Als kind werden Liesbeth en Angelique Raeven al geconfronteerd met wat het betekent om een tweeling te zijn: mensen benaderden hen altijd als een eenheid in plaats van twee individuen. Hierdoor ontstond al vroeg de wens om zich van elkaar te onderscheiden. Omdat ze niets hetzelfde wilden hebben of doen, gooiden ze kop of munt. En daar hielden ze zich strikt aan. Pas toen ze op latere leeftijd hun krachten bundelden, bleek één plus één drie te zijn.
Inwisselbaar
Angelique: “Als jong meisje vond ik het hele concept van tweeling zijn al stom. Je moet altijd alles delen: één kamer, met je verjaardag één gezamenlijk cadeau. Mensen die je aan spreken met ‘Liesbeth of Angelique’. Echt heel vervelend.”
Liesbeth: “De boodschap die mensen ons onbewust gaven is dat we inwisselbaar waren, we zijn immers hetzelfde? En dat terwijl we ons juist van elkaar wilden onderscheiden. We hadden als kind al dezelfde smaak, maar we wilden absoluut niet dat we iets hetzelfde hadden. Dat losten we op door kop of munt te gooien. En daar hielden we ons strikt aan.”
Angelique: “Ik wilde mezelf onderscheiden door beter te zijn dan Liesbeth, op school bijvoorbeeld. Behalve bij de jongens, daar hielp ik Liesbeth juist om de populairste bink te veroveren. Thuis streed ik ook voor een eigen kamer. Om een statement te maken, sliep ik dan in een kast.”
Liesbeth: “Angelique deinsde er niet voor terug om het zichzelf moeilijk te maken. Ik ben meegaander dan zij. Als eerstgeborene van de tweeling en met nog een broer boven ons, ben ik feitelijk de middelste, met een hang naar harmonie. Ik bewaarde graag de lieve vrede, terwijl ik eigenlijk hetzelfde voelde als Angelique.”
1 + 1 = 3
Liesbeth: “Die tijd dat we ver van elkaar woonden, telden we tijd tot we elkaar weer zagen. Ik zat vaak bij Angelique in Parijs. Zij was inmiddels zeven jaar assistent ontwerper bij Jean Paul Gaultier en ik werkte voor de performance artist ORLAN. Zij leerde me om conceptueel te denken. Het was mijn frustratie om niet alleen te kunnen zijn, niet uniek te zijn. ORLAN spoorde me aan om van mijn zwakte juist mijn sterke punt te maken. Alleen had ik daar Angelique voor nodig. Wij reflecteren immers al ons hele leven op elkaar.”
Angelique: “We zijn toen samen naar de Jan van Eyck Academie gegaan. Niet omdat ik mijn carrière wilde opgeven, maar omdat ik niet langer iets zonder Liesbeth wilde doen. Ik voelde de power tussen ons, yin & yang. We stapelen ons werk op, geven constant feedback op elkaar. Ik met mijn extremiteit en Liesbeth met haar afwegingen. Daardoor wordt het diepgaander.”
Liesbeth: “We hebben onszelf op de kaart weten te zetten met onze performances, waarbij we heel trouw blijven aan de boodschap die we willen verkondigen. Ook al valt half Nederland over ons heen. Eén plus één bleek in ons geval daadwerkelijk drie.”
L.A. Raeven
De tweelingzussen Liesbeth en Angelique, alias L.A. Raeven, staan in de kunstwereld bekend als ‘tegendraads’. Met hun installaties, performances, video’s en tekeningen bevragen ze thema’s als de maakbaarheid van het eigen lichaam en andere maatschappelijke vraagstukken. Hun relatie is net als hun kunst heftig en intens. De tweeling heeft Limburgse roots en als ze elkaar zien, schakelen ze automatisch over naar het dialect uit hun jeugd. Lees het hele interview in Zin 2. Nu in de winkel of bestel dit nummer eenvoudig online.
Tekst: Calista van Amerongen | Beeld: Hester Doove