‘Mijn verliefdheid had zo’n impact dat het in mijn hersenen staat gekrast’
We spraken Yolanda Entius
Zin waagt het zomaar het scheppingsproces van de auteur te verstoren. We spraken schrijver, recensent en actrice Yolanda Entius (1961) toen ze nét de eerste letters van een nieuw schrijfproject op papier wilde zetten. Haar prachtige roman Niet ik, over de onmogelijke liefde voor een twee keer zo oude acteur, verscheen zojuist.
Het verhaal dat ten grondslag ligt aan de roman is jouw liefde voor een acteur destijds op de toneelschool. Waarom wilde je dit verhaal te boek stellen? En waarom koos je voor de vorm van een roman?
“Het was, meer nog dan bij andere romans, eerder een kwestie van moeten dan van willen. Na mijn debuut Rakelings begon ik aan een roman over deze man én mijn vader. Want dat ik verliefd was geworden op deze acteur, Dimitri in de roman, had alles te maken met mijn emotioneel afwezige vader. Het boek werd door mijn toenmalige uitgever ‘overvol’ bevonden. Ze noemde het een ‘oerboek’ en adviseerde sterk het niet te publiceren. Jaren later, toen mijn vader gestorven bleek – mijn ouders hadden met hun kinderen gebroken, anderhalf jaar na dato ontdekte ik bij toeval dat hij was gestorven – werd het tijd voor een boek over mijn vader. Dat werd Het kabinet van de familie Staal. Na die roman leek het logisch een roman te schrijven over mijn liefde voor die acteur. Wéér ging het mis. Ik merkte dat ik geen duidelijk perspectief had. Wat wilde ik nou eigenlijk vertellen met dit verhaal? Dat ik op hem verliefd werd als vervanging voor mijn vader was me niet genoeg. Dat wist ik al toen ik 20 was, daar hoefde ik dus niet meer over te schrijven. Er was nog iets anders wat me hieraan bezig hield, maar ik kreeg er niet de vinger achter. Ik had last van tunnelvisie. Die relatie tussen ‘Dimitri’ en mijn vader – die zo evident en zichtbaar is – benam me als het ware het zicht op andere thema’s die achter die onmogelijke liefde schuilgingen. Na twee mislukkingen was het schrijven van dit boek bijna een obsessie voor me geworden. Net als die liefde zelf. Iets kleins eigenlijk, wat in je hoofd steeds groter wordt en ook consequenties heeft in de echte wereld. Daar is grote literatuur over gemaakt. Denk aan Aantekeningen uit het ondergrondse van Dostojevski – Dimitri verwijst ernaar in mijn roman – dat begint met een lullige botsing. En ja het moest een roman worden, geen memoir. Verliefdheid als zodanig is toch ook een talige constructie, net als een roman: je máákt hem in je hoofd. Bovendien kon ik in die vorm alle lijnen – terug in de tijd die van Lena’s seksuele ontwikkeling als meisje, daarna die van Lena als actrice en vervolgens schrijver – bij elkaar krijgen.”
De acteur, de geliefde in het boek, is twee keer ouder dan Lena. Dat realiseert Lena zich als ze zelf de leeftijd van de acteur van toen heeft: 40 jaar. Was dat leeftijdsverschil tussen hen van invloed op de relatie die ze hadden?
“Enorm. Dat leeftijdsverschil tussen hen is allesbepalend. Dimitri is alles wat Lena niet is. Hij heeft met zijn 40 jaar natuurlijk veel meer ervaring dan zij en staat volop in het leven. Zij voelt zich aan de zijlijn staan; het leven moet nog beginnen. Hij gaat haar helpen, is het idee. Niet alleen in haar spel maar vooral ook in het leven. Dat speelt zich uiteraard allemaal in haar hoofd af. Hij weet van niets. Al zal hij daar, gezien de gebeurtenissen later, wel enig idee van hebben gehad. Maar de relatie is dus volmaakt ongelijkwaardig. Hij is onbereikbaar. Lena’s liefde zal er alleen maar door groeien.”
De ingeving van het verhaal een roman te maken kwam tot je in de auto. Je was op weg naar je tuin in Frankrijk. Wat betekent tuinieren voor jou? En hoe verhoudt de tuin en tuinieren zich tot het verhaal in Niet ik?
“Ik noch Lena hebben kinderen. In de roman vergelijkt Lena de zorg voor kinderen met die voor plantjes. Thuis zaai ik de groente in bakjes vóór, ook de gewassen die meteen de volle grond in kunnen, zodat ze een voorsprong hebben op hun concurrenten: het onkruid dat, als ik weer weg ben, vrij spel heeft. Een beetje wat ouders met hun kroost doen, stel ik me zo voor: je voedt ze, koestert ze, vertroetelt ze, houdt vijanden bij ze weg, en hardt ze af. Dat gaat wat ver misschien, maar ik vind het fijn om voor iets te zorgen. Het tuinieren houdt me bij de grond, het échte, tastbare leven, én niet onbelangrijk: ik voel me daardoor verbonden met de omgeving.”
De hoofdpersoon in Niet ik is een actrice die schrijver is geworden. Net als jij. Hoe ver ben je gegaan in het autobiografisch laten zijn van deze roman? En waar lag de grens voor jou?
“Vrij ver. Echte grenzen waren er niet. Ik vind dat je als schrijver alles mag behalve mensen onnodig beschadigen of ongenuanceerd te kijk zetten. Mijzelf of Lena mag ik wegzetten als een kruiperige kakkerlak; bij een ander, iemand die bestaat, kan dat niet zomaar. Dat heeft me in de beschrijving van Dimitri wel beziggehouden. Dat je hem niet veroordeelt, en als dat toch gebeurt dat het dan altijd duidelijk moet zijn dat je als lezer vanuit de – onvermijdelijk – beperkte blik van Lena kijkt. Overigens kreeg ik ondertussen een reactie van ‘Dimitri’ op mijn boek. Hij vond het mooi en vooral ook waarachtig. Ik beschouw dat als een groot compliment. Maar er zit ook overduidelijk fictie in dit boek. In zekere zin is fictie de redding van Lena. Daarnaast heb ik het verhaal verdicht en details veranderd. En laten we niet vergeten dat het geheugen onbetrouwbaar is, zeker als er heftige emoties in het spel zijn. Ik heb nog overwogen om Lena in het laatste deel – dat een zeker documentair karakter heeft – gewoon Yolanda te noemen. Maar dat werkte niet.”
Hield je een dagboek bij of maakte je aantekeningen ten tijde van jouw relatie met de acteur? Heb je die geraadpleegd voor Niet ik?
“Ik schreef dagboeken in die tijd en heb er wel eens een blik op geworpen maar dat maakte me zo miesj. Die dagboeken zijn één groot lijden. Ik wilde uiteraard meer dan een klaagzang. Heel veel moeite het allemaal te onthouden heb ik nooit gehad. Mijn verliefdheid had zo’n impact dat het in mijn hersenen staat gekrast. Maar of het ook allemaal zo gebeurde als ik het heb onthouden… Ik durf daarvoor wel mijn hand in het vuur te steken maar ik zou me zomaar kunnen branden. Toch, in grote lijnen vergis ik me niet. Dat kreeg ik door ‘Dimitri’ ook wel bevestigd.”
Smaakt autobiografisch schrijven naar meer? Of is je verhaal verteld?
“Ik schreef al eerder autobiografisch. Zoals gezegd: Het kabinet van de familie Staal gaat over de desintegratie van het gezin waaruit ik kom. En de roman Abdoel en Akil heeft als uitgangspunt de verkrachting van een 17-jarig meisje op vakantie in Frankrijk. Dat meisje was ik zelf. Ik verwijs er in Niet ik nog naar: Die verkrachting had ik, om er grip op te krijgen en me van het slachtofferschap te bevrijden, klein gedácht door het accent te verleggen. Door me moreel en mentaal boven hem te plaatsen had ik van mijn verkrachter een slachtoffer gemaakt. Dat is in feite wat ik doe in Abdoel en Akil. In meer of mindere mate zal mijn werk wel altijd autobiografisch zijn, wat fictie bepaald niet uitsluit. Maar het verhaal van dat gezin en van Dimitri is nu wel klaar, denk ik.”
Je schrijft helder en toegankelijk. Hoe heb je jouw stijl gevonden?
“Dat weet ik eigenlijk niet. Het moet helder zijn en precies, niet wollig of mooischrijverig – hoewel ook smaak daarin een rol kan spelen. Toon en ritme vind ik erg belangrijk. Die toon moet eigen zijn. Je leest wel eens boeken en dat je dan denkt: dat kan ik ook. Dat is geen compliment aan mijn adres maar kritiek op de – blijkbaar – niet persoonlijke stijl van de auteur. Ik denk dat je je stijl vindt door te weten wat je zeggen wil en door te doen: door schrijven en te schrijven en nog meer te schrijven.”
Hoe ziet een schrijfdag van jou eruit? En schrijf je nu anders – of meer – in deze coronatijd?
“Er is voor mij niet veel veranderd. Schrijven is en blijft een eenzaam vak dat je, anders dan acteren, zonder problemen op anderhalve meter van een ander uit kunt oefenen. Ik ben me wel bewust van de veranderingen om mij heen. En dat mijn dagen opeens meer lijken op die van anderen. Iedereen werkt thuis, iedereen wandelt. Dat is gemeengoed nu. Een schrijfdag begint met opruimen en het wegwerken van lijstjes, als alles aan kant is, in het hoofd en in huis, kan ik aan het werk.”
Alweer een nieuw project op stapel?
“Ja. Ik wou vandaag de eerste letters op papier zetten, maar toen kwam jij er met je vragen tussen. Ik had mijn mailprogramma uit moeten zetten!”
Meer & win
Als jong meisje was Lena ervan overtuigd dat het leven als ze het ouderlijk huis verlaten had mooier, warmer, beter zou zijn; dat moest haast wel. Maar eenmaal op kamers komt haar nieuwe leven nauwelijks van de grond. Ook op de Toneelschool wil ze maar geen vleugels krijgen. Acteurs blijken niet leuker of beter dan gewone mensen, mensen zoals zij. Op het dieptepunt van haar teleurstelling maakt Dimitri zijn entree. Hij is alles wat zij niet is – flamboyant, onbekommerd, schaamteloos, bourgondisch – en bijna twee keer zo oud. Ze wordt sterk door hem aangetrokken en raakt verstrikt in een kat-en-muisspel met alsmaar wisselende regels. (Van Oorschot, € 20)
Wij geven 5 boeken van Yolanda weg. Laat hieronder een reactie achter om kans te maken. Winnaars hebben inmiddels bericht gekregen.