‘Ik zou het liefst in het harnas sterven. Achter de microfoon dood omvallen’
In gesprek met Mieke van der Weij
Presentator Mieke van der Weij (1954) is al jaren energiek op de beeldbuis te zien. Ze zou inmiddels best met pensioen kunnen maar daar heeft ze helemaal geen zin in…
Ondersteboven
Haar hoofd verdwijnt in het gat van een lage houten stoel. Ze strekt zich uit, haar voeten steken de lucht in. Mieke van der Weij staat op haar hoofd, zoals elke ochtend. Een gesmoorde stem: “Dit is een FeetUp Trainer. Iedereen kan dit hoor, het is helemaal niet moeilijk.” Even de rug afrollen en daar staat ze, in haar kleine werkkamer. “Dit doe ik voor mijn rug. En daarna koud douchen.” Deze zomer wordt ze 68. “Natuurlijk is het onzin om te zeggen dat ik nog even fit ben als op mijn 37ste. Ik vind ouder worden ook niet altijd fijn. (Trekt met twee handen haar gezicht strak) Dit dus. Maar ik werk en loop nog steeds hard. Zoveel is er ook weer niet veranderd.”
U vertelde ooit dat u tijdens een gala naast VARA-directeur Vera Keur zat, die zei: ‘Ik zag je laatst in dat kunstprogramma van de NPS. Leuk, maar ik vind niet dat ze goed gebruik maken van je.’ Terwijl ze u net had laten gaan.
“Ik heb altijd een vrij moeizame gang door Hilversum gemaakt. Ik heb verschrikkelijk veel gesprekken gevoerd met leidinggevenden waar ik met een vernederd gevoel vandaan kwam. In Hilversum ligt achter elke struik de teleurstelling op de loer. Waarom je wel of niet ergens voor wordt gevraagd, daar kom je niet achter. Het is een schimmige wereld van mensen die de dienst uitmaken. Maar ik heb het werk altijd zo leuk gevonden. Na de VARA ging ik live televisie maken bij AT5 en daarna kon ik Kunstmest presenteren bij de NPS. Na drie jaar kwam er niks meer en kon ik naar de Wereldomroep. Daar zat Ruud van Breugel, die me vroeg voor De Rijdende Rechter. Dat was grappig, want ik kom uit een NCRV-gezin. Als wij vroeger op vakantie gingen rolden wij de eitjes in de NCRV-gids. Ik heb het elf jaar gedaan maar ben dat nooit begonnen met het idee van wow, dit is mijn programma! Nee, ik moest gewoon weer wat. Achteraf is het naïef maar in het begin denk je: alles wat ik doe is een soort zelfverwezenlijking. Op een gegeven moment wordt het gewoon een baan. Een vak. Na tien jaar was ik wel klaar met die burenruzies. Ik presenteerde Hart en ziel en De Nationale Nieuwsquiz, met Harm Edens, en dacht: gaat hier verder nog iets gebeuren?”
Aan de bel trekken
“Nou, niks. Oké, dan ga ik Gijs van Beuzekom, de hoofdredacteur, zelf maar eens bellen. Hij zei: ‘Ik snap eigenlijk niet zo goed wat jij hier doet. Als jij niks hoort, dan is er dus niks.’ Oké. Nou. Verder maar weer. Ik heb me wel afgevraagd hoe dat zit met andere presentatoren. Iemand als Frits Sissing heeft een vast contract. Haha. Die jongen krijgt voortdurend allerlei programma’s! Twan Huys wordt nu weer helemaal op het schild gehesen. Ergens doe ik iets fout. Ik ben iemand die net niet precies voegt. Maar dat freelancen heeft me ook sterk gemaakt. Daarom was ik zo blij dat ik twee jaar geleden die Zilveren Reismicrofoon kreeg. Eigenlijk was ik nog blijer met het juryrapport. Het is zo goed getroffen. Telkens word je afgewezen en moet je naar de volgende, je kunt daar een heel treurig verhaal van maken. Maar in het juryrapport zeiden ze: ‘Ze trekt zich niets aan van de grillen van omroepbazen en modieus omroepgedoe. Kiest voor prettig en inhoudsvol werken, ook als dat wellicht minder handig is met het oog op een glanzende mediacarrière. Terwijl Hilversum vergadert maakt Mieke programma’s. Houden zo.’”
U kreeg een paar jaar geleden uw eerste AOW. Moest u slikken?
“Ja! Ik kreeg € 822 en een stadspas. Ik vond het gek dat ik geld kreeg voor iets waar ik niets voor had gedaan, alleen maar omdat ik lang genoeg heb geleefd. Bizar!”
U zit nu bij MAX. Dat geldt als de laatste halte voor presentatoren.
“Tot je dood kun je bij Max blijven, haha. Ik heb nog geen pensioendatum gepland. Sijbolt werkt ook nog.”
U ontwikkelt momenteel een nieuwe podcast, Dor hout.
“Het thema Dor Hout kwam op tijdens corona. Ouderen en mensen met een beperking verzetten zich tegen die term. Filosoof en dichter Lieke Marsman heeft zich er ook druk over gemaakt. Zij is 30 en heeft kraakbeenkanker. Met haar zou ik willen praten. Het thema heeft ook met mezelf te maken. Doe ik er nog toe als ik niet meer werk? Moeder worden is voor veel vrouwen een geweldige truc om à la minute betekenis te krijgen. Als je geen kinderen hebt moet je zelf zorgen dat je zinvol bent. Maar zodra je er uit wordt gekieperd, omdat je te oud bent, of gehandicapt of ziek, wat doe je dan? Het is voor mij een schrikbeeld om opeens geen werk meer te hebben. Gisteren ging ik de Libris boekenpodcast opnemen. Mijn buurvrouw zei: ‘Ga je alweer werken?’ Ja, zei ik, ik zou niet zo goed weten wat ik anders de hele dag zou moeten doen. Toen zei ze: ‘O, daar wen je vanzelf aan.’ Dat zou kunnen, maar ik vind het nog zo leuk allemaal! Werk geeft me meer energie dan het me kost. Gisteren was ik terneergeslagen, want ik had slecht nieuws gekregen over mijn zusje. Ze heeft uitgezaaide darmkanker en is uitbehandeld, heel verdrietig. Ik dacht oké Mieks, huppetee, naar de studio. Na afloop voelde ik me een stuk beter. Ik vind het moeilijk om me een leven voor te stellen waarin dat er allemaal niet meer is. Ik zou het liefst in het harnas sterven. Achter de microfoon gewoon dood omvallen.”
Zin in meer? Lees het hele interview met Mieke in Zin 8. Nú in de winkel. Of bestel ‘em hier.
Tekst: Minou op den Velde. Beeld: Jacqueline de Haas