‘Ik schrijf elke dag, zeven dagen per week. Behalve als ik jarig ben!’
Interview met Imme Dros & win haar nieuwe roman
Als kind zei ze al kinderversjes op aan haar moeder, die ze allemaal opschreef en naar de krant stuurde. Inmiddels is schrijver en vertaler Imme Dros (1936) al jaren een fenomeen door haar boeken voor jong en oud. En 85 of niet: ze is nog lang niet uitgeschreven. Op 15 oktober verschijnt haar nieuwe roman Gisterland, over Anne Hathaway, de vrouw van Shakespeare.
Gisterland
“Iemand beschrijven door de ogen van een ander geeft zoveel vrijheid. Dus besloot ik Shakespeare gestalte te geven via Anne Hathaway, zijn vrouw. Anne is zwanger als ze trouwt met Shakespeare. Maar dat was niet de reden voor hun verbintenis. Ze hadden écht een band met elkaar. Aan Gisterland is veel onderzoek voorafgegaan. Ik was er al lang mee bezig, misschien wel dertig jaar! En al die tijd ging het me om Shakespeare zelf. Pas toen ik daadwerkelijk aan het boek begon, ging ik schrijven vanuit Anne. We kennen Shakespeare vooral vanwege zijn werk, veel minder als persoon. Er is ook maar heel weinig over hem terug te vinden in de archieven. Alleen wat notities in kerkregisters met data van doopvieringen en overlijdens. En wat informatie over familie en bezittingen die geregistreerd zijn. Dat is het.”
Waar haalde u dan de inspiratie voor dit boek vandaan?
“Ik ben naar de boerderij in Engeland afgereisd waar Shakespeares moeder heeft gewoond. Ja, die staat er nog. De kamers waren erg klein, ook heb ik de trap gezien naar de kamer waar ze woonden. Maar wat me van dat bezoek vooral is bijgebleven, zijn de bijzondere roodachtige varkens die er stonden, roestrood waren ze. Ik dacht dat varkens altijd roze waren. (lacht).
Ik ben ook in de boerderij geweest waar Anne is opgegroeid. Die ligt tegen een heuvel aan, erg mooi. Door dat huis ben ik haar uiteindelijk gaan romantiseren. Ze leek me helemaal niet dat ‘ongeletterde juffie’ zoals ze steevast werd afgeschilderd. Die aanname deden mensen op basis van gegevens die pas veel later, na haar dood, zijn gepubliceerd. Ook van Anne Hathaway is maar weinig bekend. Dat gaf mij eveneens een grote vrijheid. Er was echt niks, dus kun je van alles proberen. Afgaan op de mogelijkheden die er zijn en op je eigen fantasie. Ik heb verder veel studies gedaan naar hoe de maatschappij van die tijd in elkaar zat en hoe vrouwen zich toen moesten redden. Nou, het lukte vrouwen best aardig om het hoofd boven water te houden! Anne kon bijvoorbeeld kleding maken en dankzij een vriendin verkopen. Judith was dat, van Hamlet, dat waren vrienden van Shakespeare zelf. Naar hen vernoemden Shakespeare en Anne hun kinderen, een tweeling, later. Bijzonder niet?”
En hoe ontstaat het boek vervolgens?
“Je hebt een idee, en dat belandt uiteindelijk in een boek. Meerdere ideeën bij elkaar. Zo werkt het bij mij. Als Gisterland opent, zegt het kind dat niet wil praten – Anne – uiteindelijk een zin. Ze doet dat op het moment dat de buurvrouw zover is dat ze haar nu eens wil leren praten. Nou, ik ving zoiets een keer op van een jongetje in de spreekkamer van de dokter. En dat is blijven hangen. Het kind draaide zich om bij de deur en deed ineens de mededeling: ‘Mijn oom heeft ook zo’n stethoscoop.’ Zo wonderlijk. Dingen die ik meemaak en onthoud, komen uiteindelijk in een verhaal terecht. Nog zoiets. Op een bepaald moment ergerde ik me enorm. In het testament van Shakespeare staat een zin tussen twee items in gekrabbeld: ‘give wife second best bed with furniture’. De wetenschap vindt dat daaruit af te leiden is dat Anne een ongeletterde vrouw zou zijn geweest die niets toekwam. Ik vond dat helemaal niet! Shakespeare werkte veel met dubbelzinnigheden en wat daar werkelijk staat, is dat hij voor de tweede kéér zijn beste bed – zijn ‘eerste beste bed’ was het huwelijksbed – aan zijn vrouw gaf, plus een derde van zijn bezit. Het was figuurlijk bedoeld! In al die stukken van Shakespaere staan maar liefst 3000 woordspelingen.”
Waarom wilde u juist een roman over Shakespeare schrijven?
“In mijn studietijd was ik al bijzonder geïnteresseerd in hem. Ik studeerde taalkunde met als bijvakken theaterwetenschap en Engelse letterkunde. Voor dat laatste vak heb ik toen al vijf stukken van Shakespeare moeten analyseren. Ik las veel van hem, ben erg gesteld op wat hij schreef. Anne moet veel alleen zijn geweest, Shakespeare was continu aan het werk en op reis. Ik kan me voorstellen dat zij graag wilde weten waar haar man precies mee bezig was. Dus nam ze zijn werk tot zich. En zo ontstond het perspectief van Gisterland. Iemand die volledig je belangstelling heeft, zoals Shakespeare bij mij, komt steeds terug in je leven en belandt dan uiteindelijk in een boek. Zo werkt dat bij mij. Dat geldt trouwens ook voor Homerus, die heb ik ook lang bestudeerd en uiteindelijk vertaald. Of het nu een roman of een vertaling betreft, het draait maar om één ding: taal. En taal blijft intrigerend.”
Gisterland, wat een prachtig woord. Waar komt het vandaan? En waarom gaf u uw roman die titel mee?
“Het woord Gisterland is al heel, heel oud. Veel ouder dan wat dan ook. Het woord Gisterdág was allang bij mij. Al vanaf dat ik kind was. Ik vond Gisterland een mooi woord. Voor Annes moeder. Het is ‘daar waar alle gisterens verblijven’: vroeger dus. Gisterland vond ik een passende titel voor de roman omdat iets of iemand nu eenmaal nooit zomaar ‘is’. Er is iets aan voorafgegaan, er is een verleden. De voorouders van Shakespeare waren bijvoorbeeld niks bijzonders in het leven. Maar de moeder van Shakespeare stamde heel in de verte af van een adellijke familie. Zo ver, dat het niet meer werd geaccepteerd. ‘Het zal wel’. Shakespeares vader, die nog even burgemeester is geweest, wilde dolgraag een familiewapen. Voor zijn vrouw. Zo zou hij meer een gentleman kunnen zijn want hij voelde zich echt de mindere ten opzichte van haar.”
U bent 85 en nog altijd bijzonder productief als schrijver. Hoe lang denkt u nog door te gaan?
“Ja, ik ben 85 en nee, ik zit nog lang niet stil. Er komt veel uit op het moment. Drie boeken om precies te zijn. De reis naar het morgenland van C.S. Lewis, een vertaling voor kinderen vanaf 10 jaar, dat pamflet over taal dus, Gisterland… En ik maakte nog een bewerking van Pinokkio voor uitgeverij Querido. Met illustraties erbij, deze keer niet van mijn man Harrie maar van Carll Cneut. En in het voorjaar moet nog een boek van mij verschijnen over Ikaros, dat ligt ook al heel lang. Dan ben ik óók nog een vertaling aan het afronden van een Engels boek…
Vertalen of schrijven, dat gaat allebei over taal. Ik vind het beiden heerlijk. Probeer bij het vertalen de essentie van een tekst te vangen, de belangrijke zinnen. Engelse boeken zijn vaak heel omslachtig en breedvoerig. Zoals in De geheime tuin van Frances Hodgson Burnett, dat twee jaar geleden in een vertaling van mij verscheen. Er staan zóveel beschrijvingen in, daar hou ik gewoon niet van. Ik vind het zelf niet prettig als boeken vol overbodige zinnen staan. En dat gebeurt heel veel in Engelse boeken. Ze beschrijven zelfs wat mensen allemaal doen om te kómen tot het uiteindelijk zeggen van een zin! Dat vertaal ik allemaal niet, dat zou ik niet kunnen.”
Wanneer schrijft u? Op speciale momenten?
“Ik schrijf elke dag, zeven dagen per week. Behalve als ik jarig ben! (lacht) Het is dat wat ik het liefste doen en alleen maar wil doen. Acht uur per dag. Het is zulk leuk werk! En wat zou ik anders moeten doen? Zeker in coronatijd: ik zou het niet weten. Die quarantaine maakte voor mij dus niks uit, ik scheef gewoon door. Mijn man Harrie en ik hebben beiden een slechte rug, dus even uit wandelen gaan, gaat niet. We zitten veel maar dat gaat best. Ik zit met een woordenboek in mijn rug. Letterlijk een steuntje in de rug.”
Over het boek en win
In november 1582 trouwen Anne Hathaway en William Shakespeare. Anne is een jonge en zelfbewuste vrouw afkomstig van een boerderij nabij Stratford, en is zwanger van William. Hij is acht jaar jonger dan zij, houdt er verschillende baantjes op na en verlangt naar het toneel. Door te trouwen beginnen ze allebei de regie over hun eigen toekomst te nemen. Anne en Will bespreken samen ideeën voor toneelstukken als Het temmen van de feeks, en zij moedigt hem aan om zijn ambitie na te jagen. Als Will naar Londen gaat, ontplooit zij haar eigen talenten in Stratford. Aan het eind van zijn leven schrijft Shakespeare in zijn testament dat hij Anne zijn ‘op een na beste bed’ nalaat. Maar wat dat betekent blijft onzeker. Imme Dros weigert zich neer te leggen bij de heersende ideeën over Anne Hathaway en richt zich juist op háár kant van het verhaal. Ze geeft niet alleen gestalte aan het leven van Anne en Will, maar maakt het zich ook op weergaloos creatieve wijze eigen. In Gisterland combineert ze een nieuw perspectief met haar talige rijkdom én die van Shakespeare. (Van Oorschot, € 23,50). Nieuwsgierig geworden? Wij verloten 5 exemplaren. Laat hieronder een reactie achter om kans te maken. Winnaars hebben inmiddels bericht gekregen.