BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
‘Daar ligt ze dan, met 39 graden koorts’

‘Daar ligt ze dan, met 39 graden koorts’

Mantelzorgen in quarantaine. Aflevering 16: Augustus: rotmaand

Corrie Verkerk (1957) is zzp’er, woont in Amsterdam en schrijft geregeld voor Zin. Haar moeder woont in Vorden, ze is dementerend. Omdat verzorgenden niet langer kunnen komen, is Corrie, met hulp van de thuiszorg, bij haar moeder in quarantaine gegaan. Zwaar, maar óók onvergetelijk. Corrie deelt hun dagelijks lief en leed met ons.

Het is augustus. Ooit een feestmaand, vol vrolijke verjaardagen, maar in de loop der jaren heeft-ie heel wat krassen opgelopen. Nou ja… krassen? Zeg maar gerust littekens. In augustus begon het noodlot opeens onbarmhartig toe te slaan. In ruim drie jaar kende ik meer narigheid dan me lief was. Drie dagen voor mijn verjaarsfeestje op de 28ste van die rotmaand verloor ik plotseling (in 2012) mijn grote liefde Jack aan een harstilstand. Een jaartje later vierde ik mijn geboortedag niet in de kroeg maar in een ziekenhuisbedje van de VU. Hup, weg baarmoeder en eierstokken – al kreeg ik er op mijn kale kamertje wel een feestelijke lunch bij ‘cadeau’. Inclusief een miniflesje wijn. Maar ja, wat moet je daarmee als je de hele dag ligt te slurpen aan de morfine. Het flesje lachte me sardonisch toe vanaf mijn nachtkastje, geflankeerd door een opbeurende kaart van al mijn Paroolcollega’s.

Bezuinigingsbijl

Gelukkig, mijn baan had ik nog. Maar het gezegde ‘je bent nog niet jarig’ bleek niet voor niks uitgevonden. Je raadt het al: in diezelfde rampenmaand, weer een jaartje later, sloeg de bezuinigingsbijl zonder pardon mijn Paroolhoofdje af. ’s Ochtends nog geen wolkje aan de lucht, ’s avonds – op hetzelfde terras waar ik indertijd met Jack, op zijn laatste levensavond, nog nietsvermoedend een drankje dronk – kwam het onverbiddelijke telefoontje… Of ik de volgende dag op gesprek wilde komen? Een eufemisme voor: ‘je krijgt de zak’. Zesendertig jaar was de krant mijn leven. Nu was ik ineens dubbel weduwe… En de gebraden hanen veranderden, langzaam maar zeker, in die spreekwoordelijke schraalhans in de keuken.

Fijnzinnig neusje

Augustus dus. Bijgelovig als ik ben houd ik elk jaar mijn hart vast. Kom ik er deze keer zonder kleerscheuren vanaf?
De voortekenen waren er niet naar. Halverwege juli diende zich een Diepe Dip aan. Nergens zin in. Alleen al bij het zien van mijn laptopje zakte de moed me in de schoenen. Opnieuw eventjes terug in Amsterdam zag alles er gelukkig weer wat zonniger uit. Kom op, Cor! Werken! En ja hoor, daar knalde zomaar een adertje in mijn toch zo fijnzinnige neusje: een zee van bloed, baddoeken vol. Geen paniek! Dat had ik jaren terug al eens eerder bij de hand gehad. Neus dichtknijpen, hoofd voorover en zie: de rode golf stopte. Tot de volgende dag, en de dag daarna, en… Nou, daar ging mijn Amsterdamse uitje. Gelukkig, in de trein terug naar Vorden, bleef het mondkapje maagdelijk wit en besloot de neus, tot op de dag van vandaag, dat het welletjes was… Nog wel even uitkijken, spray van de dokter bij de hand en vooral rustig blijven. Opwinding is niet goed voor de bloeddruk! En daarmee zeker ook niet voor het gevoelige reukorgaan…

Vriezen of dooien

Geen stress? Nou, daar besloot het lot – op het randje van augustus – geen boodschap aan te hebben. In de ochtend valt mijn moeder in een, op het oog, diepe slaap. Ik roep haar. “Mam, MAM!!!” Geen reactie. De oppas doet ook een duit in het zakje: WILLY!!!! Ze geeft geen kik, hangt als een lappen pop in de stoel. Er zit niks anders op. We bellen de zorg én de dokter. Samen met de ook net gearriveerde fysiotherapeut jonassen ze haar in haar bedje. De dokter kijkt bezorgt. Het zou, zegt ze, weleens de laatste fase kunnen zijn… Of ze komt er weer bovenop. Het kan vriezen of dooien. Terwijl de tranen vloeien vraag ik haar: ‘Kunt u even mijn bloeddruk opmeten? Vanwege die rotneus?”

Corrie verkerkVoorlezen

Dat lijkt gezien de heftige omstandigheden eventjes niet zo’n handig idee. Gelukkig, de neus houdt stand en… mijn moeder ook. Een uurtje later slaat ze ineens de ogen op en knijpt in mijn hand.
“Zal ik even bij je blijven zitten, mam?”
“Nou kind, dat hoeft niet hoor,” klinkt het helder.
“Heb je ergens zin in?””
“I have honger,” klinkt het resoluut. En: “Flesje cola.”
Ze heeft dorst.
“Nog iets misschien?”
“Nou, een goed boek.”
“Zal ik je even voorlezen?”
“Dat vind ik leuk!”
Begrijpen doet ze zo’n verhaaltje niet meer. Dan maar de folders van de Aldi en de AH gepakt. “Gaan we even uitzoeken wat voor lekkers we kunnen kopen.”
Ze knikt.

IJsje eten

De volgende ochtend heeft ze er weer een beetje zin in. Al is ze nog niet de oude. Maar een klein lachje kan er wel af. We gaan weer vooruit, met goede moed, op naar de eerste augustus.
En ja hoor, daar breekt de pleuris uit – als ik het zo mag formuleren. Ze is weer ver weg, al reageert ze wel.
“IJsje mam?”
“Ja,” klinkt het van ver.
“Lekker?”
“Zalig,” bromt ze.
Ik vertrouw het niet. En ’s avonds, als de thuiszorg komt, heeft ze plotseling 39 graden koorts.

Het moet NU

Ze slaapt met een rocheltje. Een gevatte oneliner is er niet bij… Help! Ik heb toch geen corona meegebracht uit Amsterdam? Maar ze is niet benauwd, hoest niet. En ik heb me toch ook heel keurig, volgens alle regeltjes, gedragen? De gealarmeerde arts van de dokterspost houdt het op een foute reactie op een nieuwe antibiotica – ze heeft een bacterie in haar blaas – waardoor de infectie zich uitbreidt.
“U moet meteen komen voor een nieuw medicijn. Voor elf uur vanavond.”
Tsja, de apotheek is in Zutphen, ik heb geen auto, kan haar niet alleen laten. En op zaterdagavond na tienen hebben al mijn kennissen vast al een drankje op en/of zitten ze ergens gezellig te wezen.
“Kan het morgen ook?”
Néé,” klinkt het onverbiddelijk. “Het moet NU. Anders draagt u zelf de verantwoordelijkheid.”
Gelukkig, na een telefoonestafette vind ik een vrijwilliger die bereid is als koerier op te treden. Tegen elf uur ‘s avonds duw ik met moeite een nieuwe pil van reuzenformaat in haar mondje. De appelmoes sijpelt in straaltjes langs haar kin. Maar het lukt!

Meer lezen?

Lees hier aflevering 1: “Waarom gaan we niet weg?!”
Lees hier aflevering 2: ‘Gewoontes haal je niet zo snel uit de mens’
Lees hier aflevering 3: ‘Het dorp slaapt. Behalve mijn moeder’
Lees hier aflevering 4: ‘Tel je zegeningen. En zeker, die tel ik’
Lees hier aflevering 5: ‘‘De realiteit van haar grote vergeten komt extra hard aan’
Lees hier aflevering 6: ‘Anderhalve meter afstand? Niet mogelijk’
Lees hier aflevering 7: ‘Ze is bang. Waarvoor? ‘Voor al die blote mannen’
Lees hier aflevering 8: ‘Auw!’ roept ze. ‘Jongens, ik trek dit niet. Ik ga dood’
Lees hier aflevering 9: ‘Hmmm.’ Ze sluit haar ogen en doet een tukje’
Lees hier aflevering 10: ‘O, daar weet de dominee wel een oplossing voor’
Lees hier aflevering 11: ‘Ze heeft liefgehad en heeft nog altijd lief’
Lees hier aflevering 12: ‘Zo’n po-bezoekje met of zonder sta-lift is geen kattenpis’
Lees hier aflevering 13: ”Haar hele bovenlijf ziet er uit als een overrijpe kers’
Lees hier aflevering 14: ‘‘’s Nachts schrik ik wakker. Ik hoor haar ademhaling niet’
Lees hier aflevering 15: ‘Ik ontvang al haar onzichtbare bezoekers met alle egards’