Iets om over na te denken als je iets koopt
Fashion volgens Liddie
De nieuwste trends op modegebied, de do’s maar ook de absolute don’ts voor ons: modejournalist Liddie Austin (1959) weet er wel raad mee.
Modetentoonstelling
Even de handen omhoog: wie heeft er in de jaren 70 een India-jurk gedragen? Of een Afghaanse jas? Voor mezelf sprekend: ik had wel zo’n jurk maar geen Afghaanse jas. Want die stonk zo als hij nat werd in de regen. Ik kende veel mensen die er wel een hadden. Destijds wisten we nog niet dat we daarmee aan wat je nu culturele toe-eigening noemt deden. In die tijd bestond het woord, waarmee het inpikken van elementen van andere culturen door de dominante westerse cultuur wordt bedoeld, nog niet. In Global Wardrobe, de nieuwe modetentoonstelling in het Kunstmuseum in Den Haag, zie ik dat hippie-chic-ontwerpers zoals Yves Saint Laurent zich in de jaren 60 en 70 naar hartenlust lieten ‘inspireren’ door Oosterse culturen. Dat deden de couturiers in de jaren 20 van de vorige eeuw trouwens ook en in de jaren 90 was het eveneens bal, zie het werk van ontwerpers als Jean-Paul Gaultier en John Galliano.
Kopiëren uit andere culturen
De tijden zijn veranderd. Wat lang gewoon was – in westerse ogen althans – is dat nu niet meer. Het afgelopen decennium wordt het een-op-een kopiëren uit andere culturen problematisch bevonden, zeker als dat zonder bronvermelding gebeurt. Klinkt dat wat beklemmend? Dat is het niet. We bewegen van imitatie en inspiratie naar innovatie, en dat levert spannende dingen op. In de modewereld zetten nu veel jonge ontwerpers in hun werk hun eigen diverse culturele achtergrond op de voorgrond. We zijn al heel lang door modedraden met elkaar verbonden, laat de tentoonstelling zien, maar gelukkig in toenemende mate vanuit gelijkwaardigheid.
Ook Sivan Breemhaar, oprichter van het merk Afriek, kreeg het verwijt dat ze met haar in Afrika gemaakte mode aan culturele toe-eigening deed. “We dachten dat we goed bezig waren,” vertelt ze. “We lieten de kleren in Rwanda maken met stoffen die we daar op de markt vonden en betaalden onze makers goed. Onze items werden niet gekocht omdat mensen de ‘zielige makers’ wilden helpen maar omdat ze mooi werden gevonden. De kritiek was dat we toch een wit beeld van Afrika neerzetten. Bovendien: als een Nederlands merk kun je dit soort kleren maken, terwijl Afrikanen zelf er niet mee wegkomen. Een witte man met een kleurrijk jasje aan tafel van De Wereld Draait Door was cool, maar als een zwarte man ermee naar zijn werk gaat, is het ineens ‘niet-representatief’ en krijgt hij geen promotie.”
Eerlijk samenwerken
Ze nam de kritiek ter harte en Afriek is er beter van geworden. Breemhaar: “Afriek wilde vroeger een ander beeld laten zien van Afrika, nu ligt onze focus op bruggen bouwen. Hoe kunnen we op een eerlijke manier samenwerken? We hebben nu een internationaal, heel divers team. Voorheen lieten we alleen het handwerk in Rwanda doen, nu komt ook het creatieve en intellectuele deel daarvandaan. We beperken ons vooralsnog tot één item, een jurk, waarvan de mooie prints mede zijn ontwikkeld door een Rwandese kunstenares.”
Zo’n Afghaanse jas, kan die anno 2021 eigenlijk nog? “Inspiratie haal je overal vandaan en dat is prima,” zegt Sivan Breemhaar. “Dat is het punt ook niet. Het gaat om de onderliggende ongelijkwaardigheid tussen het westen er de rest van de wereld. Er is niks mis met een Afghaanse jas die door Afghanen voor een goed loon is gemaakt. Als dat niet het geval is, wordt het een probleem. Dat bespreekbaar maken is als het aanstippen van het topje van de ijsberg: een aanleiding om het noodzakelijke gesprek over ongelijkwaardigheid te beginnen. Maar dat mag nooit het eindpunt zijn.” Toch iets om over na te denken als ik deze winter iets koop.
Nooit meer een aflevering van Liddie missen? Met deze aanbieding lees je Zin wel erg voordelig.