BELEEF DE TIJD VAN JE LEVEN
Hé, wat zeg je?

Hé, wat zeg je?

Zo begint gehoorverlies

Gemiddeld ondernemen we pas na zeven jaar actie op gehoorverlies. Liever verstaan we iemand niet goed dan een apparaatje in ons oor. Nergens voor nodig.

Hè? Wat zeg je?’

Zo begint het meestal. Op een feestje met muziek op de achtergrond waar meerdere mensen tegelijk praten, volg je de gesprekken niet meer. Je hoort wel dat ze iets zeggen, maar verstaat het niet. Er hoeft dan nog geen sprake van ernstig gehoorverlies te zijn, zegt Hans Tschur, klinisch fysicusaudioloog bij het Audiologisch Centrum Utrecht. “Zelfs met een klein beetje gehoorverlies kun je al slechthorend zijn. Wat een woord verstaanbaar maakt, zijn de medeklinkers. Vallen die weg in het rumoer, dan kun je het woord niet meer verstaan en raak je de draad van het gesprek kwijt.” Medeklinkers vallen het eerste weg als je minder goed hoge tonen hoort. En dat is de vorm van gehoorverlies die het meest voorkomt, als gevolg van ouderdomsslechthorendheid – zoals het verslijten van de trilharen – en gehoorbeschadiging. Soms ook vallen hoge én lage tonen weg, dat is vaak een erfelijke vorm van gehoorverlies. Gehoorverlies in de bastonen komt minder vaak voor.

Sociaal isolement

Door slijtage gaan we in de loop der jaren beetje bij beetje minder goed horen. Daarbij komt dat ons gehoor steeds wat schade oploopt, bijvoorbeeld door het luisteren naar harde muziek of een middenoorontsteking. Bij mannen gaat het gehoorverlies sneller dan bij vrouwen, waarschijnlijk doordat ze in hun werk en vrije tijd vaker in een lawaaiige omgeving zijn. Volgens de Nationale Hoorstichting heeft een kwart van de 60-jarigen en driekwart van de 85-jarigen een gehoorverlies van 35 decibel of meer. Dat betekent dat je een hoortoestel nodig hebt, een klein microfoontje in je oor dat het geluid in je omgeving versterkt. De gevolgen van hoorverlies zijn groot. Van steeds ingespannen moeten luisteren kun je doodmoe worden. Als je iets niet duidelijk verstaat, kan het brein op basis van de zinsbouw of de zinscontext toch het woord correct afleiden. Slechthorenden moeten dit aan de lopende band doen, en dat leidt tot vermoeidheidsklachten. Maar het grootste probleem is het sociale isolement waarin je terecht kunt komen. Tschur: “Ik spreek regelmatig mensen die niet meer naar verjaardagen willen, omdat ze gesprekken missen en grapjes niet meer kunnen volgen. Dat is frustrerend.”

Gehoorverlies

Niet zo sexy

Gemiddeld gaan er zeven jaren van minder goed horen voorbij voordat iemand voor een hoortoestel kiest. De meeste vijftigers en zestigers vinden het blijkbaar niet zo sexy om die stap te zetten. Jammer, want voor een hoortoestel geldt: liever te vroeg ermee beginnen dan te laat. “Het is use it or lose it,” zegt Tschur. “De hersenen worden veel meer geprikkeld als er geluiden blijven binnenkomen. Gebruik je de hoge tonen in je gehoor steeds niet, dan word je ook minder vaardig in het horen van hoge gehoortonen als je wel een hoortoestel neemt.” Vroeger kon je hoortoestellen alleen harder en zachter zetten. Nu we in het digitale tijdperk zijn beland, is er veel meer mogelijk. Makker: “Er zijn bijvoorbeeld soorten die je met een app kunt bedienen en waarbij je muziek kunt streamen naar je hoortoestel. En het geluid is steeds beter.” De meest geavanceerde toestellen passen zelfs spraak en achtergrondgeluiden aan de leefomgeving aan. Aanmeten is maatwerk, zegt Makker. “Een goede begeleiding vanuit de audicien is daarbij belangrijk. We kijken naar het gehoorverlies en naar iemands leefsituatie. Daarna mag iemand het toestel een aantal weken testen, waarna we de afstelling finetunen.”

Fluitende vogels

Het lastige van hoortoestellen is dat ze alles versterken, niet alleen de spraak. Een veelgehoorde klacht is dat je het wel hoorbaar krijgt, maar niet altijd verstaanbaar. Toch worden de meeste mensen er gelukkiger van. Makker: “Al krijg je nooit je gehoor honderd procent terug, het is zo fijn om weer dingen te horen waarvan je niet meer wist dat je ze miste. Als je ineens weer vogels hoort fluiten.”

Doe de test

In 2020 waren er 795.000 mensen met de diagnose slechthorendheid bekend bij de huisarts: 418.000 mannen en 376.900 vrouwen. In deze cijfers zijn lawaai- en ouderdomsslechthorendheid niet van elkaar en van andere vormen te onderscheiden. Vooral vanaf de leeftijd van 50 jaar neemt het percentage mensen met slechthorendheid sterk toe. In de GGD-regio’s Zuid- en Noord-Limburg is het percentage volwassenen met een gehoorbeperking het hoogst. Twijfel jij over je gehoor? Doe dan online deze gehoortest. Je krijgt direct de uitslag.

Tekst: Annemarie van Dijk