‘Maar,’ sputterde ik, ‘ze rijdt nog zo lekker. En ik hou van haar’
Een nieuwe column van Hanneke Groenteman
Een nieuwe column van Hanneke Groenteman: ‘Zolang mijn autootje en ik het doen, blijven we bij elkaar.’
Autoliefde
Het mag misschien niet meer in deze tijd, maar ik rijd nog steeds auto. Tegen beter weten in. Milieu, CO2, files, ik weet het. Maar ik doe het toch, ik ben dol op mijn autootje en nogal slecht ter been. Mijn autootje is tweedehands, het is klein, het is betrouwbaar, het is mijn verplaatsbare gemotoriseerde huisje. Ik beweeg me er makkelijk mee van hier naar daar, met of zonder kleinkinderen en vrienden/vriendinnen. Ik voer er de beste gesprekken in, ik luister erin naar de radio of naar mijn favoriete podcasts, naar mijn lievelingsmuziek. Ik maak me erin op, ik zit erin te snoepen en te eten en te drinken. Ze is mijn tweede thuis. Alleen, ze begint tekenen van ouderdom te vertonen.
Ouderdoms kwalen
Toen ik haar kocht glom en blonk ze dat het een lieve lust was. Ze was al een beetje op leeftijd, maar dat zag je niet. De garage had haar een facelift gegeven en overgespoten met superglanzende lak, goed schoongemaakt, ze kon nog jaren mee. Maar ja, zoals dat gaat, de tekenen des ouderdoms kwamen onherroepelijk door de glans heen. Ze kreeg deuken en krassen, hier en daar roestplekken, er vielen af en toe onderdelen af, kleppen sleten, accu’s verzwakten, het hang- en sluitwerk begon gebreken te vertonen. Elke keer weer terug naar de garage, ik kon haar niet missen. En ik wou haar ook niet ruilen voor een jonger exemplaar.
Opknapbeurt
“Tja mevrouw,” zei de monteur laatst, “hij loopt op z’n eindje. Misschien moet u toch overwegen…” “Nee, nog niet,” jammerde ik. “Hij lekt olie mevrouw, kijk maar, zo’n plas op de grond.” “Maar,” sputterde ik, “ze rijdt nog zo lekker. En ik hou van haar.” Enfin, lang verhaal kort: ik zal toch binnen afzienbare tijd afscheid van haar moeten nemen. Een kwestie van kosten en baten en van komen en gaan. En een kwestie van kwaliteit van leven. Maar nog één pittige opknapbeurt, nieuw accu, nieuwe uitlaat, en dan mag ze nog even door. Wat ik maar wil zeggen: ik bén dat autootje.
Ooit glom en blonk ik, maar nu komen de gebreken door de laklaag heen. Ik heb deuken en krassen, mijn kleppen lekken, ik verlies onderdelen, soms helpt een nieuw onderdeel, maar lekkages zijn onvermijdelijk. De dokter zegt: “Mevrouw, we gaan een paar onderdelen vernieuwen. Een nieuwe klep hier, een extra buisje daar, een splinternieuw gewricht, en dan kunt u weer een tijdje mee.” “Maar dokter,” zeg ik, “ik lek ook af en toe behoorlijk.” Nou, daar had de dokter ook wel een nieuw onderdeeltje voor. En zo is het gegaan. Ik kan nog een tijdje mee. En zolang mijn autootje en ik het doen, blijven we bij elkaar. Tot de dood ons scheidt.
Hanneke Groenteman (1939) is programmamaker, journalist en schrijver. In Zin schrijft ze over waar een vrouw in deze levensfase tegenaan loopt. En wat ze daarvan vindt.
Nooit meer een column van Hanneke missen? Met deze aanbieding lees je Zin wel erg voordelig.