‘Ik proef niet voor maar spuug mijn teksten er meteen uit’
Interview met Huub van der Lubbe & win
Huub van der Lubbe (1953) is al veertig jaar zanger en tekstschrijver van De Dijk. Zijn nieuwe bundel Vlooienmarktdandy bevat liedteksten en gedichten die hij de afgelopen tien jaar schreef voor De Dijk, zijn eigen theatershows en voor anderen. Energiek, melancholiek en alle emoties daartussen. Met inleidende verhalen over zijn jeugd, idealen en muzikantenbestaan.
Wordt het schrijven met de jaren makkelijker?
“Nee, het blijft wroeten. Ik heb al zoveel geschreven, een heleboel onderwerpen zijn niet nieuw meer. Je moet dan een andere invalshoek of toon zien te vinden wil je er toch weer iets mee kunnen doen. Deze bundel eindigt met een katern coronagedichten. Die schreven op een bepaalde manier soepeler omdat er zich een heel andere situatie aandiende. Als ik in opdracht schrijf, hoef ik ook niet uit mijn eigen leven te putten, dat schrijft toch frisser.”
Schaaf je lang aan je teksten?
“Ik proef niet voor maar spuug mijn teksten er meteen uit. Later breng ik het op smaak. Dat werkt voor mij. Ik heb ontzettend veel volgeschreven kladblokken liggen en heb altijd een boekje bij me waarin ik zinnen en teksten spaar. Als ik nieuwe liedjes of gedichten nodig heb, ga ik daar doorheen en kijk of ik ergens chocolade van kan maken. Dat lukt vaker niet dan wel. Elke keer als ik achter een leeg papier zit, ben ik benieuwd of er iets uitkomt. Het allerheerlijkste is als er iets totaal anders uitrolt dan ik van plan was. Dat de geest vaardig over mij wordt. Dat kun je moeilijk sturen, het moet je maar net gebeuren.”
Hoe hou je je bron stromend?
“Het helpt om mijn ogen open te houden, om me heen te kijken en te luisteren. Mijn fantasie is niet zo groot, het meeste wat ik schrijf komt uit mijn eigen leven. Om het boeiend te houden, moet ik de deur uitgaan. Ik lees ook veel. Historische boeken vooral, die zetten me aan het denken en leiden naar nieuwe invalshoeken.”
Wat bepaalt of het een lied of gedicht wordt?
“Dat weet ik al van begin af aan. Een gedicht is in zichzelf al af. De lezer hoeft het niet meteen te begrijpen, je mag erop speculeren dat de tekst nog eens gelezen wordt. Een lied van De Dijk moet meteen helder en te snappen zijn. Dat is een zelfopgelegde eis. Bovendien staat een liedtekst nooit op zichzelf, het is onderdeel van het hele gebeuren, er komt nog muziek bij en een arrangement. Die drie componenten vertellen samen het muzikale verhaal.” Vlooienmarktdandy (Nijgh & Van Ditmar, € 22,50) Gratis boek? Hier maak je kans.
In Zin 12 staan meer goede boekentips en interviews. Dit nummer ligt nu in de winkel of bestel je hier eenvoudig online.
Interview: Margriet de Groot