BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
‘Als je veel geeft, geef je een ander geen ruimte om iets aan jou te geven’

‘Als je veel geeft, geef je een ander geen ruimte om iets aan jou te geven’

Interview met schrijver Marcel Möring

Zijn moeder, gekweld door depressie en een oorlogstrauma, sloeg hem met een pollepel. Zijn ‘rare’ vader zocht zijn heil buitenshuis. Nú in Zin: auteur Marcel Möring (1957) die, zodra hij kon lezen, woord voor woord zijn eigen wereld bouwde: een kathedraal van Bijbeldikke romans.

Prittstift

Marcel Möring: “Ik debuteerde pas op mijn 33ste. Ik ben namelijk nogal georganiseerd en netjes. Als ik 70, 80 pagina’s had, ging ik redigeren, knippen en plakken met een Prittstift. Zo werd dat pak papier drie keer zo dik omdat al die pagina’s aan elkaar geplakt raakten. Brrr, dan begon ik maar opnieuw. De computer is een zegen maar ik print nog veel. Ik corrigeer op de print en schrijf er dingen bij. Daarna voer ik het in en is alles weer schoon.”

Marcel MöringMothers little helper

“Al toen ik jong was vond ik het belangrijk wie ik zelf wilde zijn. Je maakt jezelf. Het leven is een enkele reis, en ik heb geen zin om die tijd uit te zitten en het allemaal voorbij te laten gaan. Ik was een moeilijke puber. Ik kreeg mijn eerste diepe depressie op mijn 12de. Mijn ouders gingen daar niet zo goed mee om. Voor hen was ik vooral een probleem. Het punt was natuurlijk dat mijn moeder al allerlei middelen slikte. Mothers little helpers. Toen kwam ik ook nog met zware depressieve episodes. Op zeker moment wilden ze me laten opnemen. Kijk, tegenwoordig is er meer begrip en kennis. Toen was het voornamelijk: dat kon wel eens hele ernstige aanstellerij zijn. Het is voor mensen ook moeilijk te begrijpen. Mensen denken dat een depressie een vorm van somberheid is. Maar dat is het niet. Het is moeilijk uit te leggen hoe ongelooflijk diep die put is. Ondanks dat je het kunt beredeneren, is het onmogelijk om naar buiten te kijken en iets van schoonheid te zien. Ik zat voor het raam in mijn kamer en dan kwam er zo’n eekhoorntje langs op de boom. Dat had ook een steen kunnen zijn. Niets heeft kleur, alles is levenloos. De uitzichtloosheid is het ergste. Want als dat nou een week duurt, als een griep, dan kom je er wel uit. Maar je weet niet of het ooit over gaat. Een beangstigende gedachte, want je kunt ook niet leven op die manier.

Helpen, helpen, helpen

Mijn laatste depressie kwam op toen ik een aantal jaren geleden ging scheiden. Dat die relatie beëindigd werd, vond ik een opluchting. Het onbevredigende en onverteerbare vond ik dat niet duidelijk was geworden hoe en waarom het precies kapot ging en wat daaraan gedaan had kunnen worden. Mijn probleem was mijn onmacht. Je bent acht jaar bij iemand geweest, en ik had er alles gestopt. Ik heb de hamers, de spijkers, de zaag, enzovoort: waarom komt er nou geen kastje uit? Dat moest allemaal uitgeplozen worden. Kijk, ik begrijp dat iemand niet van mij houdt, daar ga ik vanuit. Dat heeft met mijn jeugd te maken. Mijn psychiater zei een keer hoofdschuddend tegen mij: ‘Helpen, helpen, helpen.’ Als ik een relatie heb ga ik koken en maak ik het gezellig. Ik ben verzorgend, net als vroeger met mijn moeder. Maar als je veel geeft, geef je een ander geen ruimte om iets aan jou te geven. Je hoeft niet te ontvangen, en je hoeft ook niet teleurgesteld te worden, want jij hebt alles al gegeven. (Lacht) Je bent al leeg zeg maar. Ik ben romantisch, dat is het vervelende. Mijn streven is volledig opgaan in die ander en me helemaal verliezen. De afgelopen jaren is die versmelting van ratio en gevoel beter geworden. Ik ben een perfectionist, ik wil het totale. 100%. Maar het duurt lang voor je je gevoelens voor een ander niet alleen maar volgt als een hond die iets lekkers ruikt maar ook kunt begrijpen en hanteren.”

Zin in meer?

Lees het hele interview met Marcel Möring in Zin 3. Nú in de winkel. Of bestel ‘em hier zonder verzendkosten.

Tekst: Minou op den Velde. Beeld: Brenda van Leeuwen