Loes Faber over vrouwelijke kunstenaars:
‘De geschiedenis zoals wij die kennen is niet verkeerd maar het verhaal is incompleet’
Zes jaar lang werkte illustrator Loes Faber (1987) aan haar debuut Ik ben mijn muze. Ze tekende het levensverhaal van acht vrouwelijke kunstenaars en vond daarin een toevluchtsoord voor als ze het zelf even lastig had. Van die vrouwen viel veel te leren.
Een boek over eigenzinnige vrouwen die de kunstgeschiedenis veranderen. Waarom moest dit boek er komen?
“Tijdens mijn studie aan de kunstacademie zag ik nauwelijks werk van vrouwen. De meeste kunstgeschiedenisboeken waren van mannelijke schrijvers. Zij bepaalden welke kunstenaars er in het boek kwamen. Uit onwetendheid of bewust: ik weet het niet. Het waren in elk geval kunstenaars die op zichzelf leken.
Ik maakte pas kennis met vrouwelijke kunstenaars tijdens mijn scriptie. Ik onderzocht het vrouwelijk zelfportret: hoe kun je maatschappelijke ontwikkelingen hierin terugzien? Een wereld ging voor mij open. Rond 1700 mocht je bijvoorbeeld als vrouw je tanden niet laten zien op een portret. Hoe bijzonder dat er een paar zelfportretten uit die tijd zijn waarop een vrouw dat stiekem tóch doet. Die kleine opstandigheid en verzet van vrouwen in hun zelfportret, dat vond ik spannend. Ik dacht toen al dat daarin wel eens een boek zou kunnen zitten.”
Het eerste verhaal dat je maakte ging over Frida Kahlo. Hoe verliep dit?
“Ja… Ik vond haar altijd een intrigerend mens maar wist eigenlijk weinig van haar werk. Toen ik meer over haar leven leerde, merkte ik dat haar werk voor mij beter werd. Het kreeg meer lagen. Ik vroeg mij af hoe haar verhaal eruit zou zien als ik het tekende. Ik dook verder in haar leven. Bestudeerde analyses over haar werk, las haar dagboek, biografie en brieven. Vanuit al die verschillende invalshoeken kreeg ik een intiem beeld van haar. Ik zat op een gegeven moment zó in haar leven, dat ik de wereld om mij heen met haar bril op ging bekijken. Haar leven tekende ik in eerste instantie op één bladzijde, dat werden twee bladzijden en uiteindelijk 11 spreads vol met illustraties over haar.”
Wat gebeurde er daarna, toen je haar verhaal af had?
“Ik dacht: oké, dit is nu één verhaal van een bijzondere vrouw. Ik ben eigenlijk ook wel benieuwd naar de verhalen van andere vrouwen. Uiteindelijk maakte ik acht verhalen, elk over het leven van een vrouwelijke kunstenaar. Ik wist van tevoren niet dat het er zoveel gingen worden, en ook niet wie. Elke keer kwam ik weer een nieuwe kunstenaar tegen van wie ik het verhaal wilde vertellen. Bij al die verhalen gebeurde hetzelfde als bij Frida: ik dook volledig in het leven van die vrouw en moest elke keer een nieuwe bril opzetten. Natuurlijk schiet ik tekort om een heel leven in één hoofdstuk samen te vatten. Het is onmogelijk om al hun werk te tekenen. De verhalen zie ik dan ook als een persoonlijke selectie: dit is het verhaal dat ik over hun leven wil vertellen. Je zou elk verhaal een subjectieve biografie kunnen noemen.”
Je maakte je boek in de graphic-novel-stijl, afgewisseld met stukken tekst. Waarom koos je hiervoor?
“Als ik zelf een boek lees, ziet een boek er voor mij zo uit. Ik krijg automatisch beelden bij een tekst, ben een echte beelddenker. In eerste instantie maakte ik het verhaal met alleen maar tekeningen. Maar ik merkte dat het verhaal tekst nodig had, voor de juiste nuances en informatie over de kunstwerken. Het boek is een combinatie van typografie, beeld en tekst geworden, dat zal voor lezers best even wennen zijn. Mijn boek komt misschien ook chaotisch over: er gebeurt veel en misschien is het soms wat té. Vergelijk mijn boek met een opera, daar zitten ook meerdere lagen van ervaring in. Er is die boventekst, er gebeurt van alles op het podium, je hebt de muziek én de orkestbak met de dirigent. Die gelaagdheid van kijken vraagt wat: je ziet veel dingen tegelijkertijd. Van mijn boek moet je zelf je eigen leeservaring maken en ontdekken hoe jíj het boek goed kunt lezen.”
Ik merkte dat ik tijdens het lezen steeds vaker de werken van de kunstenaars ging opzoeken, omdat ik wilde weten hoe ze er echt uit zagen.
“Dat hoor ik vaker, dat mensen op ontdekkingstocht gaan tijdens het lezen van mijn boek. Veel mensen kennen de kunstenaars niet. Gelukkig is er nu internet en kun je alles opzoeken als je meer wilt weten.”
Zes jaar lang werkte je aan dit boek, naast je werk als illustrator en docent. Hoe was dat voor jou?
“Het was fijn om iets te hebben waarnaar ik altijd terug kon. In die zes jaar gebeurde er veel in mijn eigen leven. Op lastige momenten was het fijn dat ik altijd in het gezelschap van die vrouwen kon zijn. En kon leren van hen, wat zíj deden op moeilijke momenten. Het boek werd voor mij een houvast. Het was iets waar ik mij echt op kon verheugen als ik ‘s ochtends wakker werd. Dat had ik nooit eerder bij een project.”
Hoe kwam je aan de titel voor het boek?
“Dat is een afgeleide van Frida Kahlo’s uitspraak: ik ben mijn eigen muze. Veel van de vrouwen in mijn boek waren een muze van zichzelf. Soms omdat het niet anders kon, soms uit eigen keuze. Bij het woord muze zie je toch een of ander mannelijk genie voor je die naar een naakte vrouw op een bank kijkt. Een muze zijn, dat was vanuit de man bekeken. Ik vind het mooi om het woord muze een nieuwe betekenis te geven, het woord opnieuw te duiden. Een vrouw kan best haar eigen muze zijn.”
Win met Zin
Wij geven maar liefst 5 exemplaren van het boek van Loes weg. Vertel in de comments waarom jij Ik ben mijn muze wil winnen en wie weet krijg je binnenkort een exemplaar thuis gestuurd.
Over het boek
Deze graphic novel is een visuele ode aan acht vrouwelijke kunstenaars in de kunstgeschiedenis. Elk verhaal op zich is een kunstwerk: rijkelijk geïllustreerd en vol extra dimensies. Loes geeft háár interpretatie van de kunstwerken en het leven van de kunstenaar. Ze nodigt hiermee jou als lezer als vanzelf uit om meer te weten te willen komen over deze vrouwen.
(Ik ben mijn muze, Nijgh & van Ditmar, € 21,99)
Over de maker
Met de pen als haar medium maakt Loes Faber (1987) op geheel eigen wijze illustraties. Voor kranten en uitgeverijen, en voor eigen werk. Feminisme en de LGBTQ-community zijn favoriete thema’s. Daarnaast werkt ze als docent op het Academie Minerva in Groningen in Illustratie en Artistiek onderzoek. Loesfaber.com
Interview: Marjolein Koens. Beeld: Lin Woldendorp