‘Alles komt goed, jongen!’
Een nieuwe column van Stef Bos
Stef Bos (1961) is singer-songwriter en woordkunstenaar. In Zin schrijft hij over zijn leven als muzikant en als echtgenoot en vader.
Here comes the sun
Toen eind mei dit jaar de zon definitief de kop opstak en de zomer zijn langverwachte intrede deed, kwam zoals elk jaar die song weer mijn leven binnenfladderen. Want zo klinkt Here comes the sun van George Harrison: als een vlinder. Die al bijna mijn hele leven meefladdert. Sommige muziek uit de prille puberteit overleeft het niet en blijkt een houdbaarheidsdatum te hebben. Maar deze song wordt steeds beter voor mijn gevoel: Little darling, the smiles returning to the faces / Little darling, it seems like years since it’s been here / Here comes the sun, here comes the sun / And I say it’s all right. Wat een betekenisvolle tekst in dit bizarre jaar. Een kleinood is het, ogenschijnlijk simpel, maar dat zijn dikwijls de beste songs. Ik hoor mijn moeder erin die 18 was in 1945 en daarin waarschijnlijk haar levensmotto had gevonden. “Alles komt goed, jongen,” zei ze altijd – ook een uur voordat ze stierf. Het soort optimisme van iemand die voorbij zichzelf kan denken. Zoals George Harrison.
Underdog
De eerste single die ik ooit kocht was er een van deze stille Beatle. Ik ben altijd wars geweest van stammentwisten. The Stones of The Beatles. Ik zocht altijd naar een zijweg of een underdog om me mee te identificeren. Omdat daar ademruimte ligt. Harrison zocht het hoger op zonder een zwever te zijn want zijn gevoel voor humor was legendarisch onder zijn vrienden. Hij was een verbinder tussen de hamer en het aambeeld van Lennon en McCartney. De prachtige documentaire over zijn leven van Martin Scorsese laat iemand zien die de wereld mooier wilde maken. Dat wist ik allemaal niet toen ik mijn eerste single kocht maar het werd me door de jaren heen steeds duidelijker. Hij zag zichzelf als deel van een groter geheel en straalde altijd een soort rust uit, van aanvaarding zonder je ergens bij neer te leggen.
Bijzondere reis
Ik begon pas na mijn 30ste ietwat gitaar te spelen omdat ik veel reisde en een piano lastig meenemen is in een rugzak. Mijn kwaliteiten op dat instrument zijn minimaal maar Here comes the sun kon ik tamelijk snel spelen. Eind jaren 90 reisde ik door Albanië, Kosovo en Macedonië met een kameraad die daar uit eigen beweging mensen hielp met visuele problemen die geen geld hadden. We sliepen altijd bij mensen thuis en het was een reis om nooit te vergeten in een gebied waar de gastvrijheid even groot is als het gevaar dat het vuur aan de lont wordt gestoken.
Ze roken angst
Op een zondagochtend reizend van Tetovo in Macedonië naar Albanië zagen we rechts onder ons het weergaloos mooie meer van Ohrid in de zon liggen. Aangekomen bij de grens ontstond een grimmige situatie. Twee grensbeamtes en twee mannen in burger met een blaffer tussen hun broekriem probeerden geld van ons los te krijgen voordat we de grens over konden. We werden geïntimideerd. Ze roken onze angst en hun kans. Een van de mannen zag mijn gitaar en zei op dwingende toon: “Play something for us.” Mijn repertoire was beperkt tot de song van George Harrison. Die speelde ik met een overgave die ik elke avond in het theater zoek. De song was ons paspoort en ons losgeld. We mochten uiteindelijk zonder gedoe de grens over. Muziek kan de wereld niet veranderen maar het kan je bij momenten wel boven jezelf uit laten stijgen. Of een inzicht bevestigen dat je eigenlijk al lang had. Ze mogen hem draaien op mijn begrafenis. Wat een soundtrack zou dat zijn aan het einde van een leven. Here comes the sun.
Stef is getrouwd met de Zuid-Afrikaanse kunstenares Varenka Paschke. Samen hebben ze drie kinderen: zoon Kolya (11) en dochters Lorelei (9) en Vonkie (4). Ze wonen afwisselend in Zuid-Afrika en in Vlaanderen.
Nooit meer een column van Stef missen? Met deze aanbieding lees je Zin wel erg voordelig.