‘Ik hang kreten van verrukking slakend boven zeventiende-eeuwse atlassen’
Een nieuwe column van cabaretière Katinka Polderman
Een nieuwe column van cabaretière Katinka Polderman: Alle kunst, of het nu een ets is, een gezang, een versiering of een verhaal, begon ooit als een idee.
Oude boeken
Er bestaat een column van Carmiggelt waarin hij beschrijft hoe hij ’s nachts wakker wordt met een goed idee voor een column. Nachtelijke ingevingen heeft hij wel vaker, dus uit voorzorg liggen er een kladblokje en een pen op zijn nachtkastje. Slaapdronken krabbelt hij zijn idee op papier, valt weer in slaap en herinnert zich meteen bij het ontwaken dat hij die nacht een inval had. Verwachtingsvol leest Carmiggelt wat hij heeft neergepend. Eekhoorntje op lange weg, staat er op zijn kladblokje en hij heeft geen idee meer wat hij daarmee bedoelde.
Voor Erfgoedfestival Gelderland buig ik me momenteel elke week over oude boeken. Ik heb de hele bibliotheek van de afdeling Bijzondere Collecties van de Radboud Universiteit tot mijn beschikking, dus ik hang kreten van verrukking slakend boven zeventiende-eeuwse atlassen en prachtig ingekleurde platen van ontlede kikkers, en ik neus in anatomische handboeken en reusachtige kruidenencyclopedieën die twee keer zoveel wegen als mijn zoon van 1.
Begon als een idee
Juichend blader ik door middeleeuwse handschriften, verrukt om de schitterend versierde hoofdletters, de verfijnde tekeningen en het zachte perkament. Ik verbaas me over de volmaaktheid van de letters, pagina na pagina geschreven door iemand met een hoofd vol gedachten, verlangens, zorgen en plannen. Schreef hij dit alles zwetend in de zomerhitte of met stramme handen van de kou? Waaiden er geluiden van de straat naar binnen door zijn venster, of geuren? En welke dan? Daar mijmer ik dan zo’n beetje over als ik zo’n handschrift voor me heb.
Alle kunst, of het nu een ets is, een gezang, een versiering of een verhaal, begon ooit als een idee. Als een beeld dat nog geen seconde lang zichtbaar was en dat de maker de moeite waard vond te vangen om het later uit te werken. Het is, zo weet ik als iemand met een creatief beroep, altijd makkelijker om dat niet te doen. Om te denken: ‘Ik schrijf mijn kleine ingeving niet op, want er komt wel weer een nieuw idee.’ Of: ‘Och, dit idee zal ik wel onthouden.’ Of: ‘Als ik het heel bondig opschrijf snap ik het later ook nog wel: Eekhoorntje op lange weg.
Getuige
Maar de makers van al deze boeken, al die mensen in al die verschillende eeuwen, vonden het de moeite waard om die ene tel van inzicht, dat korte perfecte moment waarin alles even samenviel, vast te leggen. Voor zichzelf en voor anderen. Ik vind het ontroerend dat ik getuige mag zijn van een idee dat iemand meer dan vijfhonderd jaar geleden had. De bedenker is er niet meer, een groot deel van zijn wereld met alle vanzelfsprekendheden die daarbij hoorden is ook verdwenen, maar dat ene moment heeft hij voor ons weten te vangen en uitgewerkt. En zo kunnen we een glimp opvangen van de maker en van zijn wereld. Ik schrijf dit in mijn pyjama, om half een ’s nachts. Veel te laat, morgen moet ik vroeg op om weer tussen de boeken te struinen. Maar toen ik mijn tanden stond te poetsen kreeg ik dit idee. Een klein moment van inzicht dat ik geen eekhoorntje op lange weg wilde laten worden. Al moet ik natuurlijk nog maar afwachten of deze column in 2521 nog gelezen wordt.
Katinka Polderman (1981) is cabaretier. Ze woont in Den Bosch met haar man Peter, zonen Bram (5) en Koen (1) en poes Beertje. Haar dagen vult ze met schrijven, tekenen, Lego en boeken. Het liefst dwaalt ze door onbekende Nederlandse provinciesteden en plaatselijke boekhandels.
Nooit meer een column van Katinka missen? Met deze aanbieding lees je Zin wel erg voordelig.