Schrijver en actrice Annemarie Oster draagt de zorg voor haar man, die lijdt aan vasculaire dementie. In Zin schrijft ze over de lasten maar ook over de lusten, als die zich voordoen.
Ondankbare luxepop
Je moet er toch niet aan denken: in quarantaine in een beperkte ruimte omringd door zeurende peuters, rondrennende kleuters en/of grübelende pubers. Nog met een toeziend voogd (de heer des huizes) erbij ook! Ooit had ik al de grootste moeite met de Grote Vakantie, weliswaar in een riant, ruimer dan ruim buitenhuis, maar overgeleverd aan mijn toenmalige gezin. Mijn drie cipiers (ex-man en ondernemende zoontjes) hadden de wind eronder. Tijdens die weken (het leken er wel honderd) kon je als moeder de vrouw geen kant op. De hele dag – en te vaak naar mijn smaak ook ’s nachts – werd je geacht te stralen van gezinsgeluk. En zo niet, dan stak schuldgevoel zijn kopje op: wat ben ik toch een ondankbare luxepop. Ik zou mijn zegeningen moeten tellen.
Vakantie
Terecht achteraf, want het was immers vurrukkuluk, Grote Vakantie. Iedere dag naar het strand. “Mamma, mogen we
nog een ijsje?” “O jee, waar zijn ze, toch niet te ver in zee?”
“Ach, die komen wel weer boven water.”
“Boven water! Wat een lullige opmerking! Ga jij ze eens een keer zoeken. Maar nee, jij denkt alleen maar aan jezelf.”
“Hoor wie het zegt!” Et cetera.
Of: met z’n allen, met z’n allen, met z’n allen naar een speeltuin. O, die spiegelgladde glijbanen en levensgevaarlijke klimrekken.
“Niet je broertje duwen, ja, ik zág het wel!”
Maar het was vakantie. Geen oorlog waar gezinnen moeten schuilen of niet meer kunnen schuilen voor bombardementen of als ratten in de val op een eiland zitten in een volgestouwd kamp. En ook was er destijds geen sprake van een rondwarend, dodelijk virus.
Op de radio hoorde ik een vrouw – op niet eens klaaglijke toon – vertellen dat ze vanwege sluiting van de desbetreffende instelling, haar autistische zoontje over de vloer had gekregen. Letterlijk, want op die vloer strekte hij zich, als moeder even aandacht gaf aan haar andere kroost (!), luid schreeuwend uit. Ook ramde hij geregeld met al zijn knuisten op de piano om broertjes, zusjes en eigen wanhoop te overstemmen.
Tel mijn zegeningen
Inmiddels ouder, wijzer en onbaatzuchtiger gebleken dan ik ooit had durven dromen, tel ik wel degelijk mijn zegeningen. En niet alleen in retrospect. Diezelfde zonen bellen me iedere dag: “Mam, gaat het een beetje?”
Ja hoor, geen vuiltje aan de (strakblauwe) lucht. Met dit mooie weer wordt mijn man door de thuiszorg – want die komt nog steeds, nu met mondkapjes voor – met de traplift naar boven getransporteerd tot vlak bij het dakterrasje. Tegen driëen open ik, zodra de zon naar binnen schijnt, wagenwijd het raam. En verschuif van tijd tot tijd met schier bovenmenselijke kracht de sta-opstoel, opdat mijn mans gezicht, althans als hij opkijkt van zijn onafscheidelijke krant, zoveel mogelijk zonnestralen meepikt. Kleine Vakantie.
De columns van Annemarie Oster lees je in Zin. Nu in de winkel of lees je met deze aanbieding wel erg voordelig.