk geval hoe het níet moest. Ik heb altijd kinderen gewild. Liefst veel. Het zijn er uiteindelijk vier geworden. Wat toch best veel is. Ook nog eens vier jongens. Dat is heel fysiek maar mijn god wat heb ik van ze genoten. En nog! Kinderen zijn te gek. Ze hebben een enorme levenslust en onbevangenheid. Voor een kind is de wereld nieuw; er valt van alles te ontdekken. Dat herken ik. Ik ben zelf deels natuurlijk ook nog altijd een kind. Daarom vertrouwde ik erop dat het opvoeden me wel zou lukken. Ik snap kinderen en wilde me laven aan die onbevangen blik van ze.”
Niet bang dat je op je vader zou lijken?
“Nee, helemaal niet. Alleen fysiek lijk ik op hem. Ik heb er alles aan gedaan om het goed te doen. Met een heleboel dingen kun je rommelen; je kunt een keer een minder boek schrijven of een minder optreden hebben, maar met je kinderen mag het niet fout gaan.”
Wat voor vader was je toen de jongens klein waren?
“Mijn eigen vader kwam zes uur ‘s avonds van kantoor. Een uur, anderhalf uur later lagen mijn broertje en ik al op bed. Destijds met Sebastiaan en Maurits, was ik op de basisschool de enige vader die zijn kinderen bracht en haalde. Yolanda was arts en ik had als kunstenaar zoals dat heet ‘fluïde werktijden’. De afspraak was dat zij voor het basisinkomen zou zorgen en ik voor de kinderen. Jarenlang trok ik elke dag met de kinderen op. In het begin haalde ik ze ook tussen de middag van school. Lag ik met de oudste op de vloer met dinky toys te spelen of fietsten we naar het strand met eentje voorop en de ander achterop. Ik heb het nooit gezocht in dure dingen maar deed veel met ze samen. Ik leefde voor de kinderen, werkte in de uren dat ze er niet waren. Eenmaal ouder heb je de dure plicht om je kind op te voeden en klaar te maken voor de wereld waarin hij zich kan ontplooien.”
Had je verwacht dat drie van je zoons in de media zouden gaan werken?
“Mijn kinderen heb ik altijd een eigen vrije keuze gegund. Als ze zouden kiezen voor een baan van negen tot vijf, is dat prima. Maar waarom niet buiten de gebaande paden kijken?! Fuck de gebaande paden, die kennen we nu wel. Sebastiaan heeft altijd belangstelling gehad voor taal. Hij sprak al voordat hij kon lopen. Met 4 jaar vroeg hij wat ik deed en wilde hij ook dichten. Wie komt eraan, wie komt eraan? Sebastiaan! Mooi toch?
Eenmaal op school vroegen de jongens me schoorvoetend wat ik eigenlijk voor werk deed. Het beeld was ontstaan dat ik niets deed omdat ik er altijd was. Dat was voor mij het sein om ze in mijn leven mee te nemen. Ik heb ze allemaal, stuk voor stuk, meegenomen als ik ging optreden, een interview gaf of naar televisie moest. Om ze te laten zien dat zo’n leven ook tot de mogelijkheden behoort. Toen Splinter in 2017 voor het eerst tafelheer was bij DWDD was de studio niet nieuw voor hem. Hij kende Mathijs en had al eens bij Jan en Johanna Mulder gelogeerd. De televisiewereld was hem niet onbekend.”
Hoe is die tv-wereld jou bevallen?
“Ik heb daar mijn talent vermorst. Op een aantal punten heb ik het goed gedaan: de opvoeding van de kinderen, mijn huwelijk en mijn vriendschappen. Qua werk heb ik het minder goed aangepakt. Ik ging jarenlang voor instant bevrediging. Stom. Televisieroem is als een warm bad maar het verdampt waar je bijstaat. Iets maken dat langer meegaat dan het moment van uitzenden is veel interessanter. Dat besef kwam eind 2018 in volle heftigheid binnen toen ik bijna de pijp uitging door een bloedvergiftiging. Dat had ik niet zien aankomen. Ik dacht dat ik mijn portie medische ellende wel had gehad. Ik heb een hersentumor en een hartoperatie overleefd. Die waren niets vergeleken met wat me in 2018 overkwam. Opeens was het echt mis en had ik voor het eerst sterk het gevoel dat ik het niet ging redden. Ik realiseerde me toen dat ik mijn talent vermorst had. Als je de pijp uitgaat en je maakt de balans op, dan denk je niet terug aan optredens op televisie of in theaters. Bij een schrijver telt alleen zijn boekenkast. In die van mij ontbrak nog het een en ander. Mijn uitgever had me een jaar eerder gevraagd een boek over mijn jeugd te schrijven. Dat verzoek heb ik naast me neergelegd. In mijn ziekenhuisbed bedacht ik dat dit misschien wel mijn laatste kans was. Als een bezetene ben ik aan het werk gegaan. Misschien moest ik eerst groeien om dit boek te kunnen schrijven.”
Lees meer en win
Lees het complete interview met Bart Chabot in Zin 5. Nú in de winkel of bestel het nummer online. Het boek Mijn vaders hand verloten we via deze link. Doe mee en maak kans!
Interview: Margriet de Groot. Beeld: Jacqueline de Haas