‘Er zeurt altijd een stemmetje: ga eens schrijven!’
Een interview met schrijver Patrick Bassant
Ja, hij houdt van bankhangen met een boek – en dat kan weer, nu hij zijn ambitieuze roman De vlinder in de inktpot heeft voltooid. Schrijver Patrick Bassant (1977) over besmeurde schoonheid, het gevaar van inkt voor schrijvers en over de kracht die er uit kunstenaarschap en idealen kan groeien.
Ernest Hemingway en Pablo Picasso als personages in je verhaal opvoeren is op zijn minst gewaagd. Durfde je dat wel aan? Heb je je voorbereid of liet je jezelf vrij?
“Ja, dat durfde ik wel hoor. Dat is juist het leuke aan schrijven, dat je dat allemaal kunt doen. Dat je mag proberen een beeld van iemand te schetsen zoals jij denkt dat hij of zij eruit ziet, denkt, spreekt, handelt. En als dat niet overeenstemt met de werkelijkheid, dan is dat jammer voor die werkelijkheid. Ik heb me goed voorbereid waar het de Spaanse Burgeroorlog betreft en mijn hoofdpersonages: Johan Brouwer en Jef Last. Maar bij veel nevenpersonages heb ik me gepermitteerd te spelen met hun publieke imago. Zeker bij een brallende macho als Hemingway was dat erg leuk! Van Jef Last komt later dit jaar de biografie door Rudi Wester uit; ik ben heel benieuwd hoe ‘mijn’ Jef lijkt op die van haar.”
Vanwaar kwam het idee een roman ten tijde van de Spaanse Burgeroorlog te schrijven? Hoe leefde je je in?
“Wat mij bij het lezen over de Spaanse Burgeroorlog zo opviel, was dat de Europese mogendheden zo ziende blind zijn gebleken. In retrospectief is het duidelijk dat de Spaanse Burgeroorlog een opstapje is geweest voor de Tweede Wereldoorlog. De goede verstaander had het als een waarschuwing kunnen zien. Het lijkt erop dat in heel Europa politici hebben gedacht: als we nu een hek om Spanje heen zetten, dan kunnen die communisten en fascisten het samen wel uitvechten en hopelijk roeien ze elkaar uit. Terwijl al vanaf 1933 vluchtelingen met een linkse of joodse achtergrond Duitsland ontvluchtten en konden getuigen van de ware aard van het fascisme. Dat Adolf Hitler nog zo lang een ‘bevriend staatshoofd’ werd genoemd… echt naïef. Alle aanwijzingen waren er al. Ik vond dat zo intrigerend. En tegelijkertijd waren er vanuit de hele wereld vrijwilligers die naar Spanje trokken om daar te vechten, waaronder ook opvallend veel kunstenaars. Ik begon me te realiseren dat dit de laatste keer was dat kunstenaars hun eigen kunst niet vertrouwden als ze iets over politiek te melden hadden. Ga maar na: George Orwell, Jef Last, Ludwig Renn, ze vertrouwden er allemaal op dat ze met een geweer meer konden bereiken dan met een ganzenveer. Die specificiteit van hun kunstmedium is daarna groter geworden; als Jimi Hendrix protesteert tegen de Vietnamoorlog, doet hij dat met zijn gitaar. En dat heeft allemaal weer te maken met de mogelijkheden van het beeld, de geïllustreerde tijdschriften die in die jaren opkwamen. Sommigen had dat op tijd door, zoals Robert Capa en Hemmingway. De gedachte ‘als de vijand je met staal aanvalt, moet je met staal terugvechten’ zat diep. En dat terwijl van Orwell zijn verslag van zijn rol in de oorlog, Homage to Catalunya, juist overgebleven is, en van Jef Last staat zijn Spaanse tragedie, een bundeling van zijn brieven aan zijn vrouw in Amsterdam, ook nog overeind. Uiteindelijk is de pen wel degelijk machtiger dan het zwaard…
Dus die tegenstelling tussen een volstrekt cynische politiek en een groep mensen die bereid is zijn leven te geven om wat zij herkennen als gevaarlijk en antidemocratisch geweld, gevoegd bij de ontwikkelingen van nieuwe kunstvormen als oorlogsfotografie, daar wilde ik iets mee doen. Maar ik ben niet de enige, ontdekte ik. Er zijn al kasten volgeschreven over die burgeroorlog. Ik moest daar wel een plekje tussen verdienen, iets toevoegen. En ik denk dat gedaan te hebben door die thematiek in een spannend en onderhoudend verhaal te schrijven dat toch zeer accuraat de loop van de historische gebeurtenissen volgt.”
Idealen die je al dan niet verloochent en waarom, dat is een centraal thema in De vlinder. Waar komt dat vandaan? Ben je zelf een man van idealen?
“Ik vind het thema hoe je vorm kunt geven aan je idealen intrigerend. Misschien omdat ik bij mezelf ook niet precies weet hoe ik dat moet doen. Ik ben niet iemand die alles achter me zou laten om me aan te sluiten bij een gewapende strijd ergens – daar ben ik in de eerste plaats al veel te laf voor. Maar één keer per vier jaar stemmen en tegen de krant mopperen is ook niet genoeg. Dat is schipperen, zoeken. Soms ben ik wel jaloers op die mensen die een conclusie kunnen trekken en daar dan ook naar gaan leven, ongeacht de consequenties. Maar je leest in mijn boek ook hoe gevaarlijk het kan zijn om terug te komen op precies zo’n conclusie. En dat is van alle tijden.”
Kun je iets zeggen over de titel?
“Dat is een strofe uit een gedicht van Federico García Lorca. Lorca was een enorm populaire dichter en toneelschrijver, en een van de eerste prominente slachtoffers van de Burgeroorlog. In augustus 1936, dus een maand na het uitbreken van de opstand, werd hij vermoord. In zijn postuum uitgegeven dichtbundel Poeta in Nueva York, die hij geschreven moet hebben naar aanleiding van zijn bezoek aan New York, ruim voor de Burgeroorlog, trof mij een bijna voorspellend gedicht. Het beeld van een vlinder in de inktpot roept bij mij veel associaties op: besmeurde schoonheid, het gevaar van inkt (dus voor schrijvers), onschuld en wreedheid, maar ook de kracht die er uit kunstenaarschap en mooie idealen kan groeien.”
NA DE WANDELING
Terechtgesteld door de hemel.
Tussen de vormen die neigen naar de slang
En de vormen op zoek naar het kristal
Zal ik mijn haar laten groeien.
Met de stompboom die niet zingt
En het kind met het witte gezicht.
Met de diertjes met de geplette kop
En het haveloze water van de droge voeten.
Met alles wat doofstom doodop is
En de vlinder verdronken in de inktpot.
Struikelend over mijn elke dag verschillend gezicht.
Terechtgesteld door de hemel!
Federico García Lorca Vertaling: Bart Vonck
Hoe ga jij te werk als schrijver? Bouw je een boek vooraf in grote lijnen op of begin je gewoon met schrijven?
“Na alle research die ik voor het boek had gedaan zat mijn hoofd te vol om er nog een verhaal bij te kunnen construeren. Ik moest dus eerst flinke stukken schrijven, dingen uit mijn hoofd opruimen en op papier zetten, en zo een plek creëren waar ik overzicht kreeg over wat er al geschreven was en nog geschreven moest worden. Zo is vrij organisch het verhaal gegroeid, hoewel ik wel enkele keren zo klem zat dat ik iemand moest vragen om met me mee te denken. Soms is de heldere blik van een buitenstaander veel meer geschikt dan de borende blik van iemand die er te dicht op staat.”
Er zit acht jaar tussen je debuut Joy en De vlinder in de inktpot. Vraagt het schrijfproces veel tijd?
“Jazeker. Maar het is ook te wijten aan andere aspecten… Voor De vlinder heb ik gedurende twee jaar een dag per week vrij genomen om in het IISG – Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, in Amsterdam – te lezen en op zoek te gaan naar informatie die ik kon gebruiken in mijn boek. Maar bij gewoon wetenschappelijk onderzoek heb je een onderzoeksvraag en ga je op zoek naar het antwoord. Ik had geen afgebakende vraag; ik wilde gewoon zo veel mogelijk weten over die oorlog, over die tijd, over wat de personen deden, maar ook wat ze droegen en hoe ze scholden. Zo struinend door de archieven kom je de mooiste dingen tegen, zoals de american milk, een in die tijd populaire cocktail van melk met Spaanse cognac. Lijkt me niet te zuipen. Dat moet je ook meenemen, zonder dat je weet of je het ooit gaat gebruiken.
En die andere aspecten die veel tijd kosten: van mijn drie kinderen zijn er twee tijdens het schrijfproces van De vlinder geboren. Per kind is dat zeker driekwart jaar waarin je het schrijven wel kunt vergeten. Sowieso is het heerlijk om na het eten een avond op de bank te hangen, met een boek, zoals normale mensen doen. Maar dan zeurt er altijd een stemmetje in mijn hoofd: ga eens schrijven!”
Je hebt in het dagelijks leven een baan in de geestelijke gezondheidszorg. Zou je ooit fulltime schrijver willen zijn?
“Mijn dag- en nachtritme zou me slopen als ik dat deed… Ik moet een reden hebben om ’s ochtends op te staan want anders werk ik de hele nacht door. De nacht is heerlijk om te schrijven: een stil huis, geen telefoon, geen kinderen. Maar overdag slapen, dat is toch minder comfortabel. En daarbij, ik heb een heel leuke baan, die zou ik ook niet willen missen – de hele dag, elke dag boven mijn schrijfblok hangen wordt ook saai, zeker als het niet opschiet. Het is juist die afwisseling die me energie geeft. Wat ik ideaal zou vinden is de mogelijkheid wat meer vrij te nemen van mijn werk, zodat ik af en toe, als het hele schrijfproces in een stroomversnelling komt, die versnelling kan volgen en me een weekje of lang weekend afgezonderd alleen maar op dat boek hoef te focussen. Die focus is essentieel, want juist door je zo diep in je tekst te begraven, merk je vanzelf welke kant het op moet. Ik kan niet een dialoog van tevoren uitdenken, die moet op een organische wijze ontstaan. En dat kan pas als je echt diep in je personages zit. Dat lukt me niet met handen nog nat van de afwas of een dreigende ochtendwekker…”
Ben je alweer met een nieuw schrijfproject bezig?
“Er borrelen altijd wel dingetjes op. Glimpen, ideetjes, interessante vensters. Maar op dit moment ben ik nog bezig met het maken van een lezing via beeldbellen over dit boek als alternatief voor het bezoeken van leesclubs of boekhandels. Een soort interactief hoorcollege met beeld, muziek, achtergrondinformatie en een stuk voorlezen. Daar sluipt onverhoeds veel tijd in. En ik heb geen haast – hoewel ik niet weer acht jaar over een boek ga doen… Waar ik ook naar uitkijk is zelf weer veel gaan lezen. De boeken hebben zich opgestapeld omdat ik er geen tijd voor over had. Dat ga ik ook goedmaken!”
Over het boek & win
Mei 1937. De werkeloze Amsterdammer Pit wordt door de communistische partij geronseld om in de Spaanse Burgeroorlog als fotograaf de wandaden van de Francisten en de heldendaden van de Republikeinen vast te leggen. Hij heeft nog nooit een camera in handen gehad. In Spanje kruist hij het pad van dr. Johan Brouwer die als journalist voor een katholieke krant juist de andere kant wil belichten. De werkelijkheid van de oorlog dwingt hen een keuze te maken. Kunnen ze afzijdig blijven zonder hun idealen te verloochenen, of moeten ze de daad bij het woord voegen? Meeslepend geschreven roman waarin Bassant de avonturen van de fictieve Pit door de geschiedenis van de Spaanse Burgeroorlog heen vlecht met een hoofdrol voor Johan Brouwer: een voor de Tweede Wereldoorlog bekende katholieke intellectueel die ooit voor moord werd veroordeeld. Maar ook Pablo Picasso, Joris Ivens, Ernest Hemingway en andere historische personages maken hun opwachting: in de loopgraven aan het front, op de Wereldtentoonstelling in Parijs, in de verhoorkamers van de Komintern en in de smalle bergpassen over de Pyreneeën.
Nieuwsgierig geworden? Wij verloten 3x de roman De vlinder in de inktpot. Laat hieronder een reactie achter om kans te maken. Winnaars hebben inmiddels bericht gekregen.