‘Loslaten wat je denkt vast te moeten houden’
Een nieuwe column van Stef Bos
Stef Bos (1961) is singer-songwriter en woordkunstenaar. In Zin schrijft hij over zijn leven als muzikant en als echtgenoot en vader.
Beste Zangers
Op jonge leeftijd was ik weemoedig over een verleden dat ik helemaal niet had. Nu ik ouder ben en een verleden heb, ben ik eigenlijk niet meer weemoedig. Zie mijn plek in het grote geheel, aanvaard mijn beperkingen en zie daardoor juist meer mogelijkheden. Toen ik twee jaar geleden besloot mee te doen met het tv-programma Beste Zangers, was dat zo’n moment. Ik was al lang bezig als songwriter en had eigenlijk altijd het populaire circuit vermeden door in theaters te spelen. Dat hield mij als maker op het goede spoor want ik had in het begin geleerd dat succes ook een vergiftigd geschenk kan zijn. Mensen die mij kenden zeiden dus: “Stef, wat doe je nou? Dat is toch niets voor jou?” Ik had ze een paar jaar eerder gelijk gegeven. Maar toen duidelijk werd met welke groep ik het programma zou maken, wist ik: go for it. Daar zat geen strategie achter maar louter lust voor avontuur. Iets doen wat ik nog niet gedaan had en vooral je reputatie op de helling durven zetten.
Beslissen doe je met je buik. Daar ligt je kracht bij het ouder worden. Het hoofd kan allerlei afwegingen maken die voor het verloop van de reis nuttig zijn maar de buik moet de richting bepalen. En het bleek een schot in de roos.
Heiligenschennis
Half jaren 90 was er ook zo’n moment. De Belgische chansonnier Johan Verminnen en ik kregen de opdracht van de Ancienne Belgique (het Paradiso van België) om een voorstelling te maken rond Brel, samen met zijn accordeonist Jean Corti. Johan en ik wisten dat onze kop eraf kon gaan want je peutert niet aan Brel in België, dat is heiligenschennis. Maar op een dag dacht ik: als ik bang ben om op mijn bek te gaan, maak ik nooit een sprong. En de hele levensfilosofie van Brel is toch juist om dingen te ‘durven’? Dan moet ik nu niet schijterig bezorgd zijn om wat ik kan verliezen maar denken aan wat er te winnen valt.
Durven vallen
De première in Brussel was magisch. Het is misschien de enige keer dat ik bij een voorstelling betrokken was die door vriend en vijand de hemel in werd geschreven. Maar er was nog iets van meer belang gebeurd. Ik had mij als performer en schrijver moeten verhouden met een geweldenaar die een beetje als een slagschaduw over me heen hing. Zeker in performance was Brels intensiteit niet te evenaren. Het gebruik van zijn handen tijdens het zingen en zijn mimiek… Ik werd geregisseerd door vriend en topacteur Peter van den Begin. Hij zag mij worstelen op het podium tijdens het werkproces; ik zat teveel vast aan de gitaar, verstopte me achter gespeelde theatraliteit. Op een middag zetter hij mij bijna letterlijk op de rand van het podium en riep: “Nu durven vallen en niet nadenken. Laat die handen bewegen naar waar ze heen willen, je stem wijst de richting.” Ik dacht: ik ga vallen maar voelde opeens dat ik vleugels kreeg. Ik vlóóg. Zo wordt een mens een paar keer herboren zolang je durft los te laten wat je denkt vast te moeten houden.
Stef Bos (1961) is singer-songwriter en woordkunstenaar. In Zin schrijft hij over zijn leven als muzikant en als echtgenoot en vader. Stef is getrouwd met de Zuid-Afrikaanse kunstenares Varenka Paschke. Samen hebben ze drie kinderen: zoon Kolya (11) en dochters Lorelei (9) en Vonkie (4). Ze wonen afwisselend in Zuid-Afrika en in Vlaanderen. Stef staat op het moment weer in de Nederlandse en Vlaamse theaters en maakte samen met kunstenaar Peter Verstraten het boek Achtbaan.
Nooit meer een column van Stef missen? Met deze aanbieding lees je Zin wel erg voordelig.