Katja Staartjes (1963) is bergbeklimmer (ze beklom als eerste Nederlandse vrouw de Mount Everest), spreker en coach. Samen met haar man Henk Wesselius (1960, ook bergbeklimmer en monteur) gaat ze regelmatig op expeditie.
Katja: “Henk en ik ontmoetten elkaar in 1995 tijdens een georganiseerde klimtocht in Nepal. We beklommen de Mera Peak, een prachtige berg van 6461 meter hoog. Afzonderlijk klommen we beiden al jaren in de Alpen.”
Henk: “De eerste keer dat ik een berg beklom, was echt fantastisch. Niet alleen het klimmen vond ik geweldig, vooral het behalen van de top voelde als een enorme kick.”
Katja: “Voor mij herkenbaar, want het onderweg zijn en het naar een doel toewerken was ook wat mij aansprak in het klimmen en bergwandelen. Het is de ideale manier om letterlijk afstand te nemen van het dagelijks leven en alles weer helder te zien. Het mooie is verder dat je met je teamgenoten in korte tijd een intense band opbouwt omdat je in extreme omstandigheden zit en afhankelijk van elkaar bent. Tijdens die eerste tocht samen was er trouwens geen sprake van een romantische klik tussen Henk en mij, het was toen puur vriendschappelijk.”
Henk: “En daarna hebben we elkaar jaren niet meer gezien.”
Katja: “Dat klopt. We kwamen elkaar in 1997 pas weer tegen tijdens een voorbespreking van een Himalaya-expeditie. Opnieuw raakten we aan de praat en omdat ik graag meer zelfstandig met één partner wilde klimmen, besloten Henk en ik in 1998 samen naar de Alpen te gaan. Tijdens die week merkten we dat we een fijne klik hadden. Het bijzondere was dat ik Henk met klimmen direct vertrouwde en ik me volledig op m’n gemak voelde bij hem.”
Henk: “Dat had ik andersom ook bij Katja. Het voelde gewoon goed.”
Katja: “Al snel werden we verliefd op elkaar. Samen een hoge berg beklimmen is dé test voor je relatie en daar slaagden we met vlag en wimpel voor. Inmiddels zijn we samen op vijftien expedities geweest.”
Henk: “Katja en ik zijn zó op elkaar ingespeeld. Dat is heel belangrijk als je samen klimt. Het is nooit zonder gevaar door de extreme kou, ijle lucht, lawines en gletsjerspleten op de route. Ook is er een kans dat je valt of dat de weersomstandigheden omslaan en je plots in een storm of dichte mist belandt. Daarnaast loop je tegen je eigen grenzen aan, zoals vermoeidheid of angst. Wij luisteren hier altijd naar. Soms kun je je eroverheen zetten maar als een van ons de situatie te gevaarlijk vindt, keren we om. Soms is het ook intuïtie. We hebben op 7600 meter, vlak onder de top, weleens rechtsomkeert gemaakt omdat we allebei voelden dat er iets niet klopte. Tijdens de afdaling begon het opeens vreselijk te onweren. We waren net op tijd weg.”