Ik heb vergaderangst
Henk vraagt hoogleraar klinische psychologie Willem van der Does om advies
Vergaderingen maken Henk zenuwachtig. Hij vraagt hoogleraar klinische psychologie Willem van der Does om advies.
Ik heb vergaderangst
Ik heb een hekel aan vergaderen. De zenuwen komen op zo gauw het met meer dan twee of drie anderen is, of als het een ‘officieel’ karakter heeft en er wordt genotuleerd. Ik ben zo’n hele vergadering gespannen en als ik aan zie komen dat het mijn beurt is om iets te zeggen, slaat de stress steeds verder toe. Ik hou het maar altijd zo kort mogelijk en soms slik ik mijn punten maar helemaal in. Twintig jaar geleden heb ik wel eens een assertiviteitstraining gedaan, daardoor durf ik nu überhaupt aan een vergadering mee te doen.
Met videovergaderingen is het trouwens nog moeilijker omdat ik dan ook mezelf zie op het scherm. Ik heb geleerd om een ontspanningsoefening te doen tijdens zo’n vergadering maar dat lukt heel matig. Je zou denken dat het met meerdere vergaderingen per maand wel zou wennen maar dat is niet zo. Zou het zin hebben op mijn leeftijd hier nog cursussen voor te volgen? Kost zo 1000 euro. Ik ben al 60 en het lijkt me stug dat ik hier nog van afkom.
Henk
Beste Henk,
Wat je hebt is een variant van ‘angst voor spreken in het openbaar’. Je bent niet de enige: zo’n beetje de helft van de bevolking heeft daar in enige mate last van. Duizend euro is een smak geld maar wie weet wil je werkgever wel (mee)betalen? Het zal je werkplezier ten goede komen; daar word je meestal ook productiever van. Ook de kwaliteit van je inbreng in vergaderingen zal stijgen. Een win-winsituatie, zoals dat heet. Breng het eens ter sprake in een functioneringsgesprek.
Ontspanningsoefeningen
Verder is het goed om de techniek van ontspanningsoefeningen onder de knie te hebben maar doe dat kort voor de vergadering, niet tijdens. Als je tijdens de vergadering probeert te ontspannen, gebruik je een deel van je ‘werkgeheugen’ om jezelf door die ontspanningsoefening te leiden. De capaciteit van je werkgeheugen is beperkt en die heb je helemaal nodig om de vergadering te volgen en te bedenken wat je wilt inbrengen. Je zegt ook dat ontspannen niet lukt. Het punt is dus dat je kennelijk bezig bent je lichaam te monitoren op signalen van spanning – allemaal ‘capaciteit’ die je beter kunt besteden aan de taak die voor je ligt.
Verder valt me op dat je waarschijnlijk al ruim dertig jaar zit te vergaderen maar je noemt niet één rampzalig verlopen vergadering. Het feit dat het desondanks niet went, betekent meestal dat je telkens het gevoel hebt dat je de ramp nét hebt weten te voorkomen. Misschien juist wel omdat je die ontspanningsoefening zit te doen. En je denkt dat het zonder die oefening helemaal uit de hand zou lopen. Dan heeft die oefening dus op twee manieren averechts effect: het vraagt mentale capaciteit die je nodig hebt voor de vergadering en het creëert de illusie dat je niet zonder kunt. In een cursus of met coaching kun je in een veilige context experimenteren met het achterwege laten van de ontspanningsoefening en merken dat je hem niet nodig hebt. Vervolgens zal de angst wel degelijk gaan afnemen. Als het werkt, moet je alleen nog in het reine komen met de gedachte dat je hier twintig jaar geleden ook vanaf had kunnen komen. Maar dat is geen reden om er eenentwintig jaar van te maken.
Wat vind jij?
Hoe zie jij dit? Of heb je een tip voor Henk? Wij horen het graag hieronder.
Prangende vraag? Mail hem naar redactie@zin.nl o.v.v. ‘Dr. Does’. Meer vragen staan in Zin 5. Nu in de winkel of bestel dit nummer online.