‘Ik ontvang al haar onzichtbare bezoekers met alle egards’
Mantelzorgen in quarantaine. Aflevering 15: Spoken & happen
Corrie Verkerk (1957) is zzp’er, woont in Amsterdam en schrijft geregeld voor Zin. Haar moeder woont in Vorden, ze is dementerend. Omdat verzorgenden niet langer kunnen komen, is Corrie, met hulp van de thuiszorg, bij haar moeder in quarantaine gegaan. Zwaar, maar óók onvergetelijk. Corrie deelt hun dagelijks lief en leed met ons.
Paniek
“Ik ben mijn kind kwijt!” roept mijn moeder plotseling in paniek tegen oppas Ninke als ik weer voor heel eventjes naar de grote stad ben afgereisd.
“Corrie komt zo weer terug hoor.”
“Hè, fijn!”
Steeds vaker noemt ze me ‘mevrouw’ of ‘zuster’. Maar echt vergeten doet ze me, gelukkig, (nog) niet. Soms schrikt ze wakker uit een diepe slaap en roept mijn naam. Als ik haar even knuffel en zeg dat ze de allerliefste moeder van de hele wereld is, krullen haar mondhoeken:
“Nou, dat weet ik niet hoor… Van wie?”
“Van mij mam.”
Ze knijpt in mijn hand. Ik zie haar ogen vochtig worden.
De grot van Ali Baba
’s Ochtends help ik de thuiszorg met haar op bed te keren. “Even gymnastieken, mam. Ik ben bij je. Ik hou je vast.” Ze glimlacht. De zuster hijst haar in de nieuwe lift, waarin ze niet meer hoeft te staan. Bungelend in haar hangmatje slaapt ze opnieuw verder, terwijl ik koffie zet en een broodje smeer. Dat broodje is een ‘dingetje’ geworden. Het begrip ‘de tanden op elkaar’ – eventjes doorzetten – heeft in ons huishouden een compleet andere betekenis gekregen. Tot voor kort weigerde ze een enkel keertje die tanden van elkaar te halen als het eten op tafel stond. Nu is het ‘gewoon’ geworden. Bij bijna elk hapje is het wringen om iets door die haast onneembare barrière te krijgen. Zelfs haar geliefde bitterballetje wil er niet meer in als koek. Ze is koppig, luistert niet. Tenminste, niet naar mij. Wel naar de dames van de thuiszorg. Dan opent haar mondje, na enig aandringen, als de grot van Ali Baba. “Dat komt omdat jij ‘eigen’ bent,” zeggen de zusters. Ik ben haar kind, niet het gezag.
Toch, met veel geduld, lukt het mij ook. Beetje bij beetje.
“Mondje open mam. “OPEN!”
“Nou, je hoeft niet zo tegen me te schreeuwen hoor!” Haar ogen spuwen vuur. Zo praat je niet tegen je moeder, zie ik haar denken. Haar handen flapperen, als een vogeltje, boven het kleine aanschuiftafeltje. Op zoek naar het kopje koffie dat ik er heb neergezet en dat ze uiteindelijk niet zal opdrinken.
Is het wel een spel?
’s Middags koop ik een waterijsje. Heeft ze zin in. Ze goochelt met het stokje (ja, nu gaat dat mondje wel open) en knabbelt overdwars aan het kleurige Raketje alsof het een kippenboutje is. Stukjes ijs dwarrelen en smelten in haar schoot. Maar ze geniet. “Hmmm, heerlijk.”
Dan valt ze opnieuw in slaap, haar mond wijd open. Ze slaapt veel nu, snurkt uitbundig om – ineens – een brede lach op haar slapende gezicht te toveren. Waar denkt ze aan? Wat droomt ze? “Er speelt zich een hele film in dat hoofd af,” zegt mijn dierbare vriend en trouw bezoeker Ernst Daniël Smid, die zelf ooit in de zorg werkte. Hij kent het klappen van de zweep. “Hallo, Willy, ben je in Suriname? Hoe is het daar?” Ze opent haar ogen, staart naar het plafond en droomt verder.
Soms ‘ziet’ ze mensen die er niet meer zijn. Dat voelt als een scène uit The 6th sense: ‘I see dead people.’ “Dag Ria, dag Nolly, dag zusjes” zwaait ze naar een lege plek in de kamer. “Dag broertje!” En als de kamerdeur – tegen het windje in dat door de openstaande ramen waait – plotseling open zwiept: “Komt u maar binnen hoor.”
“Hartelijk welkom. Fijn dat u er bent!” speel ik het spel mee. Of… is het wel een spel? Voor haar zijn al die bezoekers levensecht.
Onzichtbare bezoekers
“Moeder is net nog langs geweest”, zegt ze.
“En, was het gezellig?”
“Ja hoor. Maar ik maak me wel zorgen. Ze voelt zich niet zo goed… Ik moet maar snel naar haar toe.”
O jee, ze gaat er toch niet tussenuit knijpen? Tsja, ondanks dat ik met beide benen op de grond sta willen die ook wel eens wat wiebelen. Zoals een paar jaar terug toen ik, voor een boek over Amsterdamse spookhuizen, een aantal broodjenuchtere mensen interviewde die geplaagd werden door onverklaarbare verschijnselen. Nee, de meesten aasden allerminst op hun 15 minutes of fame. Ze hoefden niet met naam en toenaam genoemd, vaak uit vrees door hun omgeving voor kierewiet te worden uitgemaakt. Zo zou mijn moeder, die nooit van spokerijen wilde weten, dat ongetwijfeld ook genoemd hebben…
Alweer een tijd terug kwam onze buurvrouw met zo’n spookverhaal. ’s Nachts, vertelde ze, werd ze opgeschrikt door vreemde geluiden uit de oude slaapkamer van mijn moeder, wiens bedje inmiddels al lang beneden stond. “Alsof er iemand opstond en door de kamer stommelde. Ik lag zelf al in bed en hoorde, net zoals vroeger, de vloerplanken kraken. Ik dacht eerst nog dat jullie logés hadden.” Haar hondje staarde, vertelde ze, naar de muur en rende vervolgens, staart tussen de benen, naar beneden om die hele nacht niet meer terug te keren.
“Dat geloof je toch zelf niet?” lachte mijn moeder. “Ze zal wel gedroomd hebben.” Toch keek ik, lange tijd, schichtig over mijn schouder als ik eventjes in die krakende kamer moest zijn.
“Wat je moeder ziet hoort bij haar ziektebeeld,” zegt de zorg. En ja, dat zal ongetwijfeld zo zijn. Toch blijf ik elke onzichtbare bezoeker met alle egards ontvangen. Je weet tenslotte maar nooit…
Meer lezen?
Lees hier aflevering 1: “Waarom gaan we niet weg?!”
Lees hier aflevering 2: ‘Gewoontes haal je niet zo snel uit de mens’
Lees hier aflevering 3: ‘Het dorp slaapt. Behalve mijn moeder’
Lees hier aflevering 4: ‘Tel je zegeningen. En zeker, die tel ik’
Lees hier aflevering 5: ‘‘De realiteit van haar grote vergeten komt extra hard aan’
Lees hier aflevering 6: ‘Anderhalve meter afstand? Niet mogelijk’
Lees hier aflevering 7: ‘Ze is bang. Waarvoor? ‘Voor al die blote mannen’
Lees hier aflevering 8: ‘Auw!’ roept ze. ‘Jongens, ik trek dit niet. Ik ga dood’
Lees hier aflevering 9: ‘Hmmm.’ Ze sluit haar ogen en doet een tukje’
Lees hier aflevering 10: ‘O, daar weet de dominee wel een oplossing voor’
Lees hier aflevering 11: ‘Ze heeft liefgehad en heeft nog altijd lief’
Lees hier aflevering 12: ‘Zo’n po-bezoekje met of zonder sta-lift is geen kattenpis’
Lees hier aflevering 13: ”Haar hele bovenlijf ziet er uit als een overrijpe kers’
Lees hier aflevering 14: ‘‘’s Nachts schrik ik wakker. Ik hoor haar ademhaling niet’