Deze allround mediavrouw wordt in maart 66 en heeft nog steeds een feilloos gevoel voor de tijdgeest. Nú in Zin: Patty Brard. Van wulpse zangeres eind jaren 70, partygirl in de jaren 90, realityster in de jaren nul naar nu, ouder en wijzer, met een prentenboek voor kinderen over haar hondjes Bibi en Lulu.
Sterk de dag dookomen
Het is vrijdag 13 november en Patty Brard geeft de hele dag interviews vanuit haar keuken in Amstelveen. Al telefonerend is ze in de weer met vitaminen want het gebruinde lichaam, beproefd door decennia doorhalen op de dans- en werkvloer, vraagt inmiddels dagelijks onderhoud. Er klinkt gerommel. Lachend: “Ik zit hier met wel 15 flesjes vitaminen, en maak nu een bakje met alles wat ik moet slikken om vandaag weer sterk de dag door te komen.”
Afgelopen zomer maakte u een prentenboek over uw hondjes Bibi en Lulu, Het is feest! Dacht u tijdens het schrijven: had ik dit maar jaren eerder gedaan?
“Ja. Het plan lag er al jaren maar ik had er nooit tijd voor, want televisie is zo intensief. Overdag deed ik Bonje met de buren en ’s avonds zat ik bij Shownieuws. Het grote geluk is dat Antoine, mijn man, het tijdens de eerste crisis niet zo druk had. Hij is toen dagboekjes over Bibi en Lulu gaan bijhouden. Tijdens de eerste lockdown zaten wij met de hondjes vast op een berg op Ibiza. Toen nam ik voor het eerst de tijd om te kijken naar hun gedrag. Naar binnen en buiten, spelen met de poes, een holletje graven. Ik dacht: wat zijn jullie eigenlijk grappig! Telkens als ik een stukje had geschreven liep ik weer naar buiten om een uurtje te kijken. Ik was blij met die lockdown, want het bracht mij volledig terug naar zen. Naar mijn eigen gevoel, en naar de mooie dingen die je normaal gesproken in de haast negeert.”
Lulu is in oktober overleden. Hoe gaat u om met de rouw?
“Het overvalt me zo. Gisteren had ik een hele slechte dag, ik was zo verdrietig. Vannacht heb ik nagenoeg niet geslapen. Als je vraagt wat er is durf ik het bijna niet te zeggen, maar ik weet het natuurlijk wel. Ik mis haar zijn. Haar invloed op mijn leven, op de sfeer in huis. Zij lag altijd ergens op een kussentje te kijken naar wat ik aan het doen was. En als ik me verplaatste ging zij ergens anders liggen waar ze weer zicht had op mij. We hebben het lekkerste bed wat je je kunt bedenken, 2,20 m breed, heerlijk. Maar ik lig alsnog op het randje. Want Lulu lag altijd lepeltje-lepeltje met mij, en Bibi ligt op een kussen vol met speeltjes tussen ons in, met haar kop op mijn hoofd. Ik mis dat vreselijk. De honden zijn gewoon onze kinderen. Ik had nooit verwacht dat het zo erg zou zijn, niet normaal meer.”
U verloor eerder uw broer, en een paar jaar geleden uw vader. Lijkt het afscheid van een huisdier op het afscheid nemen van mensen?
“Het is nog erger. Mijn broertje overleed, mijn dochter ging uit huis. Maar dit was me and my shadow. Als jij de trap opgaat en je halverwege bedenkt, dan bedenkt zij zich met jou. Het is onvoorwaardelijk. Het is er altijd. Ze horen en voelen de angst of woede die je voelt. Elke emotie die in je schuilt vertaalt zich via die hond.”
In uw biografie PATTY, de negen levens van Patty Brard, las ik dat u na uw faillissement in 1993 naar een haptonoom ging. Die pakte me bij mijn rug op alsof hij me aan een vleeshaak hing. “Huil maar!” riep hij dan. “Je moet je verdriet niet wegstoppen.” Daar leeft u nog steeds naar?
“Ja, dat is de oplossing. Die haptonoom zei ook: ‘Je mag je nooit meer verdoven. Dat is niet goed. Je moet gewoon durven voelen.’ Dat is de les die hij mij gegeven heeft. Het heeft geen zin om je laveloos te drinken, want de kater is alleen maar erger. Je moet er gewoon mee dealen. Het zou nu bijvoorbeeld helemaal niet zo gek zijn als ik zou denken: laten we maar een wijntje nemen. Want dan is het in elk geval gezelliger. Maar dat gaan we dus niet doen.”
Even een knop omzetten, is het echt zo makkelijk?
“Nee, dat is niet makkelijk. Maar ik begin de dag altijd met het idee: het is een nieuwe kans. Je bent er nou toch. Ook al heb ik kut geslapen, misschien wordt het toch nog leuk vandaag?”
Ik begreep dit het laatste televisiecontract is dat u wilt uitdienen, tot uw 68ste. Als u stopt, gaat u televisie dan missen?
“Dat vind ik een moeilijke vraag omdat ik nu het antwoord niet weet. Ik denk het wel maar we moeten ook realistisch zijn. Ik zou het leuk vinden om af en toe nog een tv-klus te doen. Maar het is door Covid zo’n andere tijd. Er kan zo weinig, er is niet zoveel geld voor televisie en er gaan een heleboel dingen helaas niet door. Alles is daarvan afhankelijk. Aan de andere kant komt dat nu ook wel goed uit, want ik ben ontzettend druk met misschien een tweede Bibi-en-Lulu-boekje. We hebben liedjes gemaakt en we willen kijken of we het verhaal groot uit kunnen rollen, met animatie, knuffelbeesten en merchandising. Maar I go with the flow.”
Veel presentatoren werken met een coach, doen cursussen, kijken vaak hun uitzendingen terug met een professional.
“Ik doe dat eigenlijk niet meer. Ik denk dat ik op het punt ben aangekomen dat ik iemand wel een cursus zou kunnen geven. Qua taalgebruik ben ik redelijk eigenwijs. Of ik wel eens aan iets heb moeten werken? Ja, aan mezelf. Je kunt altijd iets verbeteren aan je geduld, je kennis, lief zijn. Op een gegeven moment creëer je een omgeving waarbinnen jij floreert. Antoine is een hele stabiele man, thuis voel ik me veilig. En dan nog blijven de radars maar doorgaan in dat hoofd. Ik ben altijd blij als ik een dag niets hoef en zelf mag bepalen wat ik doe. Ik vind mijn ontspanning vooral thuis. Soms doe ik op zondagmiddag gewoon mijn pyjama weer aan en ga een aflevering Brothers and Sisters kijken.”
U heeft na jaren weer contact met uw moeder en met uw dochter. Heeft u haast om uw leven op orde te brengen nu u 65 bent?
“Ja, vanaf je 50ste is het allemaal aftellen, onbewust. Je gaat je leven anders indelen en kijken naar wat op dat moment belangrijk voor je is. Dat sluipt erin. Nu vind ik het belangrijk dat ik gisteren een dagje met mijn dochter op pad was. We gingen samen vitaminedrips doen en lekker wandelen. Ik wil leuke dingen met haar doen, stapje voor stapje.”
Uw moeder was vroeger in het gezin wat meer op de achtergrond. Herkent u toch iets van uzelf in haar?
“Ja, haar emotie. Dat herken je pas omdat je nu ouder bent. Nu ik haar weer zie leer ik veel over mezelf. Want ze mag dan dementerend zijn: ze moet wel haar nagels gelakt hebben. Ze gedraagt zich anders als haar haar gekruld is. Ik kan ook niet in mijn joggingbroek naar mijn moeder. Zij wil dat ik er mooi uitzie, dat was vroeger al. Ze werd helemaal gek als ik in mijn gescheurde spijkerbroek binnenkwam, dan vroeg ze aan mijn vader: gaat het nou echt zo slecht met haar? Dat ze geen nieuwe spijkerbroek meer kan kopen? Aan de gemeenschappelijke tafel is mijn moeder degene die met een doekje in de weer is en de tafel afruimt. Dan denk ik: nou Pat, zo zit jij er over een paar jaar ook bij. Maar ik heb ook veel van mijn vader hoor. Recht op zijn doel af, slecht tegen onrechtvaardigheid kunnen. Mijn moeder bedekte altijd alles met de mantel der liefde. Mijn vader was meer ‘papapapapap’. Dat ben ik ook. Ze hebben mij in een goede blender gestopt.”
Spelen uw Indische roots nog een rol voor u, na een halve eeuw in Nederland?
“Je blijft altijd voor een gedeelte wie je aan de basis bent. Zoals Gordon altijd voor een deel Amsterdam-Noord blijft, blijf ik altijd voor een deel Papoea. Als mijn moeder me vroeger afzette op school liep ik er meteen aan de andere kant weer uit. Ik zwierf de hele dag rond over het eiland. Ik had daar hetzelfde leven dat ik nu heb op Ibiza. Natuur, zee, strand, bos. Lekker lopen tussen de takjes, bloemen, kippen. En we zien wel waar de dag eindigt. Dat je in de tuin de rozemarijn ziet groeien en denkt: o, dat kan ook wel in de tomatensaus. Dat leven. Eigenlijk is de cirkel weer hartstikke rond.”
Zin in meer? Lees het hele interview met Patty in Zin 2. Nú in de winkel. Of bestel ‘em hier zonder verzendkosten.
Tekst: Minou op den Velde. Beeld: Brenda van Leeuwen