‘Samenkomen om de verschillen te vieren’
Een nieuwe column van Stef Bos
Stef Bos (1961) is singer-songwriter en woordkunstenaar. In Zin schrijft hij over zijn leven als muzikant en als echtgenoot en vader.
Samen
Als kind voelde het einde van het jaar als een fuik. De kerstdagen en oud en nieuw. Het spookbeeld van ‘samen’. Ik zag in de verte de onvermijdelijke optocht van ooms en tantes al aankomen. Ik heb het gewoon nooit gehad met momenten waarvan vantevoren de sfeer al is bepaald en de verwachtingen zijn ingevuld. Dus ja, ik stond lang op lichtelijk gespannen voet met het woord samen in dit deel van het jaar.
Dertig jaar later en eenmaal songwriter schreef ik op een dag de zin Samen staan we sterk, niemand kan alleen, je bouwt een kathedraal met velen om je heen. Even had ik mijn twijfels want zoiets kan snel een soort volkslied worden waardoor je je samen voelt ten koste van anderen. Nog altijd had ik enig wantrouwen ten aanzien van het woord.
Polarisatie
En nu? Nu omarm ik het als een verloren zoon en een woord dat een sleutel kan zijn voor een toekomst die steeds grimmiger lijkt te worden. Want er is iets aan het gebeuren in deze tijd en in ons land dat voor iemand van mijn generatie jaren geleden nog onvoorstelbaar leek. Onze ongedwongen en vrije meningsuiting loopt op eieren en het woord samen leek nog nooit zo ver weg. Er is onderhuids een polarisatie aan het groeien die al ver voor Corona de kop opstak. Of het onderwerp nu #Metoo, Zwarte Piet of Corona is: mensen gaan elkaar te lijf op sociale media met een soort heftigheid die vaak in tegenspraak is met waar ze voor zeggen te staan. Het lijkt wel alsof er behoefte is aan polarisatie: een soort ‘samen’ dat zich definieert door zich af te zetten tegen een ander soort ‘samen’.
Gewoon luisteren
Toen ik een tijdje geleden besloot een viertal testvoorstellingen te spelen, kreeg ik een horde over me heen die beweerde dat ik de fascistische staat zou ondersteunen, dat mijn repertoire op de brandstapel kon en dat ik de vrijheid zou ondermijnen. Daarbij beseften ze niet hoe tegenstrijdig het was dat ze mij níet de vrijheid gaven om zo’n besluit te nemen. Gevolg was dat de sympathie die ik doorgaans heb voor degenen die vragen durven te stellen tegen de stroom in, stevig getemperd werd. Ik ben een man van het midden. Een voorstander van proberen samen te komen om de verschillen te vieren.
Waar het vooral aan schort, is een gebrek aan humor. Ik verlang terug naar de tijd van Jiskefet waarbij twee Duitse soldaten die na de oorlog zijn blijven hangen in een talkshow aan het woord komen. Het hilarische en het absurdisme slaat elke vastgeroeste mening de wapens uit handen. De manier waarop wij over dingen praten is eigenlijk het probleem, niet het onderwerp zelf. Gewoon luisteren naar iemand wordt steeds meer een uitzonderlijke kwaliteit en toch is juist dat de basisconditie voor het idee van ‘samen’. Het zou ook kunnen helpen als we iets meer charisma in Den Haag zouden krijgen. We hebben stuurmannen die oké zijn maar geen kapitein die de sterren kan lezen en die ons kan laten lachen om ons eigen onvermogen. Dus wat mij betreft: Jikefet for president op de valreep van een nieuw jaar.
Stef Bos (1961) is singer-songwriter en woordkunstenaar. In Zin schrijft hij over zijn leven als muzikant en als echtgenoot en vader. Stef is getrouwd met de Zuid-Afrikaanse kunstenares Varenka Paschke. Samen hebben ze drie kinderen: zoon Kolya (11) en dochters Lorelei (9) en Vonkie (4). Ze wonen afwisselend in Zuid-Afrika en in Vlaanderen. Stef staat op het moment weer in de Nederlandse en Vlaamse theaters en maakte samen met kunstenaar Peter Verstraten het boek Achtbaan.
Nooit meer een column van Stef missen? Met deze aanbieding lees je Zin wel erg voordelig.