‘Het breekt mijn hart dat kinderen met zulke heftige dingen te maken krijgen’
Elisa maakt met haar beroep hét verschil in de maatschappij
Werken met passie. Dat is wat Elisa, Erwin, Petra en John elke dag doen. Ze houden niet alleen ontzettend veel van hun baan, maar maken met hun beroep ook hét verschil in de maatschappij. Zo is Elisa (1963) is zedenrechercheur ze krijgt dagelijks te maken met de meest heftige zaken. Hoewel ze helaas niet iedereen kan helpen, hoopt ze zoveel mogelijk het verschil te kunnen maken voor de slachtoffers die ze bijstaat.
Wanhoop
Ik was aan het werk op het bureau toen er een klein baby’tje bij ons werd binnengebracht. Een albinomeisje van Chinese afkomst. Ze was achtergelaten in een kinderwagen en was netjes aangekleed. Ook had ze wat persoonlijke spulletjes bij zich. Terwijl ik met haar in mijn armen zat, dacht ik aan mijn eigen dochter. Ik vroeg me af hoe wanhopig een moeder moest zijn om haar kindje ergens achter te laten. Een vreselijk verdrietig verhaal. Het liefst wilde ik zowel de moeder als het kind helpen. Met mijn man besprak ik zelfs de optie om het kindje te adopteren, maar jammer genoeg was dat door allerlei regels van de instanties niet mogelijk. Het enige wat ik dus kon doen, was de zaak overdragen aan de Kinderbescherming waarna de baby in een pleeggezin belandde. Hoe het de moeder en het meisje verder is vergaan, weet ik niet, maar ik denk nog vaak aan ze.
Geraakt
Als zeden- en voormalig jeugdrechercheur kom ik achter deuren die voor anderen gesloten blijven. Eigenlijk werk ik in het afvoerputje van de samenleving. Verwaarlozing, mishandeling, armoede, misbruik: ik zie het vaak in mijn werk voorbijkomen. Wat het soms extra moeilijk maakt, is dat er bij zulke zaken vaak kinderen zijn betrokken. Het breekt soms echt mijn hart dat zij met deze heftige dingen te maken krijgen. Ook zedendelicten waarbij het slachtoffer veel leed oploopt, blijven mij altijd bij. De brute verkrachting van een jonge vrouw op straat zal ik bijvoorbeeld nooit vergeten. De vrouw was zodanig toegetakeld dat haar gezicht onherkenbaar was. Het was echt verschrikkelijk. Uiteindelijk werd de dader aangehouden en berecht, maar ik had zó met haar te doen. En dat is het ook met politiewerk: het is mensenwerk. Sommige dingen raken mij als rechercheur en dat is oké. Zolang ik het voor mezelf maar kan ventileren. Gelukkig letten als we als collega’s goed op elkaar en praten we veel over wat we meemaken. Een fijn gegeven, want inhoudelijk mogen we de zaken verder met niemand bespreken. Zelfs met partners of familie is dat niet toegestaan.
Steun
Ik ben vaak vooral bezig met het strafrechtelijke deel van een zaak. Soms vind ik dat best jammer, want ik zou er ook graag meer mentaal voor de slachtoffers willen zijn. Daarom ben ik blij dat er steeds meer verbinding wordt gemaakt met instanties als Centrum Seksueel Geweld. Zij kunnen de slachtoffers meer psychische steun bieden en dat is van zo’n groot belang.
Door mijn werk weet ik dat zedendelicten altijd zullen blijven bestaan. Voorkomen kan ik het dus niet, maar ik zal er wel alles aan doen om een slachtoffer de beste ondersteuning te geven. Zo hoop ik het verschil te kunnen maken.”
Zin in meer? Lees nog drie interviews in Zin 2. Dit nummer ligt nu in de winkel of bestel je hier eenvoudig online.
Productie & tekst:: Renée Brouwer. Beeld: Mark Uyl. Visagie: Carmen Gonzalez