Als mijn hart kon denken, stond het stil
Een nieuwe column van Stef Bos
Mijn broer wordt opa. Hij is de eerste in ons gezin. Het huis ligt opeens vol met slabbetjes, rammelaars en andere baby-artikelen die hij meer dan 25 jaar niet heeft gezien. En hij is er klaar voor. Nog kind genoeg om zich met een kind te verbinden want niets is zo levenloos als een man die het jongetje in zichzelf de nek om heeft gedraaid en zichzelf te serieus neemt.
Zijn dochter en haar geliefde maken het voor de eerste keer mee. We hadden daarover een gesprek en ik wist direct wat ik de man in kwestie moest geven. Een klein boekje dat ik ooit van mijn vrouw had gekregen toen ze voor de eerste keer zwanger was: The Continuum Concept van Jean Liedloff. Om kort te gaan doet zij, Jean, verslag van haar ervaringen te midden van Zuid-Amerikaanse indianen en hoe die omgaan met het ouderschap: de kinderen als van nature meenemen in alles wat ze doen. Waardoor ze nooit een last lijken te zijn want ze hebben een van de ouders altijd in het vizier en ze maken van alles mee. Daar kun je bij ons voorlopig niet mee aankomen maar de gedachte of het uitgangspunt is wel de moeite waard.
Verpletterende wijsheid
Wat ik vooral als een verpletterende wijsheid overhield aan dat boekje stond in het eerste hoofdstuk. Ik zei ook tegen de toekomstige vader: lees in elk geval het eerste hoofdstuk. Daar komt Liedloff tot de conclusie dat wij ons veel te veel onzeker laten maken door allerhande specialisten die er voor gestudeerd hebben. Die boeken over opvoedkunde hebben geschreven en ons vanaf de eerste dag aan de hand willen nemen in wat we moeten doen met dat spartelende ding dat niet kan praten.
Zij stelt in het eerste hoofdstuk: ‘Mannen en vrouwen worden al een eeuwigheid vaders en moeders en onze intuïtie is onze beste adviseur.’ Wat een geruststelling… Ik kon het boekje na één hoofdstuk eigenlijk al wegleggen. Ik begreep ook wat ze bedoelde want de beste besluiten in mijn leven heb ik altijd vanuit mijn intuïtie genomen. Een kind leest ook geen boek voordat het ter wereld komt en toch weet het feilloos en direct de weg naar de moederborst te vinden. Om de eerste melk te halen, die nog altijd beter is dan welk antibioticum ook. Trouwens, een vroegere studiegenote van mij werkt als wetenschapper voor Neslté en probeert al 40 jaar de code van borstmelk te kraken. Ze is er dichtbij maar het is nog steeds niet gelukt, vertelde ze.
Wat ik als late vader zo mooi vond aan dat boekje van nog geen honderd bladzijden, is dat het mij geruststelde wat betreft de taak die mij wachtte… Dat ik als deel van de menselijke soort dondersgoed wist wat me te doen stond als vader als ik maar naar mijn intuïtie luisterde. Ik werd wakker geschud. Want eerlijk gezegd ging ik daar soms heel achteloos mee om.
Jacques Brel
Half jaren 90 werd mij gevraagd een voorstelling te maken rond Jacques Brel voor het Paradiso van België, de Ancienne Belgique in Brussel. Ik twijfelde, mijn verstand zei: ‘Niet doen, je kop gaat eraf. Van Brel moet je afblijven in België. De pers staat met geslepen messen klaar, zeker als een Kaaskop zich er aan waagt.’ Gelukkig heb ik mijn intuïtie laten beslissen. Ik volgde de denktrant van Brel om risico te nemen en het leven als een avontuur te zien. Het werd een hele mooie voorstelling die alom lovend werd onthaald. Met dank aan mijn buikgevoel.
Stef Bos (1961) is singer-songwriter en woordkunstenaar. In Zin schrijft hij over zijn leven als muzikant en als echtgenoot en vader. Stef is getrouwd met de Zuid-Afrikaanse kunstenares Varenka Paschke. Samen hebben ze drie kinderen: zoon Kolya (11) en dochters Lorelei (9) en Vonkie (5). Ze wonen afwisselend in Zuid-Afrika en in Vlaanderen. Stef viert dit jaar zijn 30-jarige ‘reis door een muzikaal landschap’ in de theaters.