BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Zó word je vrolijk & vitaal oud

Zó word je vrolijk & vitaal oud

Onderzoekers en andere (ervarings-)deskundigen onthullen hun recept

Gezond en gelukkig ouder worden is niet iedereen gegeven. Maar de kans daarop is wel groter als je zelf de regie over je leven in handen houdt. Dat blijkt uit een grootschalig verouderingsonderzoek van de Universiteit van Amsterdam. Nú in Zin: onderzoekers en andere (ervarings-)deskundigen onthullen hun recept voor vitaal en vrolijk ouder worden.

Nieuwe adolescentie

Na ons pensioen hebben wij nog zo’n twintig jaar voor de boeg voor – bijvoorbeeld – een carrièreswitch. En al komen we af en toe niet meer op namen en rennen we minder hard dan vroeger, we zitten toch behoorlijk lekker in ons vel. Sterker nog, 65-plussers zijn meer tevreden met hun leven dan 65-minners (8,0 versus 7,8). De verklaring voor deze opvallende geluksparadox is dat ouder worden van buitenaf veel erger lijkt dan wanneer je er zelf middenin zit. Dan zie je wat allemaal nog wél kunt. In plaats van met één been in ons graf te liggen, fietsen we met twee redelijk gezonde benen deze nieuwe levensfase in. Emeritus hoogleraar Positieve Psychologie Jan Walburg (1949) noemt deze tweede jeugd de nieuwe adolescentie: “In de adolescentie moet je jezelf neerzetten, aftasten wat je kunt, je positie ten opzichte van anderen bepalen en levensdoelen formuleren. Dat doe je als 18-jarige, maar moet je ook als zestigplusser doen. Je hebt nog jaren te gaan. Citytrips en fietstochtjes zijn leuk, maar als je meer wilt, moet je nadenken over hoe je die jaren zinvol kunt invullen.”

Groot onderzoek naar veroudering

Hoewel ouderen op punten als vocabulaire en algemene kennis beter scoren dan jongeren, kunnen we er niet omheen dat de ouderdom ook met gebreken komt. “Uitdagingen,” noemen Lotte Brinkhof (1996) en Richard Ridderinkhof (1964) het liever. Zij zijn respectievelijk als psycholoog/promotieonderzoeker en hoogleraar neurocognitieve veroudering verantwoordelijk voor het grootschalige onderzoeksproject Senioren doen mee van de Universiteit van Amsterdam. Met dit onderzoek willen ze achterhalen hoe het komt dat sommige senioren ondanks (dreigende) beperkingen op fysiek en mentaal vlak heel tevreden ouder worden, terwijl anderen eraan onderdoor dreigen te gaan. De komende jaren legt het onderzoeksteam in een online enquête tienduizend mensen van 55 en ouder allerlei vragen voor om achter het geheim van een vitale en vrolijke oude dag te komen. “In het verleden is al veel onderzoek gedaan naar de factoren die bijdragen aan gezond ouder worden en het versterken van veerkracht,” zegt Brinkhof. We kennen de meeste wel: regelmatig bewegen, goed slapen, niet roken, matigen met alcohol, gevarieerd eten en sociaal actief blijven. Maar ook andere demografische, psychosociale en cognitieve factoren spelen een rol. Zo is het handig als je in staat bent flexibel in te spelen op eventuele veranderingen ten kwade. Daardoor kun je je sneller aanpassen, makkelijker met tegenslagen omgaan en moeilijke omstandigheden beter te lijf gaan. Niet het ontbreken van kwaaltjes, maar die veerkracht en weerbaarheid zouden weleens een belangrijke sleutel tot een prettige tweede puberteit kunnen zijn. Veerkrachtige mensen zijn als een spons: ze buigen mee onder druk en veren daarna weer terug. Brinkhof: “Om erachter te komen hoe dat precies werkt, kijken wij naar het samenspel tussen al die verschillende factoren en het effect daarvan op onder meer het welbevinden en de kwaliteit van leven van ouderen.” Ridderinkhof vult aan: “Als we daar patronen in ontdekken, kunnen we interventies ontwikkelen die bijdragen aan gezond ouder worden.”

Regisseur over je eigen leven

In hun zoektocht naar de verklaring waarom de ene senior wél en de andere niet veerkrachtig is, letten de onderzoekers vooral op vier belangrijke veerkrachtfactoren: hoe mensen omgaan met (negatieve) situaties (coping), in hoeverre ze in staat zijn grip op hun leven te houden (zelfmanagementvermogen), of het ze lukt om op een positieve manier naar hun leven  – inclusief eventuele tegenslagen – te kijken (positieve beoordelingsstijl) en de rol die fysieke activiteit bij dit alles speelt. Hoewel meer onderzoek nodig is en de onderzoekers daarom nog enige slagen om de arm houden, lijkt het erop dat veerkracht inderdaad een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van leven. Andersom zit iemand ook lekkerder in zijn vel naarmate hij veerkrachtiger is. Veerkracht en kwaliteit van leven lijken elkaar dus te versterken. Vooral de mate waarin iemand in staat is zijn eigen leven te managen blijkt de veerkracht – en daarmee de kwaliteit van leven – te vergroten. Zelfmanagers hebben de regie over hun leven, maken dat dat loopt zoals zij dat willen, investeren in anderen, nemen initiatief, geloven in eigen kunnen, hebben een zonnige kijk op de toekomst en zorgen voor buffers om eventuele tegenslagen te kunnen opvangen. Hun lijfspreuk is: Ik kán dat! Zelfeffectiviteit heet dat in wetenschappelijke termen. Hoewel sport of andere fysieke activiteit van belang is voor je gezondheid, leidt het volgens de onderzoekers niet automatisch tot een betere tweede jeugd. Het heeft daarop echter wel indirect invloed omdat het die zelfeffectiviteit versterkt. Jezelf uitdagen geeft je het vertrouwen dat je je doelen kunt bereiken en dat je controle over je leven hebt: jij kúnt het! Daarvoor hoef je trouwens niet per se sportief te doen. Elke multifunctionele activiteit die je samen doet met anderen en die in meerdere behoeftes voorziet, heeft zo’n ego-versterkende werking. Dus ook gewoon shoppen met een vriendin (lopen, kledingwensen vervullen, gezellig). Of beter nog: vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk daagt je uit en haalt je uit je comfortzone. Daarmee kun je meer boxjes afvinken dan met winkelen (zoals goed gevoel en waardering krijgen, onder de mensen zijn en meedoen in een gemeenschap).

Empowerment

Het werk van Brinkhof en Ridderinkhof stopt niet bij het analyseren van de onderzoeksgegevens. Al tijdens het onderzoek zullen zij op basis van de uitkomsten trainingen ontwikkelen en uitproberen hoe die de kwaliteit van het seniorenleven kunnen vergroten. Brinkhof wil zich daarbij vooralsnog vooral richten op preventieve interventies die leiden tot verbetering van de zelfmanagementvaardigheden waardoor je zelf de regisseur over je eigen leven kunt zijn. “Met kleine aanpassingen in het dagelijks leven kun je al veel bereiken. Hoe eerder je daarmee begint, hoe beter. Ga bijvoorbeeld samen sporten in plaats van alleen, plan die uurtjes, drink daarna samen een biertje en praat over de week. Op die manier haal je er op meerdere vlakken voordeel uit en is de kans groter dat je het daadwerkelijk gaat doen. Dat versterkt je geloof in eigen kunnen. En dat maakt weer dat je sneller initiatieven durft te nemen en de toekomst zonniger tegemoet kunt zien. Jij  hebt het namelijk zélf in de hand. Bevalt het je niet, dan kun je het ook zo weer veranderen.” Ridderinkhof wil proberen vat te krijgen op het verloop van het verouderingsproces. “Ouder worden is niet een geleidelijk patroon van achteruitgang. Het gaat in sprongen. Mensen zitten een tijd lang in een zogenaamde comfortzone. In zo’n zone zijn ze betrekkelijk stabiel en hebben ze niet zoveel last van hun beperkingen. Tijdens het ouder worden vallen ze stapsgewijs telkens van een hogere naar een lagere comfortzone waarin ze minder kunnen dan voorheen maar op een gegeven moment wel weer een comfortabel evenwicht vinden. Sommigen vallen steeds maar kleine stukjes naar beneden, bij anderen gaat het een hele tijd goed totdat ze ineens heel diep vallen. Waar we heen willen, is dat we door het begrijpen van het evenwicht – en verstoringen daarvan – iets kunnen bieden om mensen weerbaar te maken tegen die verstoringen. Bijvoorbeeld door specifieke trainingen of in de vorm van voor iedereen beschikbare kennis over wat je kunt doen om weerbaar te blijven.”

Wie deden er tot nu toe mee aan Senioren Doen Mee?

In totaal vulden 1392 mensen in deze eerste onderzoeksfase de enquête in: 37% mannen en 63% vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 68 jaar. De meesten hebben minimaal een middelbare schooldiploma (86%), verdienen als huishouden maandelijks netto € 2101 of meer (79%), zijn gepensioneerd (70%) en wonen al dan niet gehuwd samen met hun partner (67%). Bijna iedereen is in Nederland geboren (94%).

Doe mee met Senioren Doen Mee!

Het grootschalige verouderingsonderzoek van het Centre for Urban Mental Health van de Universiteit van Amsterdam is een langlopend onderzoek. De onderzoekers streven naar 10.000 deelnemers (vrouwen en mannen). Je kunt – mits 55 jaar of ouder – meedoen. Schrijf je in op Seniorendoenmee.nl In Zin blijven we het onderzoek op de voet volgen. Zin in meer? Lees het complete artikel in Zin 8. Nú in de winkel. Of bestel ‘em hier.