‘Door nieuwe verhalen blijft het herdenken leven’
Interview met gasthoofdredacteur Gerdi Verbeet
Het was als kind haar taak het zonnetje in huis te zijn. Pas veel later leerde ze écht vrolijk te zijn. Want dat is ze. Nú in Zin: rasoptimist en gasthoofdredacteur Gerdi Verbeet (1951). Ze blijft nieuwsgierig. Naar het leven, en naar de ander.
Open eindes
Als gasthoofdredacteur van Zin kan ze doen waar ze zin in heeft, zegt Gerdi Verbeet glunderend. En dus ontvangt ze ons op een voor haar speciale plek: het kantoor van het Nationaal Comité 4 en 5 mei aan een Amsterdamse gracht vlakbij het Joods Cultureel Kwartier. “Dit was vroeger namelijk de gemeentelijke kweekschool waaraan mijn vader is opgeleid tot onderwijzer. Ik heb thuis nog het jubileumboekje, van toen de school in 1951, mijn geboortejaar, 75 jaar bestond. Tot mijn verbijstering staat daar maar anderhalve regel in over al de joodse leerlingen en leraren die na de oorlog niet meer terugkwamen, zoals dat toen eufemistisch heette. Bizar. Er hangt in het gebouw ook geen herinneringsplaquette aan hen. Ik heb daar een paar keer om verzocht, maar het schijnt nogal een uitzoekerij te zijn om te achterhalen wie hier les heeft gehad. We leven nu 76 jaar na de oorlog en nog steeds zijn er open eindes. Daar verbaas ik me weleens over, maar tegelijkertijd: nieuwe verhalen bieden ook de kans om daar aandacht voor te vragen. Zo blijft het herdenken leven.”
Onze vrijheid beschermen
Binnenkort zal ze afscheid nemen van deze dierbare plek, want haar termijn als voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei zit er bijna op. “Ik vind het goed. Het klinkt misschien raar, maar wat je in zes jaar niet voor elkaar hebt gekregen, krijg je in twaalf jaar ook niet voor elkaar. Dus ik vind het mooi dat iemand anders het nu gaat doen.”
Het voorzitterschap van het Nationaal Comité 4 en 5 mei is een functie die haar na aan het hart ligt. “Ik wilde heel graag voorzitter worden, ja. Als Kamervoorzitter sprak ik al regelmatig bij herdenkingen, en dan had ik het uiteraard ook over de relatie tussen onvrijheid en de dictatuur tijdens de Tweede Wereldoorlog en over de verantwoordelijkheid die we nu allemaal hebben om de instituties die onze vrijheid beschermen overeind te houden. Ik realiseer me ineens dat mijn relatie met mijn man zo ook is begonnen. Hij schreef me nadat ik Kamervoorzitter was geworden een mooie brief waarin hij mij erop wees dat ik als Kamervoorzitter de belangrijke rol had om ervoor te zorgen dat de instituties van onze democratie integer blijven. Wat een interessante man, dacht ik, die moet ik eens ontmoeten. Zo is het begonnen. We hebben elkaar ontmoet en we zijn met elkaar in gesprek gebleven.”
Toen was u een vijftiger. Kies je dan op een andere manier een partner dan als je jong bent?
“Het grote voordeel van op latere leeftijd een partner vinden, is dat je jezelf dan veel beter kent dan wanneer je jong bent. Je weet wat je behoeftes zijn, je kent je goede en je slechte kanten. Zo weet ik van mezelf dat ik een controlfreak ben, dat is niet anders. Dit is mijn derde huwelijk – ik ben altijd getrouwd, want ik vind trouwen enig – en wat zeker een rol speelde, is dat ik in mijn eerste twee huwelijken partners had die niet gewend waren aan vrouwen met veel eigen ambitie. Dat wrong. Maar Wim is net zo’n workaholic als ik. Hij is nu 81 en nog altijd druk met politiek-maatschappelijke vraagstukken. Hij vindt het ook prima dat ik een paar dagen per week in mijn eigen flat in Amsterdam ben. Sinds de pandemie ben ik daar trouwens wel een stuk minder. We waren al snel heel voorzichtig en vonden het veiliger om op de Veluwe te blijven. Gelukkig hebben we in Garderen de ruimte maar ik mis mijn eigen plek wel.”
Kinderen en een boel extra
Haar carrière is eigenlijk als vanzelf verlopen, zegt ze: van het een kwam het ander. Ze stond voor de klas, werd politiek assistent van Partij van de Arbeid-bewindslieden, vervolgens Kamerlid en toen Tweede Kamervoorzitter. “Ik heb altijd werk gevonden dat bij mijn karakter past. Ik doe alleen wat ik leuk vind en waarvan ik iets kan leren. Voor het geval dat er ooit geen werk zou zijn, had ik een plannetje achter de hand: dan zou ik een eigen cateringbedrijfje beginnen. Ik had de naam ook al, Lekker Thuis. Maar zover is het nooit gekomen.”
Dat het combineren van buitenshuis werk en het moederschap geen probleem hoeft te zijn, draagt Gerdi Verbeet bewust uit. “Dat doe ik sinds ik een keer vrouwen te eten had die zeiden dat ze mij bewonderden omdat ik de moed had gehad om werk en moederschap te combineren. Zelf hadden ze dat niet gedurfd. Dat vond ik verdrietig en daarom spreek ik me over dit onderwerp uit. Bij mij was het trouwens geen kwestie van moed. Ik zeg altijd: ik heb dankzij mijn kinderen carrière gemaakt. Ik wilde heel graag kinderen en toen ik ze had, dacht ik: alles wat er nu nog bijkomt, is extra.”
Zin in meer?
Lees het hele interview met Gerdi Verbeet in Zin 6. Nú in de winkel of bestel ‘em hier.
Tekst: Liddie Austin. Beeld: Jacqueline de Haas. Haar & make-up: Karin van Dijk. Locatie fotografie: Artis.nl